Kamervragen over toenemend geweld ouderen


donderdag, 15 januari 2015

Kamervragen over toenemend geweld ouderen Het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben de vragen beantwoord over het bericht dat ouderen steeds vaker slachtoffer zijn van geweld. Dit bericht verscheen 25 november 2014 in de media
en was aanleiding voor de Kamerleden Tellegen en Van 't Woud (beiden VVD), om hier vragen over te stellen. In de antwoorden noemt de Minister de samenwerking met de KBO om ouderen in hun eigen omgeving voor te lichten over de gevaren van een babbeltruc, een overval of inbraak.

Dit zijn de Kamervragen en de antwoorden van zowel de Minister als de Staatssecretaris, dd 12 januari 2015:

Antwoorden op kamervragen van de leden Tellegen en Van 't Wout (beiden VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht `Ouderen vaker slachtoffer van geweld' (2014Z21846)

Vraag 1
Kent u het artikel 'Ouderen vaker slachtoffer van geweld'? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht van het Centraal Planbureau over de enorme toename van het aantal gevallen van geweld tegen ouderen? Hoe verklaart u deze toename? Hoe verklaart u de toename bij met name oudere mannen?

Antwoord 2
De resultaten van het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vinden wij zorgelijk en nemen we ook zeer serieus. Het is echter niet duidelijk waardoor deze stijging is veroorzaakt. De gegevens van het CBS geven hier geen informatie over. Ook het CBS zelf geeft aan hiervoor
geen directe verklaring te hebben. Dat het geweld vaker dan gemiddeld door buurtgenoten wordt gepleegd, komt omdat het leven van ouderen zich meer om en rond het huis afspeelt, aldus het CBS. Overigens blijkt uit het onderzoek ook dat het aantal 65-plussers dat te maken heeft gehad met geweld
of bedreiging weliswaar is verdubbeld, maar dat dit percentage nog steeds lager ligt dan het landelijk gemiddelde voor slachtofferschap van geweld. Daarnaast blijkt uit de cijfers dat de toename van geweld bij ouderen mannen en vrouwen naar verhouding vrijwel gelijk is. Specifiek voor
overvallen op senioren geldt bovendien dat over de eerste negen maanden van 2014 het aantal overvallen op senioren is gedaald met 19% ten opzichte van
dezelfde periode in 2013.

Vraag 3
Bent u bereid naast het reeds bestaande actieplan 'Ouderen in veilige handen' 2) en de periodieke voortgangsrapportages geweld in afhankelijkheidsrelatie 3) aanvullende maatregelen te treffen om geweld tegen ouderen tegen te gaan?

Antwoord 3
Al eerder is door de Staatssecretaris van VWS toegezegd dat er een vervolg zal komen op het actieplan `Ouderen in veilige handen', dat eind van dit jaar afloopt. Het actieplan richt zich op mishandeling in huiselijke kring of professionele setting, waarbij er sprake is van een terugkerende
(zorg)afhankelijkheid van het slachtoffer (van 65 jaar of ouder) ten opzichte van de pleger.

De cijfers van het CBS zien echter vooral op mishandeling en bedreiging door onbekenden en buurtgenoten en, in beperkte mate om geweld door familieleden. In 40% van alle gevallen was de dader bekend, en daarbinnen bleek de dader in 10% een familielid te zijn. Of hierbij ook sprake was van een
terugkerende zorgafhankelijkheid, is niet bekend.

De cijfers van het CBS gaan dus vooral over geweld waarbij geen sprake is van een afhankelijkheidsrelatie van het slachtoffer. De aanpak van deze criminaliteit valt onder de minister van Veiligheid en Justitie (VenJ). Omdat het bij ouderen vaak gaat om kwetsbare mensen, is de minister van VenJ
voor wat betreft de High Impact Crimes een specifiek traject gestart om ouderen voor te lichten en weerbaarder te maken. Er zijn diverse acties uitgevoerd om ouderen in hun eigen omgeving voor te lichten over de gevaren van een babbeltruc, een overval of inbraak. Daarbij wordt samengewerkt met
de Unie KBO (Katholieke Bond van Ouderen), een groot aantal gemeenten en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Specifiek voor het voorkomen van agressie en geweld tussen buurtgenoten wordt bovendien via het CCV de lokale toepassing van buurtbemiddeling gestimuleerd.

Vraag 4
Welke rol is er weggelegd voor zorginstanties zoals verpleeg- en verzorgingstehuizen, thuiszorg, instellingen voor verstandelijk gehandicapten en de ggz zelf om geweld tegen ouderen tegen te gaan? Wat verwacht u in dit kader van het waarschuwingsregister dat met steun van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot stand wordt gebracht waarbij personeel in de zorg op een zwarte lijst kan worden gezet?

Antwoord 4
De cijfers van het CBS hebben geen betrekking op intramurale clienten van (zorg)instellingen, omdat die niet bevraagd zijn voor de Veiligheidsmonitor waaruit de cijfers afkomstig zijn. Zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor een veilige woon- en leefomgeving voor hun clienten. Dit betekent
dat er bijvoorbeeld sprake moet zijn van een adequaat beleid rondom diefstal in de zorginstelling, waaronder goede diefstalpreventie en voorlichting.

Het ministerie van VWS kan daarbij een ondersteunende rol spelen. Zo is, in het kader van het Actieplan `Ouderen in veilige handen', de leidraad veilige zorgrelatie ontwikkeld. De leidraad biedt handvatten hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag of geweld door professionals die in de
zorg werken of door vrijwilligers die door de zorgorganisatie worden ingeschakeld. Daar waar het gaat om geweld gepleegd door personen uit de huiselijke kring, is (ook binnen een instelling) de wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van toepassing. Daarnaast is
specifiek voor het beter herkennen en signaleren van ouderenmishandeling voor professionals de e-learningmodule `Ouderen in veilige handen' ontwikkeld.

Werkgevers in de zorg- en welzijnssector hebben hun verantwoordelijkheid genomen door het waarschuwingsregister op te zetten. Het waarschuwingsregister, waarvan VWS de ontwikkeling financieel heeft ondersteund, kan - als het breed door de sector is overgenomen - een belangrijke rol spelen om
veiligheidsbeleid bij instellingen op de kaart te zetten, en zo ongewenst gedrag te voorkomen. Doordat medewerkers, maar ook clienten en hun omgeving weten dat instellingen zijn aangesloten bij het register en dus een actief beleid voeren op dit punt, zullen mensen hopelijk ook eerder actie
ondernemen als er toch sprake is van ongewenst gedrag.

Vraag 5
Hoe vaak wordt zwaarder gestraft bij geweld in afhankelijkheidsrelaties in geval van geweld tegen ouderen, sinds de regering in 2012 heeft aangegeven dat dit reeds mogelijk is? 4)

Antwoord 5
Politie en het openbaar ministerie registreren niet specifiek op ouderenmishandeling. Cijfers hierover kunnen dan ook niet worden gegeven.

1) Het bericht van nu.nl: http://www.nu.nl/binnenland/3937325/ouderen-vaker-slachtoffer-vangeweld.html
2) Kamerstuk 29 389, nr. 30
3) Kamerstuk 33750-XVI, nr. 109
4) Handelingen Tweede Kamer, 2011-2012, nr.

Hier vindt u de brief met de antwoorden op de gestelde vragen.

Bookmark and Share