Didier Reynders pleit voor vrijheid van media en veiligheid van jour..
Datum: 02 november 2014
Vandaag is het de eerste Internationale Dag van de Verenigde Naties tegen straffeloosheid voor misdaden tegen journalisten*. Vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders herhaalt dat de Belgische regering zich inzet voor vrijheid van meningsuiting en voor persvrijheid online
en offline. Vrijheid voor de media en journalisten die veilig hun beroep kunnen uitoefenen, zijn een hoeksteen van onze democratische samenleving, onze rechtstaat, vrede en stabiliteit. Journalisten dragen door hun werk als waarnemers bij tot de fundamentele waarden in onze democratie. Burgers
hebben ook ongehinderde informatie nodig om in een democratie mee te kunnen beslissen. Spijtig genoeg wordt de kritische rol van journalisten en media nog te vaak door intimidatie en geweld ondermijnd. Soms betalen journalisten hun werk zelfs met hun leven.
Didier Reynders roept overheden op om stappen te zetten om al wie misdaden tegen journalisten pleegt op te sporen en te vervolgen. Het afgelopen jaar heeft de Belgische diplomatie initiatieven genomen voor de bescherming van journalisten in Somalie, in Syrie en in andere landen van de wereld
waar het voor de media moeilijk werken is. De afgelopen week heeft de Belgische delegatie in de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Geneve een lans gebroken voor persvrijheid in twee landen die daar hun mensenrechtenbalans kwamen voorleggen aan de internationale gemeenschap.
Voor de minister is het belangrijk dat Belgie en de EU blijven pleiten voor vrijheid van media en veiligheid van journalisten in bilaterale contacten, in een Europese en wereldwijde context, en in regionale en multilaterale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Organisatie voor Veiligheid
en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa. Van die laatste organisatie zal ons land vanaf 13 november het voorzitterschap waarnemen. Ook daarzal Belgie aandacht hebben voor persvrijheid en veiligheid van journalisten.
* AVVN-resolutie A/RES/68/163