Nieuwsbericht | 26-01-2015 | 16:00

Na precies 2 jaar is er een einde gekomen aan de Nederlandse Patriot-missie in Turkije. Vanmiddag heeft Navobondgenoot Spanje tijdens een ceremonie op het vliegveld Incerlik de taken overgenomen. Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif woonde de plechtigheid bij.

De systemen waarmee Defensie de Turkse miljoenenstad Adana beschermt tegen eventuele luchtaanvallen vanuit Syrie, moeten om verschillende redenen terug naar Nederland. Door de continue inzet is groot onderhoud nodig dat niet ter plekke is uit te voeren. Bovendien is een zware wissel getrokken op het personeel van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando.

Commandant kolonel Niels Vredegoor ontving vanmiddag uit handen van generaal Adem Huduti de Turkse Medaille van Verdienste.

Getraind

"In de afgelopen 2 jaar zijn geen projectielen op NATO grondgebied afgevuurd", zei Vredegoor. Tegelijk heeft het bondgenootschap een krachtig signaal van eenheid uitgestraald. Hij roemde de samenwerking met de andere 2 deelnemers, Duitsland, de Verenigde Staten. "In die 2 jaar hebben we 99% van de tijd, totaal meer dan 17.000 uur, klaar gestaan. Dat vraagt om goed getraind en gemotiveerd personeel. Ga er maar aan staan om 24 uur per dag, elke dag weer paraat te staan, voor dat ene moment dat kan komen." Hij onderstreepte daarbij dat de eenheid bijzonder was door de diversiteit: alle krijgsmachtdelen leverden een bijdrage. "Anders hadden we het zeker geen 2 jaar vol gehouden", aldus Vredegoor.

Vermogen

Het Patriot-raketsysteem voert luchtverdediging vanaf grondniveau tot ongeveer 20 kilometer hoogte. De Patriot biedt niet alleen bescherming tegen aanvallende vliegtuigen en helikopters. Het is ook een goed afweermiddel tegen raketten.

Het Patriot-systeem kenmerkt zich door: een korte reactietijd; het vermogen om meer doelen tegelijk onschadelijk te maken; een goede beweeglijkheid; afweermogelijkheid tegen elektronische storing.