Oostenrijkse Defensiekopstukken bezoeken Nederland

Nieuwsbericht | 30-01-2015 | 16:48

Een zware Oostenrijke Defensiedelegatie was vandaag en gisteren in Nederland. Oostenrijks een na hoogste militair bezocht vandaag het nieuwe laboratorium voor de opsporing van bommenmakers in missiegebieden. Gisteren ontving minister Jeanine Hennis-Plasschaert al haar ambtgenoot op het Binnenhof.

De Oostenrijkse plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten luitenant-generaal Bernhard Bair krijgt uitleg over het JDEAL.

De Oostenrijkse plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten luitenant-generaal Bernhard Bair bezocht het Joint Deployable Exploitation and Analysis Laboratory (JDEAL) niet toevallig. Oostenrijk leverde een materiele bijdrage aan het mobiele laboratorium, met name bedoeld voor het opsporen van de leggers van improvised explosive devices (IED's). JDEAL is een Nederlands initiatief en opgezet als een samenwerkingsproject vanuit de European Defence Agency.

CSI

Tijdens een inzet biedt het mobiele lab, bestaande uit 12 containers, plaats aan 19 specialisten op het gebied van documentatie en media, elektronica, chemie en mechanica. Het is te vergelijken met Crime Scene Investigation in missiegebied. Ook hier proberen onderzoekers daders van een al dan niet gelukt misdrijf te achterhalen. Dit moet het plaatsen van nieuwe bommen voorkomen. Die zijn niet alleen levensgevaarlijk voor (westerse) militairen, maar ook voor de burgerbevolking.

De Oostenrijkse plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten luitenant-generaal Bernhard Bair krijgt uitleg over het JDEAL.

Ken je vijand

Het JDEAL borduurt voort op de successen van het Multinational Theatre Exploitation Laboratory in Afghanistan. Technisch onderzoek bleek daar cruciaal bij het opsporen van bommenleggers en met name van het netwerk daarachter. Telefoontjes die gebruikt werden als ontsteker voor IED's bevatten bijvoorbeeld vaak een schat aan informatie zoals meest gebelde nummers, foto's en video's. Alle informatie leidt uiteindelijk tot meer duidelijkheid over de vijand en zijn werkwijze.

Laboratoriummanager majoor Gerard Verkoeijen: "We hebben luitenant-generaal Bar het laboratorium laten zien, inclusief de Oostenrijkse bijdrage. Dat is de apparatuur waarmee apparaten zoals telefoons onderzocht en uitgelezen kunnen worden. Hij toonde zich erg enthousiast over de mogelijkheden en het belang van het lab, vooral voor de veiligheid van militairen in missiegebieden."

Noodzaak samenwerking

Hennis sprak gisteren met collega Gerald Klug onder meer over internationale samenwerking, ook voor Oostenrijk een belangrijk element van het defensiebeleid. Het tweetal keek daarbij vooruit naar het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016. Juist het stimuleren van die militaire samenwerking zal een van de Nederlandse speerpunten zijn. De toenemende internationale instabiliteit raken rechtstreeks aan de Europese veiligheid en welvaart. Nederland ziet een sterk, eensgezind buitenlands- en veiligheidsbeleid in dit verband als noodzakelijk.

Ook ter sprake kwam de deelname van Nederland en Oostenrijk aan de door Duitsland geleide EU-Battlegroup in 2016 en de VN-missie MINUSMA in Mali. Eerder dit jaar liet Klug weten te streven naar een grotere Oostenrijkse betrokkenheid bij operaties in Afrika.