Belg vindt dat nieuwe behandelingen vooral levenskwaliteit moeten ve..
Door Gudrun Briat
Gepubliceerd op 22/12/2014
In Belgie beslist de minister van Volksgezondheid of een nieuwe behandeling al dan niet wordt terugbetaald. Zij doet dat op basis van advies van experten in RIZIV-commissies. Deze adviezen zijn wetenschappelijk onderbouwd, en gebaseerd op veel verschillende criteria die tegen elkaar worden
afgewogen. Deze afweging zou rekening moeten houden met wat de Belgische burgers het belangrijkst vinden, maar tot vandaag werd hun mening hierover nooit grondig onderzocht. Op basis van een objectieve, wetenschappelijke enquete probeerde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
(KCE) deze te achterhalen. Uit de enquete bleek dat de Belg veel belang hecht aan het verbeteren van levenskwaliteit bij ziekte, meer dan aan het verlengen van de levensduur alleen. Bedoeling is dat de KCE-studie de beleidsmakers helpt bij het uitbouwen van een meer transparante procedure voor
het maken van toekomstige keuzes.
Het RIZIV adviseert, de minister beslist
Soms is het moeilijk te aanvaarden dat nieuwe geneesmiddelen of technologieen niet onmiddellijk worden terugbetaald door de ziekteverzekering. Door de economische situatie zijn de mogelijkheden tot terugbetaling echter gelimiteerd. Maar een beperkt budget is zeker nooit de enige reden. Ook
andere criteria spelen een rol bij de beslissingen tot terugbetaling, zoals de veiligheid en de werkzaamheid van de behandeling, of de mate waarin ze de levenskwaliteit of de levensverwachting van de patienten verbetert.
In Belgie worden deze beslissingen genomen volgens een vastomlijnde procedure. Experten in RIZIV-commissies bekijken de resultaten van wetenschappelijke studies en overleggen over de meerwaarde van het product voor patient en maatschappij. Op basis daarvan geven ze een advies aan de minister,
die de uiteindelijke beslissing neemt en er ook politieke verantwoording moet over afleggen.
Complexe procedure met moeilijke keuzes
Het KCE bestudeert al enkele jaren de procedure tot terugbetaling, met de bedoeling ze meer transparant te maken en haar maatschappelijke aanvaardbaarheid te verbeteren. De procedure is complex, want zoals reeds gezegd moeten de RIZIV-experten met zeer veel criteria rekening houden. Deze
criteria moeten tegenover elkaar worden afgewogen, want zo biedt bijvoorbeeld niet elke behandeling in dezelfde mate een verbetering van levenskwaliteit en levensverwachting.
Hoe de burger betrekken bij de beslissingen tot terugbetaling?
Bij het afwegen van de criteria en het maken van keuzes is het essentieel dat rekening wordt gehouden met de voorkeuren van de maatschappij en zijn burgers. Deze werden echter nooit op een systematische manier onderzocht. De beleidsmakers kunnen bij hun keuze alleen terugvallen op `wat zij
denken dat goed is voor de burger'.
De burgers rechtstreeks betrekken bij deze discussies is echter niet zo evident: wie gaat hen vertegenwoordigen? Hoe gaan we hen selecteren? Er moest dus een manier worden gevonden om hun mening mee te laten wegen bij de beslissingen tot terugbetaling. En dit moet op een objectieve manier
gebeuren, dus de voorkeur van de burgers moet bij alle beslissingen op een identieke manier meespelen, zonder dat emoties de bovenhand krijgen.
Mening van de burgers bepaalt gewicht van beslissingscriteria
De oplossing die het KCE nu voorstelt vormt een volgende stap in de gewenste hervorming van het globale beslissingsproces. Het KCE mat voor een aantal van de criteria waarop de RIZIV-experts zich baseren, het << gewicht >> dat de burgers aan elk criterium hechten. Deze gewichten werden bepaald
op basis van een grote enquete bij 4500 personen, die qua leeftijd en geslacht een representatief staal van de Belgische bevolking vormden. De door hen ingevulde vragenlijst werd met de grootste garanties op neutraliteit en wetenschappelijke nauwkeurigheid opgesteld.
Levenskwaliteit is belangrijkste criterium
Dankzij de enquete weten we nu welke criteria volgens de burgers het meest moeten doorwegen bij het maken van een keuze bij de terugbetaling. Het KCE vroeg aan de deelnemers voor welke soort van ziekte een betere behandeling dan de bestaande het meest nodig is. De deelnemers gaven bij hun
keuze de prioriteit aan ziekten met een sterke impact op de levenskwaliteit, vervolgens naar ziekten waarbij de huidige behandeling veel ongemak veroorzaakt en pas daarna kwam de impact van de ziekte op de levensverwachting. Concreet vonden de burgers dat de nood aan een betere behandeling
hoger is voor een ziekte die een heel slechte levenskwaliteit veroorzaakt maar die niet dodelijk is, dan bij een ziekte waarbij de levenskwaliteit relatief goed blijft, maar waaraan de patient wel eerder sterft.
Andere vragen gingen over de frequentie of de zeldzaamheid van een type aandoening, de overheidsuitgaven voor een ziekte, of de meerwaarde van een nieuwe behandeling tegenover een bestaande behandeling. Opmerkelijk was dat de ondervraagde burgers blijk gaven van een groot budgettair besef,
want ze hielden ook rekening met de kost van een ziekte voor de overheid (bv. behandelkosten, invaliditeitsuitkering, enz.).
Andere, meer delicate criteria, zoals de vraag of mensen die roken, te weinig bewegen, ongezond eten... zelf moeten opdraaien voor hun ziektekosten, werden in deze enquete niet onderzocht. Deze aspecten worden door de Koning Boudewijnstichting onderzocht, aan de hand van meer kwalitatieve
methoden.
Ondersteuning voor RIZIV bij toekomstige evaluaties
Waarvoor zal deze studie worden gebruikt? Het KCE stelt het RIZIV, op wiens verzoek de studie is gebeurd, voor om de resultaten van de studie te gebruiken bij de toekomstige evaluaties. Volgens een recente wet (7/2/14. - Wet houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de
gezondheidszorg) moet het RIZIV in het voorjaar van 2015 een lijst van aandoeningen met de hoogste therapeutische noden opmaken. Bij dit denkwerk kan het huidige rapport een nuttige ondersteuning bieden.
Het rapport reikt dus geen magische formule aan die alle problemen oplost. Bedoeling is immers niet de huidige besluitvorming rond de terugbetalingen in de ziekteverzekering te vervangen. Het gaat erom in deze besluitvorming informatie toe te voegen, namelijk over het gewicht dat de bevolking
hecht aan bepaalde voor- en nadelen van een nieuwe behandeling. Op die manier krijgt de uiteindelijke beslissing ook meer legitimiteit bij de burger-betaler.
Termen:
* KCE
* Politiek
* Volksgezondheid
* RIZIV
* terugbetaling geneesmiddelen
Bron
RSS
Logo of 'Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg' Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
Administratief Centrum Kruidtuin, Doorbuilding (10e verdieping)
Kruidtuinlaan 55
1000 Brussel
+32 2 287 33 88
http://kce.fgov.be
Contact
Gudrun BriatGudrun Briat
Verantwoordelijke communicatie en P&O
+32 2 287 33 54
+32 475 274 115
vCard downloaden