Nog steeds zorgen bij rechters om vastzetten mensen vanwege boetes
Den Haag ,
Pagina-inhoud
*Het komt nog steeds voor dat tegen mensen die boetes niet kunnen betalen, gijzeling wordt gevorderd door het Openbaar Ministerie. Dit middel is bedoeld om mensen die een boete niet willen betalen, tot betalen te dwingen. Voor mensen die niet kunnen betalen, zoals mensen met grote schulden of
psychische problemen, is gijzeling niet bedoeld.
Deze boodschap verkondigt Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, vanavond in het consumentenprogramma Radar.
Rechters trokken begin vorig jaar al aan de bel over het oneigenlijke gebruik van gijzeling in geval van boetes. Het gaat dan om verkeersboetes, bijvoorbeeld voor te hard rijden, door rood licht rijden, of voor onverzekerd rijden met auto of brommer.
Boete blijft staan
Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), dat boetes int, kan via het Openbaar Ministerie bij de rechter eisen dat weigerachtige betalers maximaal vijftien dagen worden gegijzeld. De gijzeling op zich lost niets op: de boete blijft staan, ook al hebben mensen vastgezeten.
Signaal
Rechters constateren in de praktijk dat het vaak gaat om mensen die wel zouden willen betalen, maar dat niet kunnen. Daarom gaf de Rechtspraak vorig jaar het signaal af dat het Openbaar Ministerie in de dossiers beter duidelijk moet maken dat het om mensen gaat die echt niet willen betalen. In
de Tweede Kamer zei minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dat het Openbaar Ministerie de verzoeken tot gijzeling beter zou gaan onderbouwen.
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak.
Persoonlijke toelichting
"Rechters merken hier in de praktijk nog maar weinig van", zegt Frits Bakker. Uit cijfers van de Raad voor de rechtspraak blijkt dat er in 2014 in ongeveer 130.000 gevallen om gijzeling werd gevraagd in geval van openstaande boetes. In 2013 gebeurde dit nog circa 162.000 keer.
Mensen tegen wie gijzeling wordt gevorderd, kunnen tijdens een rechtszaak een toelichting geven. Als zij niet aanwezig zijn, moet de rechter zijn oordeel baseren op het dossier. Als daaruit niet duidelijk blijkt dat het om onwil tot betalen gaat, wijst de rechter het verzoek tot gijzeling
meestal af.