Harde reset op De Ruwenberg
Rafael Dialoog creeert ruimte voor gewenste versnelling naar duurzame agrofood
Den Bosch (26 januari 2015) - De overgang naar een duurzame Brabantse agrofoodketen verkeert in een cruciale fase. Een versnelling is nodig om ueberhaupt in de buurt te komen van de doelstellingen zoals die in de Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 zijn geformuleerd. Om die reden komen woensdag en donderdag in De Ruwenberg (Sint-Michielsgestel) dan ook agrariers, burgers, politici, ondernemers, retailers en bestuurders bij elkaar om te kijken hoe ze zo'n acceleratie inhoud en vorm kunnen geven. Onder de vlag van de Rafael Dialoog worden de deelnemers - niet zelden met een geharnaste positie in de discussie - uitgedaagd hun 'eigen organisatiegelijk' los te laten en vanuit persoonlijk perspectief onbevangen te kijken naar de nieuwe oplossingen en innovaties die nodig zijn. Gedeputeerde Yves de Boer en organisatoren Felix Rottenberg en Jan Hendrik Ockels markeren vooraf de noodzaak om in een geformaliseerde belangentegenstelling complexe vraagstukken anders te benaderen.
''Kijk, de dilemma's waar we in Brabant voor staan zijn niet uniek". Thuis in zijn Oosterhoutse werkkamer houdt Yves de Boer de NRC van zaterdag omhoog. ''In de bijlage staat een interessante beschouwing over het effect van massa-toerisme op de binnensteden van Amsterdam en Maastricht. Die honderdduizenden dagjesmensen zijn economisch gezien natuurlijk geweldig, maar tegelijkertijd dreigt door ongeclausuleerde groei de leefbaarheid voor de eigen inwoners in de knel te raken. Je moet daar dus iets mee. De grote uitdaging is: hoe?''
(De knel die u beschrijft is haast een-op-een te projecteren op de Brabantse discussie over de verduurzaming van haar agrofoodketen. Met de Verordening Ruimte 2014 en de zorgvuldigheidsscore veehouderij (BZV) zijn er duidelijke aanzetten tot verbetering gegeven, desondanks broeit de onvrede haast onverminderd door.
''Binnen het college breken we daar geregeld ons hoofd over. 'Al het vlees duurzaam 2020' van de Commissie Van Doorn, de ambities uit de Ruwenbergconferentie van 2013, zonder deze twee mijlpalen zouden we niet eens in de buurt zijn gekomen van waar we nu staan. Maar de resultaten zijn eenvoudigweg te schraal. Er moet een tandje bij, willen alle Brabanders over vijf jaar uit de voeten kunnen met een boerenbedrijf, een voedselverwerkende industrie en supermarkten die respect hebben voor mens, dier en hun directe omgeving. Het gaat om de license to operate, het recht dat alle spelers van de keten wordt gegund om binnen de provinciegrenzen economisch relevant blijven. Overigens hebben ook burgers, in het bijzonder in hun rol als consument, hierin een eigen verantwoordelijkheid. Practise what you preach geldt voor ons allen.''
(vraag) De noodzaak om tot gezamenlijke modus operandi te komen kan haast niet duidelijker geschetst worden. Waar zit dan de stroop die alles vertraagt?
''Wat in de praktijk moeilijk blijkt is een balans te vinden tussen tegengestelde belangen", legt Jan Hendrik Ockels, transitie-ondernemer en voormalig toezichthouder op de Brabantse Milieu Federatie, uit. ''Het economische belang staat in de Brabantse agrofood-discussie op gespannen voet met zijn maatschappelijke evenknie. Omwonenden, en met hen steeds meer consumenten, willen het anders dan de varkensboer, de melkveehouder of de biobased mestvergister die de kringloop wil sluiten. Ze zijn de overlast zat en vinden dat ze onvoldoende gekend worden. Als keten kun je dat overdreven vinden, maar dat is het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.''
