Vanaf 1 januari heeft Belgie het voorzitterschap opgenomen van de 14..
Datum: 20 januari 2015
Vanaf 1 januari heeft Belgie het voorzitterschap opgenomen van de 14e Bijeenkomst van de Staten die partij zijn bij het Verdrag van Ottawa dat antipersoonsmijnen verbiedt. Dit voorzitterschap loopt af op 4 december 2015. Chili zal het Voorzitterschap uitoefenen van de 15e
Verdragspartijenbijeenkomst in 2016.
Belgie is verantwoordelijk voor de start van de uitvoering van het actieplan dat werd aangenomen op de 3e Toetsingsconferentie gehouden in Maputo in juni 2014. Dit plan legt de prioriteiten vast die door de verdragspartijen dienen uitgevoerd te worden met betrekking tot de belangrijkste
hoofdstukken van het Verdrag, met name universalisering, vernietiging van voorraden, ontmijning, slachtofferhulp, internationale samenwerking, transparantie en respect voor het Verdrag door de staten die partij zijn.
Belgie was op 9 maart 1995 het eerste land ter wereld dat een verbod op antipersoonsmijnen wettelijk vastlegde. Dit gebeurde dus nog voor de onderhandelingen over het Verdrag van Ottawa.
Vanaf 1996 maakte Belgie deel uit van een groep van veertig landen die een internationale ban op anti-persoonsmijnen nastreefden, met de steun van het Internationale Comite van het Rode Kruis en een wereldwijd netwerk van niet-gouvernementele organisaties: de International Campaign to Ban
Landmines (ICBL).
Belgie nam actief deel aan het onderhandelingsproces en organiseerde in juni 1997 de conferentie van Brussel, waarop de "Verklaring van Brussel" werd aangenomen: het startsein voor formele onderhandelingen over een wettelijk bindend verdrag dat alle anti-persoonsmijnen verbiedt.
Het Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van anti-persoonsmijnen en inzake de vernietiging ervan werd aangenomen op de Conferentie van Oslo op 18 september 1997 en opengesteld voor ondertekening op 3 en 4 december 1997 in Ottawa. Het trad in
werking op 1 maart 1999.
Belgie nam het voorzitterschap waar van de 4de Verdragspartijenbijeenkomst in Geneve in september 2002.
Belgie staat bovendien in voor de cooerdinatie van de contactgroep van verdragspartijen die de Conventie bepleiten bij staten die zich nog niet hebben aangesloten. Om de Conventie waarbij momenteel 162 landen aangesloten zijn, werkelijk universeel te maken, dient deze inspanning volgehouden te
worden. Belgie cooerdineert ook de contactgroep over rapportering die gericht is op een verbetering van de transparantiemaatregelen voorzien in de Conventie.
Hoewel een antipersoonsmijn initieel ontworpen werd als een defensief militair wapen, evolueerde dit, ook omwille van de lage kost, eenvoudige productie en het gebruiksgemak, naar een wapen waarmee gehele gebieden geterroriseerd kunnen worden. Mijnen blokkeren toegangswegen, verstoren
communicatienetwerken en verhinderen landbouw op duizenden hectare vruchtbare grond. Bovenop het lijden van de slachtoffers, wordt zo de sociaaleconomische heropbouw ondermijnd van regio's die sowieso al kwetsbaar zijn omwille van voorbije conflicten en een zeer laag inkomen per hoofd.
Daarom blijft Belgie zich tot op de dag van vandaag, samen met het maatschappelijke middenveld en NGO's, met behulp van de Federale Overheidsdienst voor Buitenlandse Zaken en zijn diplomatiek netwerk, inzetten voor een strategie van projectfinanciering en de bevordering van de doelstellingen
van het Verdrag van Ottawa.
De Federale Overheidsdienst voor Buitenlandse Zaken financierde NGO's zoals de International Campaign to Ban Landmines (ICBL) , Handicap International, Halo Trust, Geneva Call, Mines Advisory Group (MAG), het National Commitee for Demining and Rehabilitation, International Committee of the
Red Cross , APOPO, The Geneva International Centre for Humanitarian Demining (GICHD) en Danish Church Aid, met het oog op ontmijning en slachtofferhulp. Ook projecten van UNMAS werden gefinancierd. De projecten en ontmijningsacties vinden plaats in Afrika, het Midden-Oosten, Azie en
Latijns-Amerika.
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag, werden 47 miljoen opgeslagen antipersoonsmijnen vernietigd. Gedurende de laatste tien jaar werd ongeveer of 1.981 vierkante kilometer ontmijnd en werden meer dan 3,3 miljoen mijnen geruimd. Als mijnen in 2012 helaas nog 3.628 slachtoffers maakten, dan
is dit een daling van 60% vergeleken met het jaar 1999 toen het Verdrag in werking trad.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid is sinds lang persoonlijk betrokken bij de strijd tegen antipersoonsmijnen.
Ze nam deel aan de verdragspartijenbijeenkomsten in 2000, 2002 en 2007en aan de 2e Toetsingsconferentie in Cartagena (Colombia) in 2009 en de 3e Toetsingsconferentie in Maputo (Mozambique) in juni 2014.