Dijksma ontraadt moties over provinciale aanpak intensieve veehouderij

15 januari 2015

Van een intensieve naar een duurzame veehouderij, dat was een van de hoofdpunten uit het Kamerdebat met Dijksma afgelopen woensdag. De staatssecretaris gaf aan dat ze hierover in gesprek gaat met provincies en ontraadde enkele moties over de provinciale aanpak bij deze transitie.

Gisteren werd, vier maanden na dato, het plenaire debat over de intensieve veehouderij voortgezet. Staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ, PvdA) gaf nu antwoord op vragen die de Tweede Kamerleden tijdens het debat op 3 september hadden gesteld. Daarbij kregen de Kamerleden veel ruimte voor interrupties. Zo ontstond discussie over onder andere de transitie naar een duurzame veehouderij, nieuwe verdienmodellen en voorkomen (door de overheid) van het stunten met vlees(prijzen).

Wet Dieren

Voor het IPO en de provincies was met name de bespreking van de Wet Dieren interessant, maar daar kon Dijksma nog niet veel over zeggen. Het ministerie van Economische Zaken is nog bezig met het verweken van consultatie op de wet door IPO en VNG. Daarnaast kijkt ook de Raad van State nog naar het wetsvoorstel. Het uiteindelijk, aangepaste, wetsvoorstel zal rond de zomer besproken worden in de Tweede Kamer. Lees ook ons nieuwsbericht `Wet Dieren: `onuitvoerbare, tijdrovende papieren tijger'' waarin het IPO zijn bezwaren tegen het oorspronkelijk wetsvoorstel kenbaar maakte. Moties aangehouden Tijdens het debat zijn twee moties ingediend, die direct betrekking hebben op de provincies:

1. de motie Dik-Faber (ChristenUnie) die de regering verzoekt samen met decentrale overheden afspraken te maken over experimenteerruimte voor de ontwikkeling van duurzame verdienmodellen in de veehouderij waarbij maatwerk kan worden toegepast, en de Kamer hierover voor de zomer van 2015 te informeren; en

2. de motie Dikkers en Van Dekken (beiden PvdA) , die de regering verzoekt om met het IPO te bespreken hoe verder vorm kan worden gegeven aan de transitie naar een duurzame veehouderij, zodat alle provincies beleid opstellen om een dergelijke transitie te realiseren.

De staatssecretaris ontraadde beide moties. Ze gaf aan in gesprek met het IPO en de provincies beide punten apart te agenderen, zodat besproken wordt waar de behoefte van de provincies liggen, wat de knelpunten zijn en waar gezamenlijke actie nodig is. De staatssecretaris wil de decentralisatie serieus nemen en begrijpt dat de provincies vanuit verschillende posities naar het onderwerp kijken. Ze wil de Tweede Kamer dan voor de zomer met een brief informeren wat de resultaten van dit gesprek zijn. Zowel mevrouw Dik-Faber als mevrouw Dikkers zegden daarop de moties te zullen aanhouden in afwachting van de brief aan de Tweede Kamer.