Felix Rottenberg, partner van Ockels in de opzet van de Rafel Dialoog: "Op cruciale deelvraagstukken leidt dit tot situaties waarin partijen elkaar gevangen houden en in een spagaat duwen. Het is 'eerst doorgroeien om te kunnen veranderen' tegenover 'eerst inkrimpen om te mogen veranderen'. Daar kom je dus niet uit. En je ziet dat je vastloopt op alle concrete, actuele kwesties die met de transitie naar duurzaam te maken hebben. Of het nu om mest gaat, nieuwe verdienmodellen, dierenwelzijn, volksgezondheid of de positionering en prijsstelling van duurzamer vlees in supermarkten.''
(vraag) De Rafael Dialoog komende week heeft tot doel om al die belanghebbenden die daar aanwezig zijn uit die spagaat te halen.
Ockels: ''Dat gaat echt niet in twee dagen lukken. De bijeenkomst is voor Felix en mij al geslaagd als de deelnemers zich er van bewust zijn dat ze zich best meer denkruimte mogen permitteren. Dat klinkt wollig, maar zo'n kwalificatie komt meestal van personen die moeite hebben buiten gebaande paden te treden. Het huidige denken wordt nog steeds gedomineerd door beperkingen en problemen, waardoor het denken in uitdagingen - wat de positieve energie vrijmaakt die we nodig hebben- nauwelijks aan bod komt. Het is de knop in ons hoofd die we moeten omzetten.''
"Wij verwachten overigens helemaal niet dat iedereen daar in De Ruwenberg ineens het licht ziet'', verduidelijkt Rottenberg met opgeheven handen. ''Dat gaat niet van het een op het andere moment. Wel krijgen de deelnemers door professor Fred van Eenennaam, de veranderingsdeskundige van Nederland, een spiegel voorgehouden over hoe andere sectoren met soortgelijke dilemma's zijn omgegaan. De inzichten die dat oplevert biedt de aanwezigen hopelijk de handvatten om de verantwoordelijkheid te nemen die van ze wordt verwacht. Want de vrijblijvendheid is voorbij. Wie ook aan de Rafael Dialoog deelneemt, van hem of haar wordt verwacht dat ze actief bijdragen. Het is in feite een harde reset die we met z'n allen plegen. Ingrijpend, maar noodzakelijk om verder te komen.''
(vraag) Dit klinkt als een verbod op achterover leunen. Bestaat de neiging dan?
Yves de Boer: "Zo mag je dat niet stellen. Daarmee doe je alle bereikte resultaten, goede wil, concrete bijdragen en initiatieven van de afgelopen jaren tekort. Aan de andere kant heeft de provincie wel heel sterk de transitiekar lopen trekken. En daarbij merkten we, naar onze zin te vaak, dat na uitgesproken intenties marktpartijen, burgerbewegingen en milieu-ngo's achterover leunden en keken wat we er van zouden maken. Om vervolgens uiterst kritisch het eindresultaat als onder de maat te beoordelen. Linksom of rechtsom, we deden het zelden goed.''
(vraag) Het is ook heel kenmerkend voor overheden om zich de rol van probleemeigenaar aan te meten en vanuit die houding oplossingen aan te dragen.
''Misschien is dat dus voor ons de klem waar we uit moeten treden. We zijn niet de omnipotente machtsfactor, de almachtige, die het wel even zal regelen. Dat is ons leergeld van de afgelopen jaren; minder de regierol willen spelen en misschien wel juist een stapje terug doen, midden in de groep gaan staan, of juist een beetje erachter. Dat is de positie die we gaan innemen, met als consequentie dat de anderen het meer zullen moeten gaan doen. Samen, met een frisse blik en een open verstandhouding.''
''Zo'n nieuwe rolverdeling is nodig om denk- en ontwikkelkracht vrij te maken voor de innovaties die onmisbaar zijn voor agrofood die we met z'n allen voor ogen hebben'', benadrukt Ockels. ''Want als we blijven doen zoals we het altijd gedaan hebben, zal er onvoldoende veranderen.''
Rottenberg: ''Dat kan ook betekenen dat je hele nieuwe spelers bij het spel moet betrekken. Wat mij betreft krijgen vooral jongeren ruim baan. Die hebben veel minder last van de kaders die het denken van de huidige beslissers inperken. Durf twintigers en dertigers haast carte blanche te geven om nieuwe oplossingen aan te dragen. Ik durf te wedden dat voor een deel daar de inspirerende en cross-sectorale innovaties vandaan zullen komen die we zoeken.''