Verpleegsters en artsen in een mondiale context
25.11.2014
"Hanna Wafula woont in een klein dorpje in Zambia. Ze is 50 jaar en leeft samen met haar man en vier kleinkinderen. Drie van haar zes kinderen zijn overleden: twee van hen al erg jong en een kind vorig jaar op dertigjarige leeftijd. Ze merkt dat de arts in het dichtstbijzijnde
gezondheidscentrum zelden aanwezig is. Ze heeft op de radio gehoord dat de overheid van plan is meer geld te besteden aan gezondheidszorg, maar daar heeft ze nog niets van gemerkt. Als ze naar het gezondheidscentrum gaat, is er absoluut geen garantie dat er een arts of verpleegster is om haar
te helpen. Het tekort aan zorgpersoneel heeft ernstige gevolgen voor Hanna's leven. Mocht ze medische zorg nodig hebben, dan is er waarschijnlijk niet eens een zorgverlener beschikbaar om haar of een van haar familieleden te behandelen.' (1)
Wereldwijd is een tekort aan 7,2 miljoen zorgwerkers (2). Vooral lage-inkomenslanden worden getroffen door het tekort aan zorgpersoneel (3). Er worden te weinig zorgverleners opgeleid en behouden voor het zorgsysteem; dit vanwege onvoldoende overheidsinvesteringen in gezondheidszorg en medisch
personeel. De migratie van zorgverleners leidt tot nog meer ongelijkheid en vormt een uitdaging voor alle landen. Vacatures in hoge-inkomenslanden zorgen ervoor dat gekwalificeerde zorgverleners wegtrekken uit lagere- en middeninkomenslanden. Een van de redenen is dat deze mensen vertrekken
naar `groenere weiden' - landen waar de salarissen en faciliteiten beter zijn. Een illustratief voorbeeld is Zambia, waar 57 procent van alle in het land opgeleide artsen nu in het buitenland werkt, voornamelijk in rijkere landen (4).
Als internationale werving niet op verantwoorde wijze wordt uitgevoerd, kan dat ernstige gevolgen hebben. Wanneer de broodnodige zorgverleners uit fragiele zorgsystemen worden geworven, kunnen die systemen ernstig verzwakt raken. Evenzeer geldt voor personen die in een onbekende omgeving gaan
werken dat zij kwetsbaar zijn voor verschillende vormen van uitbuiting als er geen passende maatregelen worden genomen. Allutis et.al. (2014) stellen dat deze crisis op het gebied van zorgpersoneel kan worden beschouwd als "een van de meest dringende wereldwijde gezondheidsproblemen van onze
tijd' (5). Als er niets verandert, zal het tekort aan zorgverleners wereldwijd opgelopen tot 12,9 miljoen in 2035 (6).
Afbeelding: Floor Adams
Europa is deels verantwoordelijk voor dit probleem: verschillende Europese landen halen gekwalificeerd zorgpersoneel uit het buitenland - een praktijk die onhoudbaar is, de ongelijkheid vergroot en zorgsystemen binnen en buiten Europa verder verzwakt. In deze context is het des te zorgelijker
dat in de vergrijzende samenlevingen van Europese landen het aantal personen dat langdurige zorg nodig heeft groeit, waardoor de vraag naar zorgverleners verder toeneemt. Volgens schattingen heeft Europa in 2020 een `a twee miljoen extra zorgverleners nodig (7). Mondialisering speelt ook op de
arbeidsmarkt een steeds sterkere rol, met als gevolg dat een stijgende vraag leidt tot meer migratie en mobiliteit van zorgpersoneel.
Er zijn passende maatregelen nodig om de tekorten aan zorgpersoneel overal ter wereld aan te pakken en te voorkomen. In mei 2010 hebben de lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een wereldwijde gedragscode aangenomen over de ethische werving van zorgverleners (8). Deze gedragscode
stimuleert landen om hun eigen (verwachte) tekort aan zorgpersoneel op een duurzame en verantwoorde manier op te lossen. Door deze gedragscode aan te nemen, zijn de lidstaten overeengekomen zelfvoorzienend te zijn wat betreft hun zorgpersoneelsbestand en verplichten ze zich ertoe te voorkomen
dat zorgsystemen in landen van herkomst ondermijnd worden door de internationale migratie van zorgpersoneel. Daarnaast roept de WHO gedragscode landen op om buitenlandse zorgwerkers eerlijk en gelijk te behandelen en honoreren. Door alle beginselen van de WHO gedragscode toe te passen, worden
landen minder afhankelijk van buitenlands zorgpersoneel - op mondiaal en Europees niveau betekent dit dat ze daardoor minder zorgprofessionals werven uit andere landen.
