Aanbestedingsplatforms uit 15 landen naar Europese Rechter
Na afwijzen staatssteunklacht tegen TenderNed door Europese Commissie
UTRECHT - Vier Nederlandse aanbestedingsplatforms stappen binnenkort samen met platforms uit vijftien landen naar het Europese Gerecht (ECG) in Luxemburg, nu de Europese Commissie hun klacht over onrechtmatige Nederlandse staatssteun aan TenderNed heeft afgewezen. Volgens hen spendeerde de overheid inmiddels meer dan 50 miljoen euro belastinggeld aan dit 'gratis' overheidsplatform, dat op die manier oneerlijk concurreert met marktpartijen.
Omdat de Europese Commissie een politiek instituut is, vinden zij het tijd worden dat een rechter zich hierover uitspreekt. De zaak in Luxemburg wordt aangespannen door CTM Solution, Aanbestedingskalender, ProjectNed en Negometrix. Omdat overheden in andere landen van de EU eenzelfde platform als TenderNed dreigen op te starten, hebben commerciele platforms uit onder meer Duitsland, Engeland, Spanje, Portugal, Finland, Noorwegen zich aangesloten. Samen zijn ze in meer dan vijftien EU-landen actief.
Bij de EC bepleitte Nederland dat de verschillende door TenderNed aangeboden diensten als de publicatiemodule, inschrijfmodule en e-gids zogeheten 'diensten van algemeen belang' zijn. Diensten van algemeen belang zijn bijvoorbeeld 'onrendabele openbaarvervoersdiensten, sociale verzekeringsdiensten, etc. Overheidsoptreden bij de uitvoering van deze diensten is noodzakelijk omdat deze diensten anders niet (vanzelf) door de markt naar maatschappelijk aanvaardbare voorwaarden worden verricht of door de markt zelf worden opgepakt,' aldus Europa Decentraal, een website van de overheid zelf.
Diensten van algemeen belang mogen door de overheid worden gesteund zonder dat dit als onrechtmatige staatssteun wordt aangemerkt.
De platforms bestrijden dit. In hun klacht stellen ze dat de financiering van TenderNed wel degelijk onrechtmatige, onverenigbare staatssteun vormt. Bovendien verwerft het platform een onterechte machtspositie dankzij de aan TenderNed verleende exclusieve publicatierechten en de actieve promotie door de Nederlandse overheid van alle activiteiten.
Ook de aangesloten platforms uit het buitenland hebben aangetoond dat de markt deze diensten wel zelf kan verrichten en steunen de Nederlandse casus. Ook zij zijn van mening dat de inzet van overheidsplatformen ten koste gaat van innovatie, kwaliteit en service en daarom niet in het belang is van aanbestedende diensten, leveranciers en de belastingbetaler.
De vier Nederlandse platforms dienden hun klacht bijna drie jaar geleden in. In de zomer van 2013 kregen ze al een voorlopige afwijzing, waardoor het recente besluit van de commissie geen verrassing was. Net als bij de initiele klacht, worden ze bij hun zaak in Luxemburg bijgestaan door Cees Dekker van Nysingh Advocaten. ,,Private partijen zijn al jarenlang naar tevredenheid actief op de markt. Het Europese staatssteun- en mededingingsrecht staat er dan aan in de weg dat de overheid die markt vernietigt door zelf op concurrentievervalsende voorwaarden diensten aan te bieden," aldus de raadsman met ruime ervaring in dit soort zaken.