Aanstelling tot acoliet van Daan Huntjens en Eli Stok
Aanstelling tot acoliet van Daan Huntjens en Eli Stok 8-1-2015
Eli Stok (links) en Daan Huntjens (rechts). (Foto: P. van Mulken)
Dienstbaar willen zijn aan het altaar
Op zondag 4 januari ontvingen de priesterstudenten Daan Huntjens en Eli Stok de aanstelling tot acoliet. Zij ontvingen de aanstelling in de eucharistieviering, waarin ook aandacht was voor het afscheid van pastoor Wim Bakker als rector van Vronesteyn. Rector Bakker werd op 1 januari opgevolgd
door rector Broeders.
Bisschop Van den Hende sprak in de viering onder meer over de geschenken die de wijzen uit het Oosten meenamen voor het Kind Jezus (Matteues 2, 1-12). Hun kostbare geschenken zeggen iets over hun band met de Heer. En ze komen ook zichzelf als geschenk aanbieden. "Zo mogen ook wij onszelf als
geschenk aanbieden. Onze talenten en onze gaven, die we van de Heer hebben ontvangen," preekte de bisschop.
Dienstbaar aan het altaar
De bisschop sprak over de roeping van beide seminaristen op grond van het doopsel en dat ze zich ook geroepen weten tot het ambt van priester. Over de geschenken die zij aanbieden middels toeleg op de studie en de vorming en de liefde voor de Kerk en het evangelie. "En als je nu met heel je
hart zegt: `Ja, hier ben ik', betekent dat, dat je je geeft aan de Heer en als acoliet dienstbaar wil zijn aan het altaar, waar de Heer steeds opnieuw zich klein maakt om in de eucharistie bij ons te zijn. In het schamele brood en beetje wijn mogen wij met de ogen van het geloof het lichaam en
bloed van de Heer zien."
Voorbereiding en toewijding
Na afloop van de viering vertelt Eli: "De aanstelling tot acoliet houdt concreet in dat je in de liturgie bepaalde taken verricht, zoals het klaarmaken van het altaar, en communie uitreikt en ook rondbrengt bij mensen die ziek zijn. De aanstelling heeft ook een geestelijke dimensie: dat je je
nog meer toewijdt aan de Heer en aan de mensen die het nodig hebben, de zieken en de zwakken."
Daan vertelt over de voorbereiding op de aanstelling. Die was zowel praktisch, een instructie voor het purificeren (reinigen) van het liturgisch vaatwerk, als geestelijk. "Vanwege de band van de aanstelling met het sacrament van de eucharistie, heb ik de afgelopen dagen wat meer tijd
doorgebracht bij de Heer in het sacrament, in de aanbidding. Om mezelf weer te verwonderen en te danken over precies die kleinheid van Christus, waar de bisschop het over had in zijn preek. Zeker in deze kerstdagen."
Lector en acoliet
De aanstelling tot acoliet ging vooraf door de aanstelling tot lector. Hoe hangen deze twee aanstellingen met elkaar samen? Daan: "Het Tweede Vaticaans Concilie spreekt over de twee tafels in de eucharistie: de tafel van het woord en de tafel van het lichaam en bloed. Zoals de dienst van het
woord in de liturgie ons voorbereidt op de ontmoeting met de Heer in het sacrament, gaat de aanstelling tot lector vooraf aan de aanstelling tot acoliet." Eli: "De aanstelling is een stapje dichter naar het altaar, zoals de bisschop zei in zijn preek. Het woord spoort ons aan, nodigt ook uit
om stil te staan bij waar het om gaat in het geloof. En vervolgens is het de dienst van het altaar die kracht geeft om in de praktijk te brengen wat we hebben gehoord."
Een stap naar het altaar
In de eucharistie maakt de Heer zich steeds opnieuw klein om bij ons te zijn. Eli: "Ik vind de tekst mooi van Johannes de Doper die zegt: `Hij moet groter worden en ik kleiner'. En in dat kleiner worden is Christus ons voorgegaan. Afgelopen semester is het in de studie nog gegaan over het
instrument zijn, jezelf volledig beschikbaar stellen, maar jezelf niet op de voorgrond plaatsen. Het gaat erom dat je als het ware transparant bent, dat mensen aan je kunnen zien wat je wil overbrengen, dat God mens is geworden en dat dat gevolg heeft voor hoe je naar mensen kijkt en omgaat."
Daan: "In de preek ging het naar aanleiding van de tweede lezing (Ef. 3, 2-3a.5-6) ook over mede-erfgenamen zijn. Paulus bedoelt met die erfenis een echte rijkdom, de rijkdom van Gods liefde voor ons. Wat Johannes in de proloog van zijn evangelie aangeeft: genade op genade, eucharistie op
eucharistie. God blijft zich schenken, blijft zijn liefde schenken. Dat heb ik ervaren als enorme bron van vreugde. Vanaf een jaar voordat ik naar het seminarie ging, ben ik elke dag naar de mis gegaan. Dat is zo'n constante factor van vreugde geworden, dat je steeds meer verlangt om die
genade op genade door te geven. Daarin is zo'n stap vandaag, de aanstelling tot acoliet, een prachtige bemoediging."
(Foto's: P. van Mulken)