Ondanks deze gedragscode is er van politieke consensus over duurzaam beheer van het zorgpersoneelsbestand en de buitenlandse werving van zorgverleners op Europees niveau nog geen sprake. Er zijn sterke tegenstrijdige belangen en in veel landen hebben Europese bezuinigingsmaatregelen geleid tot
fors lagere uitgaven voor de gezondheidszorg, waardoor de uitvoering van beleid wordt belemmerd. Sommige landen hebben geprobeerd hun uitgaven terug te dringen door salarissen te verlagen of te bevriezen en door minder geld uit te trekken voor opleiding en behoud van zorgpersoneel. Deze
beleidsmaatregelen hebben echter geleid tot grotere loonverschillen binnen de Europese Unie (EU), met de groeiende mobiliteit van zorgwerkers tot gevolg.
Het is dan ook hoog tijd dat alle landen de beginselen van de WHO gedragscode in de praktijk brengen. Wemos doet een oproep aan alle betrokkenen om zich aan deze gedragscode te houden en pleit voor actie om een duurzaam zorgpersoneelbestand te realiseren en zorgsystemen te versterken. Wemos is
lid en cooerdinator van het Europese project Health workers for all and all for health workers (HW4ALL). Voor dit project werkt Wemos samen met maatschappelijke organisaties in acht Europese landen: Belgie, het Verenigd Koninkrijk, Italie, Duitsland, Polen, Roemenie, Spanje en Nederland. Het
project is opgezet om de verantwoorde werving van zorgpersoneel binnen en buiten de EU te bevorderen. De organisaties vragen aandacht voor de mondiale gevolgen van de migratie en mobiliteit van zorgwerkers.
Afbeelding: Floor Adams
Om ervoor te zorgen dat iedereen, overal ter wereld, toegang heeft tot zorgpersoneel, is het noodzakelijk dat verschillende ministeries en andere belanghebbenden (zoals zorgaanbieders) samenwerken aan een duurzame, toekomstgerichte oplossing. Noorwegen en Ierland zijn toonaangevende
voorbeelden wat betreft de uitvoering van de WHO gedragscode. Zij hebben een duurzaam nationaal gezondheidszorgplan ingevoerd en ervaren dat dit alleen kan worden bereikt in samenwerking met diverse ministeries. Voor Ierland vormt de WHO gedragscode een bijzondere uitdaging, aangezien er in
dit land relatief grote aantallen verpleegsters en artsen van buiten Europa werkzaam zijn. Noorwegen is een van de wegbereiders van de WHO gedragscode. Beide landen zijn begonnen met het instellen van een effectief registratiesysteem, zodat er tijdig gesignaleerd kan worden in welke gebieden
tekorten kunnen optreden. Ook wordt er extra aandacht besteed aan onderwijs en bijscholing, deels bedoeld om meer personeel voor de zorgsector te behouden. Tevens worden er stappen ondernomen om een carriere in de zorg aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door de lonen te verbeteren. In de
gevallen waar werving van zorgverleners uit andere landen de enige optie is, pakken Noorwegen en Ierland de ethische aspecten aan door bindende afspraken te maken met die landen. Daarnaast helpen Noorwegen en Ierland de landen van herkomst om hun zorgsystemen te versterken. Zo dragen ze bij
aan een duurzaam en eerlijk zorgpersoneelsbeleid op mondiaal niveau.
Niet alleen de bestemmingslanden, maar ook de EU kan een belangrijke bijdrage leveren aan eerlijke en duurzame oplossingen voor de zorgpersoneelscrisis. In 2006 verklaarde de EU dat "(they) (...) will strive to make migration a positive factor for development, through the promotion of concrete
measures aimed at reinforcing their contribution to poverty reduction, including facilitating remittances and limiting the `brain drain' of qualified people". (9) Om aan een gerichte oplossing voor de mondiale crisis in het zorgpersoneelsbestand te kunnen werken, is er echter meer samenhang
nodig tussen beleid op het gebied van migratie, gezondheid, ontwikkelingssamenwerking, handel, onderwijs, arbeid, belastingen en ander EU-beleid betreffende zorgpersoneel en migratie. Alleen dan kan de juiste context worden gecreeerd waarin de opbrengsten voor het Europese zorgpersoneel, de
rechten van de individuele zorgverlener en de zorgsystemen in landen van herkomst, binnen en buiten Europa, kunnen worden geoptimaliseerd en de kosten - op economisch, sociaal, menselijk en administratief vlak - tot een minimum kunnen worden beperkt.
