De Sanctiewet: de financiele sector als poortwachter


De oplopende politieke spanningen rond het conflict in Oekraine en de vliegramp met vlucht MH17 hebben ertoe geleid dat de Europese Unie en de Verenigde Staten sancties hebben afgekondigd tegen personen en entiteiten die betrokken zijn bij dit conflict. De financiele sector heeft een
belangrijke functie als poortwachter bij de uitvoering van die sancties. Dit DNBulletin schetst de achtergronden bij de sancties en de rol van de Nederlandse financiele sector bij de uitvoering daarvan.

De afgelopen weken heeft de Europese Unie sancties afgekondigd tegen ruim honderd personen en entiteiten die betrokken zijn bij het conflict. Daarnaast zijn er restricties opgelegd aan financiele transacties met Russische staatsbanken en gelden er voor enkele sectoren handelsbeperkingen. De
afgelopen jaren zijn er overigens vaker sancties opgelegd tegen personen, entiteiten en landen wereldwijd. Deze sancties kregen niet altijd veel aandacht: naast sancties tegen terroristen en hun organisaties, ging het in eerdere gevallen bijvoorbeeld om sancties die de handel in bepaalde
goederen tegengaan of sancties die waren gericht op personen uit conflictgebieden op het Afrikaanse continent, of tegen dictatoriale regimes.

Sanctiemaatregelen

Sancties zijn politieke instrumenten in het buitenland- en veiligheidsbeleid van de Europese Unie. Het zijn dwingende instrumenten die worden ingezet als reactie op schendingen van het internationaal recht of de mensenrechten of om verandering te brengen in beleid wanneer wettelijke of
democratische beginselen niet worden nageleefd.

Sancties vormen ook een belangrijk wapen in de strijd tegen terrorisme. Door de tegoeden van terroristen te bevriezen wordt het weliswaar niet onmogelijk om terroristische aanslagen voor te bereiden en uit te voeren, het wordt wel moeilijker.

De meest voorkomende sancties zijn wapenembargo's en handelsrestricties, reis- en visumrestricties en financiele sancties. Er zijn grofweg twee soorten financiele sancties te onderscheiden: een gebod tot het bevriezen van tegoeden en ander financieel bezit, en een verbod op het verlenen van
financiele diensten. Het gaat dan om betalingsverkeer, handelsfinanciering, (transport)verzekeringen, maar ook de directievoering over doelvennootschappen door trustkantoren.

Hoe controleren financiele instellingen de naleving?

Sancties moeten door iedereen worden nageleefd en dus ook door financiele instellingen. Het niet naleven van sancties is een economisch delict. Financiele instellingen fungeren als poortwachter om ongewenste elementen in ons financiele stelsel waar nodig te identificeren, te weren en
ongewenste transacties tegen te gaan. Op basis van integriteits-, anti-terrorisme- en anti-witwas-wetgeving wordt van financiele instellingen verwacht dat zij hun klant kennen.

Als een nieuwe of gewijzigde sanctieregeling wordt uitgevaardigd, moeten financiele instellingen nagaan of zij de in de sanctieregeling opgenomen personen, bedrijven of entiteiten als relatie hebben. Daarnaast moeten ze nagaan of ze met hun dienstverlening in potentie ongeoorloofde transacties
mede uitvoeren of faciliteren. Aan dat soort transacties mag geen medewerking meer worden verleend. Als daarvan sprake is moet een financiele onderneming direct actie ondernemen. Wat een financiele onderneming precies moet doen hangt af van de aard van de dienstverlening door de financiele
instelling en de bepalingen in de sanctieregeling. Hierbij kan gedacht worden aan het verplicht bevriezen van een tegoed op een bankrekening, het blokkeren van een verzekerings- of pensioenpolis of het beeindigen van een (handels)krediet. De financiele instelling moet DNB onmiddellijk
informeren over bijvoorbeeld een bevriezing.

Financiele instellingen kunnen zich niet beperken tot een check op de gepubliceerde namen op de sanctielijst, maar moeten er alles aan doen om te doorgronden wie de uiteindelijke zeggenschap heeft bij een klant. Deze zogenoemde UBO (`ultimate beneficial owner') kan zich bijvoorbeeld
verschuilen achter ondernemingen, stichtingen of personen. Het is dus zaak dat financiele instellingen te allen tijde weten wie hun daadwerkelijke klant is. Dit is ook verplicht gesteld in wetgeving. Daarnaast zullen financiele instellingen de financiele relaties van hun klant in hun onderzoek
moeten betrekken en moeten nagaan of die wellicht voorkomen op een sanctielijst. Dit alles om te voorkomen dat een financiele instelling op welke manier dan ook meewerkt aan verboden transacties.

Toezicht op de naleving van de Sanctiewet

DNB en AFM houden in de financiele sector toezicht op de naleving van de sancties. Zij kijken naar de effectiviteit van procedures en maatregelen van financiele instellingen die zijn gericht op de naleving van de sancties. Bij overtreding kunnen zij een last onder dwangsom of een bestuurlijke
boete aan een instelling opleggen. Ook kunnen ze strafrechtelijk aangifte doen. Ontvangen meldingen worden door DNB en AFM beoordeeld. Als er sprake is van een (voorgenomen) transactie die in strijd is met de sancties, dan sturen zij de melding daarvan door aan het ministerie van Financien.
Ook zal er, indien nodig, aanvullend onderzoek worden verricht naar de melding.