In de Tweede Kamer over de Bewaarplicht

In de Tweede Kamer over de Bewaarplicht

Niels Huijbregts

Door: Niels Huijbregts | Gepubliceerd: 30 januari 2015

Gisteren vergaderde de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie over de bewaarplicht telecomgegevens. In een rondetafelgesprek vertelden experts over de voor- en nadelen van de bewaarplicht, zodat de kamerleden zich konden voorbereiden op een overleg op 25 maart. Ik was uitgenodigd om namens XS4ALL mijn visie te geven.

Politie en openbaar ministerie kwamen als eerste aan het woord; zij benadrukten hoe belangrijk de bewaarplicht is en waarschuwden voor een digitale vrijstaat als de bewaarplicht wordt ingeperkt. Hoogleraar Egbert Dommering veegde de vloer aan met de argumenten die politie en OM hadden aangevoerd en wees de Kamer erop dat het opslaan van de telecommunicatiegegevens van alle burgers simpelweg niet mag: het Europese Hof van Justitie heeft bepaald dat dat een te zware inbreuk vormt op de privacy van burgers.

Jacob Kohnstamm van het CBP benadrukte dat hij niet per definitie tegenstander was van de bewaarplicht, maar dat voor zo'n inbreuk op de privacy eerst moet worden aangetoond dat de bewaarplicht noodzakelijk is voor het bestrijden van zware criminaliteit. `De afgelopen vier jaar hebben we in Nederland een bewaarplicht gehad, dus die noodzaak moet eenvoudig aan te tonen zijn'. Dat de politie desondanks niet kan aantonen dat de bewaarplicht noodzakelijk is, noemde hij laakbaar.

Toen het in het vierde blok van de sessie mijn beurt was, had het weinig zin nogmaals over de inbreuk op de privacy te beginnen. Hoewel dat ook voor ons het belangrijkste bezwaar is, was dat onderwerp inmiddels voldoende toegelicht en heb ik de commissie verteld over de onmogelijke positie waarin providers zich door de bewaarplicht bevinden:

Afgelopen week ontving XS4ALL een brief van een klant, waaruit ik u graag een stukje voorlees:

'Op grond van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens bent u verplicht langdurig een groot aantal gegevens over mijn communicatiegedrag te bewaren. (...) Nu de regering expliciet stelt dat de huidige bewaarplicht strijdig is met het Handvest, betekent dit dat de bewaarplicht geen toepassing kan\\015vinden (...) Ik verzoek u dan ook, het bewaren van mijn persoonsgegevens in het kader van de bewaarplicht\\015per direct te staken, en mijn persoonsgegevens die u reeds heeft\\015opgeslagen per direct te verwijderen.'

Deze brief laat uitstekend zien in wat voor een onmogelijke positie wij ons bevinden: we zitten klem tussen de overheid en onze klanten. De minister verplicht ons door te gaan met het opslaan van gegevens en de toezichthouder volgt hem daarin, terwijl onze klanten in de krant lezen dat dat in strijd is met de wet. Voor onze klanten is het volstrekt onduidelijk: geldt de wet nu wel of niet?

Wij zijn het zeer eens met de redenering en argumenten van deze klant. De bewaarplicht maakt inbreuk op de privacy van de klant, maar als we ingaan op zijn verzoek dan zouden we direct ingaan tegen het beleid van de minister, en handhaving daarvan uitlokken. Het pijnlijke daarbij is dat het verwijt over privacyschending van onze abonnees bij ons komt te liggen. Het is juist onze rol om over de privacy van onze klanten te waken.

Vervolgens ging ik in op de proportionaliteit van de bewaarplicht:

Bij de hele discussie over de bewaarplicht gaat het vooral om de proportionaliteit van het middel: in hoeverre weegt het voordeel dat de maatregel oplevert, op tegen de nadelen en wegen de kosten op tegen de baten. Een van de middelen om zo'n proportionaliteitsafweging te maken is een financiele afweging, maar door het stelsel van de wet komt die hier niet aan de orde. In Nederland zijn de telecombedrijven verplicht de kosten van dit opsporingsmiddel te dragen. Of de baten opwegen tegen de financiele kosten, is daardoor een afweging die de minister en de opsporingsdiensten niet hoeven maken en die uw Kamer als toezichthoudend orgaan dus niet kan maken. De minister hoeft met deze kosten in zijn budgetten geen rekening te houden, waardoor de proportionaliteitsafweging te gemakkelijk uitvalt in het voordeel van opslag van gegevens.

Vanwege de schending van de persoonlijke levenssfeer moet de bewaarplicht worden afgeschaft. Maar als de bewaarplicht blijft bestaan dan pleit XS4ALL voor een vergoeding die overeenkomt met de werkelijke kosten die aanbieders moeten maken. Door deze vergoeding in de wet op te nemen, zou een proportionaliteitstoets in het systeem worden verankerd en zijn de minister en de opsporingsdiensten, maar ook uw Commissie, in staat een kosten-batenanalyse te maken op basis van volledige gegevens.

Het is ons niet om het geld te doen. Daarom lijkt dit misschien een vreemd argument. Maar in Engeland, waar de overheid de kosten voor de bewaarplicht draagt, blijkt dat de overheid minder makkelijk besluit alles maar op te slaan: daar is besloten bepaalde gegevens niet op te slaan omdat dat gezien het nut van de gegevens niet proportioneel zou zijn. Het duidelijk zichtbaar maken van kosten kwam daar de privacy dus ten goede.

Onze volledige gespreksnotitie is hier te lezen.

Zie het origineel.