Ploumen wil inbreng vakcentrales over TTIP

Nieuwsbericht | 14-01-2015

Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) blijft in gesprek met vakbonden en andere maatschappelijke organisaties over het vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS (Transatlantic Trade and Investment Partnership - TTIP). De minister sprak woensdag met vakcentrales CNV, FNV en VCP over de gevolgen van het verdrag tussen de EU en de VS voor de werkgelegenheid. Ploumen: `Hun kennis en expertise is van groot gewicht. Door alle belanghebbenden bij TTIP te betrekken, kunnen we uiteindelijk het beste onderhandelingsresultaat bereiken'.

Vanaf het begin van de onderhandelingen over het verdrag heeft minister Ploumen het belang van consultatie en transparantie benadrukt en iedereen opgeroepen mee te denken over TTIP: `Het gaat om een verdrag tussen de twee grootste handelsblokken ter wereld, met mogelijk grote gevolgen. Daarom moeten we allemaal onze stem laten horen. Door gesprekken met consumenten, het maatschappelijke middenveld en bedrijven kunnen we van TTIP een akkoord maken dat breed gedragen wordt in Nederland.'

De minister verwelkomt dan ook uitkomsten van de publieke consultatie over het arbitragemechamisme ISDS, die de Europese Commissie gisteren presenteerde: `Er zijn veel bezorgde reacties binnen gekomen. Dat laat zien dat mensen zich betrokken voelen.' De Europese Commissie heeft grote stappen gezet als het gaat om de transparantie rondom TTIP; zo werd vorige week een groot aantal onderhandelingsdocumenten online gezet. Ploumen: `Voor het draagvlak zou het goed zijn als de Verenigde Staten dit voorbeeld zouden volgen, zodat iedereen kan zien wat er gebeurt.'

Werkgelegenheid

Doel van het verdrag is om onnodige handelsbelemmeringen tussen de EU en de VS weg te nemen, om de handel tussen beide blokken een impuls te geven. Nederland zal als exportland hier naar verwachting flink van profiteren. Ploumen: `Juist het MKB heeft momenteel veel last van belemmeringen als tarieven, procedureverschillen en douanewachttijden. Het weghalen van deze onnodige obstakels maken handel met de VS simpeler en zorgen voor extra werkgelegenheid.' Onderzoek van Ecorys wijst uit dat TTIP de Nederlandse economie 1,4 tot 4,1 miljard euro zal opleveren. De sectoren die het meest kunnen profiteren van het TTIP zijn landbouw, chemie, de hightech industrie, postdiensten en de financiele en maritieme sectoren.

Aanleiding voor het gesprek van Ploumen met de vakcentrales waren zorgen over eventuele negatieve gevolgen van het verdrag op de werkgelegenheid in bepaalde sectoren. Ploumen: `Ik wil weten welke sectoren dat zijn en hoe we die sectoren tegemoet kunnen komen.' Net als de vakbonden vindt minister Ploumen dat TTIP de hoge standaarden van de Nederlandse arbeidswetgeving niet mag aantasten. Zo is in het vrijhandelsverdrag CETA met Canada een clausule opgenomen dat garandeert dat lidstaten zeggenschap houden over hun arbeidsbeleid. Ook bij de onderhandelingen over TTIP is zo'n clausule de inzet van de Europese Commissie. De minister zal de komende tijd vaker met de vakcentrales overleggen over TTIP.