Meer kans op verlies Nederlanderschap

Nieuwsbericht | 28-01-2015

Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) wil in meer gevallen het Nederlanderschap kunnen intrekken na voorafgaande strafrechtelijke veroordeling voor het geven of volgen van terroristische training. De bewindsman heeft hiertoe een wijzigingsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat tegemoet komt aan een wens van de VVD-fractie.

Volgens het in september 2014 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel kan het Nederlanderschap alleen worden ingetrokken als het strafbare feit na inwerkingtreding van het wetsvoorstel is gepleegd. Dit beperkt de mogelijkheden om het Nederlanderschap in te trekken van bijvoorbeeld jihadisten die op dit moment deelnemen aan een terroristisch trainingskamp in Syriio of Irak. Opstelten vindt dit onwenselijk gelet op het aantal uitreizigers en de jongste internationale ontwikkelingen. Daarom past hij het wetsvoorstel aan zodat ook het Nederlanderschap van de huidige groep Syriiogangers kan worden ingetrokken, met als voorwaarde dat er nog geen onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling is uitgesproken voor inwerkingtreding van de wet.

Hiermee wordt nog eens tot uitdrukking gebracht dat het Nederlanderschap niet op enigerlei wijze faciliterend mag zijn om in den vreemde terroristische misdrijven te plegen of personen voor te bereiden op het plegen van terroristische misdrijven, aldus de bewindsman.

Het besluit tot intrekking van het Nederlanderschap is voorbehouden aan de minister van Veiligheid en Justitie en is een bestuurlijke maatregel die volgt op een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling. Intrekking zal altijd worden getoetst op proportionaliteit, conform Europese jurisprudentie en mag niet leiden tot staatloosheid. Tegen de beslissing om het Nederlanderschap te ontnemen is bezwaar en daarna beroep bij de rechter mogelijk.