Beheersverordening voor landelijk gebied
Het college van Noordoostpolder stelt de gemeenteraad voor om een beheersverordening op te stellen voor het landelijk gebied van Noordoostpolder. De beheersverordening zorgt dat de regels van het huidige bestemmingsplan landelijk gebied uit 2004 van kracht blijven. De planning is om de
beheersverordening in april 2016 vast te stellen. De gemeenteraad bespreekt het voorstel in februari.
Het maken van een bestemmingsplan voor het landelijke gebied van Noordoostpolder loopt al geruime tijd tegen de stikstofproblematiek aan. Het is niet mogelijk om een (op het gebied van stikstofuitstoot) ontwikkelingsgericht bestemmingsplan te realiseren, zonder dat dit plan sneuvelt bij de
Raad van State. Daarnaast is gebleken dat ook de PAS (programmatische aanpak stikstof) geen oplossing biedt voor generieke plannen, zoals een bestemmingsplan.
Wethouder Wiemer Haagsma: `Inmiddels gaat de tijd dringen, omdat het huidige bestemmingsplan uit 2004 komt, en wettelijk is bepaald dat een bestemmingsplan iedere 10 jaar moet worden geactualiseerd. Er kan dus niet langer gewacht worden op een (juridische) oplossing van de al jaren
voortdurende impasse rondom stikstof. Er is een aantal mogelijkheden verkend, samen met LTO Noord. Het college vindt het opstellen van een beheersverordening het beste alternatief. Maar wel alleen als tijdelijke oplossing.'
Ondertussen worden de ontwikkelingen goed in de gaten gehouden. Zodra een ontwikkelingsgericht ruimtelijk plan juridisch haalbaar wordt, zal de gemeente aan de slag gaan met een bestemmingsplan of omgevingsplan voor het landelijk gebied.
Het komt voor dat mensen plannen indienen die niet passen in het huidige bestemmingsplan landelijk gebied 2004 (en dus ook niet in de toekomstige beheersverordening). Het kan zijn dat die plannen wel passen in het beleid van de structuurvisie die in december 2013 is vastgesteld, omdat die meer
gericht is op ontwikkeling. Afhankelijk van het verzoek kan hieraan worden meegewerkt door het volgen van een afzonderlijke procedure. Haagsma: `Initiatiefnemers doen er goed aan contact op te nemen met de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente, om samen de mogelijkheden te
onderzoeken.'