Samen met de andere leden van de HW4ALL-alliantie pleit Wemos voor een duurzaam zorgpersoneelsbestand. Dat kan worden bereikt met langetermijninvesteringen in onderwijs en training, gekoppeld aan coherente planning en samenhangend beleid op lokaal, regionaal en nationaal niveau. De WHO
gedragscode dient hierbij als raamwerk te fungeren om de pan-regionale benadering van het zorgpersoneelsbestand te reguleren en om zorgsystemen te versterken - niet alleen in Europa, maar ook daarbuiten. Zo roepen we bijvoorbeeld de EU en haar lidstaten op om migrerende zorgverleners eerlijk
te behandelen en hun gelijke rechten te verlenen, en om ervoor te zorgen dat rechten op het gebied van sociale zekerheid en pensioenvoorziening volledig overdraagbaar zijn. Bovendien belichten wij, samen met andere partijen, de momenteel beperkte mogelijkheid voor Europese landen om
doeltreffende maatregelen te nemen om zorgpersoneel op te leiden, te behouden en te ondersteunen. Vanwege de bezuinigingsmaatregelen die momenteel aan veel van deze landen zijn opgelegd, is het voor hen erg lastig om een zorgpersoneelsbestand te realiseren dat aansluit bij de specifieke
omstandigheden in de verschillende landen (zoals vastgelegd in de WHO gedragscode).
Wij geloven dat iedereen op deze wereld toegang kan hebben tot gekwalificeerde zorgverleners. Een verantwoord en samenhangend beleid voor een duurzaam zorgpersoneelsbestand zal ertoe bijdragen dat er voor iedereen en overal voldoende zorgverleners beschikbaar zullen zijn. Dan zullen ook Hanna
en haar familieleden gezondheidszorg krijgen wanneer ze die nodig hebben. Daarom pleiten wij voor duurzame oplossingen voor het wereldwijde tekort aan zorgpersoneel!
Auteurs:
Linda Mans en Diana Hoeflake (Wemos)
Lees meer over de migratie en mobiliteit van zorgverleners en de activiteiten van de HW4ALL-alliantie.
-------------------
(1) http://www.wemos.nl/files/Documenten%20Informatief/Bestanden%20voor%20'Organisatie'/Bird's_Eye_View_2011-2015.pdf
(2) Wereldgezondheidsorganisatie (2014). A Universal Truth: No Health Without a Workforce. Geneve: WHO Press.
(3) Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara dragen meer dan 24 procent van de mondiale ziektelast, maar hebben toegang tot slechts drie procent van alle zorgverleners ter wereld. In Duitsland zijn er 34 artsen beschikbaar per 10.000 inwoners, terwijl landen als Zambia en Kenia moeten zien
te overleven met slechts een arts voor datzelfde aantal.
(4) Ferrinho, H. et.al. (2011). The human resource for health situation in Zambia: deficit and maldistribution. Human Resources for Health. 9: 30.
(5) Aluttis, C. (2014). The workforce for health in a globalized context - global shortages and international migration. Global Health Action 7: 23611.
(6) Wereldgezondheidsorganisatie (2014). A Universal Truth: No Health Without a Workforce. Geneve: WHO Press.
(7) Europese Unie (2012). Werkdocument van de Commissie inzake een actieplan voor zorgpersoneel in de EU. http://ec.europa.eu/dgs/health_consumer/docs/swd_ap_eu_healthcare_workforce_en.pdf
(8) Mondiale gedragscode van de WHO inzake de internationale werving van zorgverleners: http://www.healthworkers4all.eu/fileadmin/docs/nl/pdf_NedvertalingWHOcode.pdf
(9) Zie paragraaf 38 van de Europese Consensus inzake Ontwikkeling, OJ C 46/01, 24.02.2006."