`We zijn te lang poeslief geweest als brandweer'
23 februari 2015
Bertwin-van-SettenHij wil de situatie omkeren. Van 90 procent loze alarmeringen naar 90 procent echte meldingen. Bertwin van Setten, als medewerker Risicobeheersing van Brandweer Midden- en West-Brabant aangesloten bij het STOOM-project, gelooft erin. Hoe een omslag te realiseren? Door de
beschikbare slimme brandmeldsystemen structureel in te zetten.
Negentien jaar werkt Bertwin van Setten (41) inmiddels bij de brandweer. Hij kan zich niet anders herinneren dan dat door de jaren heen voortdurend pogingen zijn gedaan het aantal ongewenste en onechte meldingen te verminderen. Met niet erg veel succes, moet hij toegeven. Bertwin weet ook hoe
dat komt. "We zijn te lang poeslief geweest als brandweer. We accepteerden als het ware gewoon dat een heleboel meldingen loos alarm betroffen."
Rond de eeuwwisseling dacht Bertwin van Setten voor het eerst dat de ommekeer aanstaande was. Het certificeren van brandmeldsystemen werd ingevoerd en het gebruik van dergelijke systemen werd zelfs in bouwverordeningen opgenomen. Het mocht niet baten.
Bertwin: "De normen werden heel verschillend geinterpreteerd en bovendien waren de betere systemen flink duurder dan de gewone. Met als gevolg dat installateurs de goedkoopste gecertificeerde systemen in hun offertes opnamen. Ik was een van degenen die er destijds hoge verwachtingen van
hadden, maar eerlijk is eerlijk: de verwachtingen zijn niet uitgekomen."
Slimme melders, dat was enkele jaren geleden de nieuwe oplossing. Een oplossing waar ook de bedenkers van het STOOM-project (sinds 2011) in geloven. Ze zijn er, slimme melders, die bijvoorbeeld rook van een brand onderscheiden van sigarettenrook. Waarom ze dan niet toepassen?
Bertwin: "Het draait om aansprakelijkheid en we leven wel in polderland Nederland. Landen als Duitsland, Engeland en Amerika hanteren vergelijkbare normen, maar daar wordt gewoon gesteld dat de ontwerper verantwoordelijk is. Die ontwerper wil zijn erkenning niet kwijt en geen gedoe, en kiest
dus voor het gebruik van slimme melders. In Nederland werkt dat anders. Gelukkig zien we wel dat branddetectiebedrijven in Nederland steeds meer hun verantwoordelijkheid nemen op dit punt."
Toch zet STOOM terecht in op slimme meldsystemen, vindt Bertwin van Setten. We hebben misschien een iets langere weg te gaan, maar komen doen we er, is zijn overtuiging. Het `kleurenspoor' van Brandweer Nederland is leidend. Rood voor de rode brandweerauto die vaak onnodig uitrukt. Dat spoor
is inmiddels verlaten. Geel is nu de kleur van het `tussenstation'. De vertaling van geel is `verificatie door de meldkamer'.
Bertwin: "Even een minuut de tijd nemen om de melding te checken. Staat er op de plek van de melding misschien gewoon iemand te roken of pannenkoeken te bakken? In onze veiligheidsregio heeft deze verificatieaanpak geleid tot ongeveer een halvering van het aantal onnodige uitrukken. Een beeld
dat je ook landelijk ziet."
Inmiddels wordt er deels al doorgeschakeld naar het derde spoor, het blauwe. Volgens dat spoor neemt de interne alarmorganisatie bij een instelling drie minuten de tijd om na te gaan of een melding terecht is. De bedoeling is vervolgens om blauw te combineren met groen. Op dat spoor bepaalt de
techniek of er werkelijk wat aan de hand is. En onder `techniek' worden uiteraard verstaan slimme brandmeldsystemen.
Bertwin: "Het groene spoor is het eindplaatje. Dat bereiken we pas in 2020 of 2025. Loze meldingen zullen zich dan alleen nog in de marge voordoen. Van 90 procent loze meldingen naar 90 procent echte meldingen. De komende jaren moeten we stappen blijven zetten. Ik voorzie echt nog wel wat
hobbels. Financieel bijvoorbeeld. Omdat slimme meldsystemen gewoon duurder zijn dan gewone systemen."
In Midden- en West-Brabant wordt met de pilot `Slimme melders' de toepassing van slimme meldertechniek gestimuleerd. Uit een speciaal potje wordt een deel van de meerkosten van slimme melders betaald. Geld dat zich snel terugverdient.
Bertwin: "Ondertussen gaan we onverdroten verder op het gele en blauw spoor. Door van de verificatie nog meer werk van te maken, verwachten we binnen de looptijd van het STOOM-project (tot 2016, red.) nog een keer een halvering te kunnen realiseren."