Nog geen vlindervoorjaar
14 januari 2015
Nog geen vlindervoorjaar
Roesje overwinterend op een zolder (foto: Kars Veling)
Hoewel de temperatuur op sommige dagen flink hoger is dan normaal is er nog geen sprake van een vlindervoorjaar. Als er geen zon is kunnen dagvlinders niet actief zijn. Ze blijven gewoon in overwintering.
Wel zijn er nachtvlinders, die uiteraard zonder zon kunnen, maar ook deze worden nog niet veel gemeld. Vooral de combinatie van harde wind en regen zorgen ervoor dat er maar weinig nachtvlinders worden waargenomen. De meest gemelde soort is het roesje, maar deze waarnemingen zijn allemaal van
overwinterende exemplaren. Deze nachtvlinder kruipt weg op zolders en in schuurtjes en bunkers en gaat daar in winterslaap, net als de dagvlinders dagpauwoog en kleine vos. Maar er zijn ook nachtvlinders die gedurende de winter actief blijven. Vaak blijven ze verborgen als het echt vriest,
maar zodra de nachttemperatuur boven de 3-4 graden komt gaan ze gewoon weer te zien. De kleine wintervlinder is nu alweer vrijwel verdwenen, want deze is vooral in november en begin december veel aanwezig. Wel worden er nu nog grote wintervlinders gezien, vaak `s nachts bij lichtbronnen.
Drie soorten die nu op smeer te vinden zijn: v.l.n.r. zwartvlekwinteruiil, wachtervlinder & bosbesuil (foto's: Kars Veling)
Bosbesuil met de roltong in de stroop (foto: Kars Veling)
Behalve door licht zijn een aantal nachtvlinders ook te lokken met zoete stoffen. Een bekende methode van nachtvlinderaars is `stropen'. Er wordt in de schemering een mengsel van stroop, suiker en allerlei andere ingredienten (waaronder vaak ook alcoholica) op bomen gesmeerd en na een uur
worden deze plekken gecontroleerd. Een aantal nachtvlinders zijn hier gek op den deze worden regelmatig op het smeer gevonden. Een van de soorten die van half november tot ver in februari, het meest op smeer wordt gevonden is de zwartvlekwinteruil. Deze was tot een jaar of 10 geleden nog
schaars en vooral in Zuid-Nederland aanwezig, maar hij breidt zich uit en inmiddels is het een algemene soort geworden. Ook bosbesuil en wachtervlinder zijn nu al te vinden, maar de aantallen zullen de komende weken nog flink toenemen. Ze zitten naast of zelfs op de kleverige stroop, maar
plakken er nooit aan vast. Met hun roltong zuigen ze de zoetstof naar binnen. Soms zitten ze urenlang op dezelfde plek te drinken.