Gemeenten krijgen vergoeding voor opvang uitgeprocedeerde asielzoekers
Den Haag, 20 januari 2015
Centrumgemeenten krijgen voorlopig een financiele vergoeding voor het bieden van sobere opvang aan uitgeprocedeerde asielzoekers. Staatssecretaris Teeven heeft dit toegezegd tijdens een bestuurlijk overleg met de VNG. De hoogte van het bedrag bepaalt Teeven als er een uitspraak is over opvang
van het Comite van Ministers van de Raad van Europa. De VNG gaat ervan uit dat de staatssecretaris zich houdt aan artikel 2 van de Financiele-verhoudingswet. Volgens dit artikel horen gemeenten een toereikende vergoeding te krijgen voor taken die voortkomen uit rijksbeleid.
VNG pleit al sinds 2010 bij het Rijk voor een vergoeding van de kosten die gemeenten maken om opvang te bieden aan illegalen die over straat zwerven. Het opvang- en terugkeerbeleid is primair een verantwoordelijkheid van de rijksoverheid, maar in de praktijk maken gemeenten kosten voor opvang.
Recht op bed, bad, brood
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) bepaalde op 17 december 2014 dat uitgeprocedeerde asielzoekers in Amsterdam voorlopig recht hebben op nachtopvang, douche, ontbijt en avondeten. Het gevolg van deze uitspraak is dat elke centrumgemeente in Nederland deze opvang moet bieden. Staatssecretaris
Teeven geeft aan dat hij zich vanzelfsprekend houdt aan rechterlijke uitspraken. Omdat (uitgeprocedeerde) asielzoekers onder verantwoordelijkheid van het Rijk vallen, zullen centrumgemeenten een financiele tegemoetkoming ontvangen voor het bieden van sobere opvang ('bed, bad en brood').
Standpunt Comite van Ministers
De vergoeding geldt met terugwerkende kracht vanaf 17 december 2014 en eindigt twee maanden na het nog uit te brengen standpunt van het Comite van Ministers van de Raad van Europa over een oordeel van de ECSR (Europese Commissie voor de Sociale Rechten). Medio 2014 oordeelde deze commissie
voor sociale rechten dat iedereen in Nederland recht heeft op bed, bad en brood. De staatssecretaris heeft het oordeel van de ECSR voorgelegd aan het Comite van Ministers en hen gevraagd hierover een standpunt in te nemen. Op het moment dat het Comite zijn standpunt heeft bepaald, bekijkt de
staatssecretaris welke gevolgen dit heeft voor het rijksbeleid. De VNG deed de staatssecretaris al eerder voorstellen voor een permanente regeling.