Minder zout in sommige voedingsmiddelen, maar niet minder verzadigd ..
Publicatiedatum:
23-02-2015
Wijzigingsdatum:
23-02-2015
Sommige voedingsmiddelen bevatten minder zout dan in 2011. Zo is het zoutgehalte in brood nu 21% lager dan in 2011. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Omdat brood een grote bijdrage levert aan de inname van zout, draagt de daling van het zoutgehalte in deze productcategorie er in
belangrijke mate aan bij dat mensen dagelijks minder zout binnenkrijgen. In andere voedingsmiddelen, zoals soepen en vleeswaren, bleef het zoutgehalte gelijk. Voor verzadigd vet zijn geen significante verschillen in productsamenstelling geconstateerd ten opzichte van 2011.
Het RIVM heeft gekeken hoeveel zout, suiker en verzadigd vet er in verschillende voedingsmiddelen zit en volgt hoe dit zich door de jaren heen ontwikkelt. Aanleiding hiervoor is het `Akkoord Verbetering Productsamenstelling', dat de minister van Volksgezondheid en de brancheorganisaties
van de voedingsmiddelenindustrie, retail, horeca en catering begin 2014 getekend hebben. Hierin is afgesproken de gehalten aan zout, verzadigd vet en energie (suiker, vet) in voedingsmiddelen stapsgewijs te verlagen. Nieuwe gegevens over de samenstelling van voedingsmiddelen worden
vergeleken met gegevens uit 2011 en 2013 als extra tussenmeting.
In kaas is het zoutgehalte met circa 11 procent afgenomen ten opzichte het gehalte in 2011. Het zoutgehalte verschilt echter aanzienlijk per soort kaas. In vleeswaren bedoeld als broodbeleg is het zoutgehalte vergelijkbaar met dat van 2011 en 2013. De vleeswarensector heeft volgens
afspraak tot in 2015 de tijd het gehalte aan zout en verzadigd vet te verlagen. Bewerkte groente en peulvruchten, zoals doperwten of bonen in blik of glas, hebben ook een lager zoutgehalte.
Naast zout en verzadigd vet gaat het RIVM de komende jaren ook monitoren hoe de suikergehalten in voedingsmiddelen zich ontwikkelen. Daarom is het suikergehalte van diverse productcategorieen bepaald. Daarbij is gekeken naar productgroepen die meer dan drie procent bijdragen aan de
dagelijkse inname van suikers in Nederland, zoals zuivelproducten, (fris)dranken, banket en zoetwaren, broodbeleg, brood- en graanproducten, en bewerkte groenten en fruit. Deze `nulmeting' maakt het mogelijk om te kijken in hoeverre fabrikanten erin slagen om het gehalte aan toegevoegde
suiker in producten in de komende jaren stapsgewijs te verlagen.
De gegevens in het rapport zijn eind 2014 gebruikt om de Tweede Kamer te informeren over de voortgang van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling.
Delen op:
Deel deze pagina op Facebook
Deel deze pagina op Twitter
Deel deze pagina op LinkedIn