Klachten over jeugdbescherming en jeugdreclassering
Onder de nieuwe Jeugdwet zullen de organisaties belast met jeugdbescherming en jeugdreclassering (jb/jr) net als voorheen te maken krijgen met ouders die vinden dat ze niet correct of rechtvaardig zijn behandeld. Als certificerende instelling onderzoekt het Keurmerkinstituut wel hoe de
jb/jr-organisaties omgaan met klachten, maar het fungeert niet als beroepsinstantie voor individuele klagers.
Een jb/jr-organisatie die het wettelijk verplichte certificaat van het Keurmerkinstituut heeft ontvangen is o.a. beoordeeld op de wijze waarop klachten worden afgehandeld. Daarbij gaat het met name om de communicatie, de dossiervorming, de onpartijdige behandeling, en het implementeren van de
uitspraak. Het Keurmerkinstituut bemoeit zich niet met de inhoudelijke aspecten, ook al moet ons auditteam zich daar natuurlijk wel in verdiepen om de procesgang te kunnen beoordelen.
Een burger die vindt dat een gecertificeerde jb/jr-organisatie zijn/haar klacht niet correct heeft behandeld, kan het Keurmerkinstituut hierover informeren. Wij nemen dat signaal dan in elk geval mee bij de eerstvolgende audit. Gaat het om een spoedeisende zaak, dan informeren we de betrokken
inspectie, die - afhankelijk van de aard van de melding - contact kan opnemen met de jb/jr-organisatie. De Jeugdwet-inspecties en het Keurmerkinstituut hebben afspraken gemaakt om hierin samen te werken en informatie uit te wisselen.
Als blijkt dat een jb/jr-organisatie de procesgang rond klachten niet op orde heeft, zal het Keurmerkinstituut verbetering verlangen, en erop toezien dat het daadwerkelijk beter gaat. Lukt dit niet binnen een redelijke termijn, dan komt het certificaat in gevaar. Omdat dit gaat om
vertrouwelijke zaken, kan de klager slechts summier worden geinformeerd over het verloop en de uitkomst van het onderzoek.