Stand van zaken vliegramp MH17

Download "Stand van zaken vliegramp MH17"

Brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en Veiligheid en Justitie, mede namens de minister-president, om de kamer te informeren over de nasleep van de ramp met Malaysia Airlines vlucht MH17.

PDF document | 6 pagina's | 168 kB

Kamerstuk: Kamerbrief | 01-08-2014

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Bureau Secretaris-Generaal
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Postbus 20061
Nederland
www.rijksoverheid.nl
Onze Referentie
BSG-029/14
Datum 1 augustus 2014
Betreft Stand van zaken vliegramp MH17
Hierbij bieden wij u, mede namens de minister-president en in overeenstemming
met de toezegging om uw Kamer regelmatig te informeren over de nasleep van de
ramp met Malaysia Airlines vlucht MH17, nadere informatie aan over de stand van
zaken.
De eerste prioriteit van het kabinet is steeds geweest het terugbrengen van de
slachtoffers en hun bezittingen. Daar zijn nog altijd alle acties met voorrang op
gericht. Het tweede spoor van het kabinet is het onderzoek door de
Onderzoeksraad voor de Veiligheid, in internationale samenwerking, naar de
feitelijke toedracht van de ramp. Als derde prioriteit is parallel het internationale
strafrechtelijke onderzoek gestart, waarin het Nederlandse Openbaar Ministerie
het voortouw neemt. De inhoud van de brief volgt deze prioritering.
Consulaire aspecten en nabestaandenzorg
Het noodnummer van het ministerie van Buitenlandse Zaken (070-3487770) blijft
voorlopig beschikbaar. Er komen nog steeds vragen binnen die door het ministerie
worden beantwoord. Het aantal Nederlandse slachtoffers is sinds het Algemeen
Overleg van 29 juli opgelopen tot 196 nadat van een aantal personen die op een
buitenlands paspoort reisden, werd geconstateerd dat zij ook de Nederlandse
nationaliteit hadden.
Onder andere familierechercheurs bieden niet aflatende zorg aan de
nabestaanden. Zij houden hen zo goed mogelijk op de hoogte en zijn de
intermediair tussen het LTFO en de nabestaanden gedurende het gehele
identificatieproces.
Veel landen hebben bij de ramp burgers verloren. Voor de ambassades van die
landen vindt momenteel wekelijks een bijeenkomst plaats om ze te informeren
over de laatste stand van zaken met betrekking tot de identificatie en repatriëring
naar het land van herkomst. De ambassades en de bij het identificatieteam
bekende nabestaanden worden nauw bij het identificatieproces betrokken en met
hen zijn eensluidende afspraken gemaakt over het proces van identificatie tot en
met repatriëring. Ambassades krijgen daarin ondersteuning vanuit
verantwoordelijke instanties in Nederland.
Pagina 1 van 6
De Nederlandse overheid identificeert de slachtoffers, maar verleent geen
nabestaandenzorg namens andere overheden. Deze verantwoordelijkheid ligt bij
de consulaire afdelingen van betrokken landen en mogelijk de liaisons naar de
nabestaanden die zij hiervoor hebben ingezet. Wel is de toezegging gedaan dat de
verantwoordelijke onderzoeker, de betrokken ambassade en de familierechercheur
nauw samenwerken. Een goede afstemming is speciaal van belang als het
slachtoffer meerdere nationaliteiten had. De wensen en behoeften van de
nabestaanden, buitenlands en Nederlands, staan bij de zorgverlening voorop en
zij blijven bijstand ontvangen van familierechercheurs en Slachtofferhulp. Met de
nabestaanden zal worden overlegd over de mogelijkheid om een nationale
herdenkingsbijeenkomst te houden.
Bureau Secretaris-Generaal
Onze Referentie
BSG-029/14
Identificatieproces in Nederland
Het identificatieproces verloopt tot op heden goed. Het tweede slachtoffer van de
ramp met vlucht MH17 is geïdentificeerd. Het gaat om een persoon met de
Nederlandse nationaliteit. De nabestaanden en de burgemeester van de
woonplaats van de overledene zijn hierover geïnformeerd.
Op donderdag 31 juli 2014 zijn persoonlijke bezittingen en DNA materiaal uit het
mortuarium in Donetsk overgedragen aan vertegenwoordigers van de
repatrieringsmissie. Het materiaal zal zo spoedig mogelijk via Kharkiv naar
Nederland worden overgebracht.
Door de politie worden 207 mensen ingezet voor het identificatieproces. De
volgende landen zijn de politie op dit moment behulpzaam bij het post mortem
onderzoek te Hilversum: Australië, Nieuw-Zeeland, Verenigd-Koninkrijk,
Duitsland, België, Maleisië, Brazilië (waarnemer), Zuid Afrika en Verenigde Staten.
Zij leveren op dit moment 96 mensen voor het identificatieproces. Vanaf 28 juli is
de kazerne in Hilversum als Plaats Delict aangewezen. Dit beschermt het
identificatie proces tegen contaminatie risico’s en zorgt ervoor dat de continuïteit
van het proces geborgd blijft. Over het aantal geïdentificeerde slachtoffers wordt
niet eerder gecommuniceerd dan dat de nabestaanden en de burgemeester van
betreffende woonplaats zijn geïnformeerd. Het Nationaal Kernteam
Crisiscommunicatie communiceert wekelijks over het aantal identificaties.
Repatrieringsmissie: veiligheidsbeeld
De situatie in Oost-Oekraïne is fluïde en onoverzichtelijk. De Oekraïense
veiligheidsdiensten en militairen voeren in Oost-Oekraïne, en ook in de directe
omgeving van de rampplek, een militaire operatie uit. Voortgang of intensivering
van deze operatie kan een geheel eigen dynamiek creëren met escalatie van de
veiligheidssituatie als gevolg. Deze dynamiek ontstaat vooral doordat enerzijds de
controle vanuit de Pro-Russische separatisten over de verschillende gewapende
groeperingen twijfelachtig is en anderzijds de Oekraïense strijdkrachten het
momentum van de militaire operatie willen behouden. Ondanks het staakt-het-
vuren is hierdoor sprake van gevechtshandelingen in de directe omgeving van de
rampplek. Mede als gevolg van bovenstaande is er sprake van een significante
dreiging tegen de uitvoering van de missie en personeel in het gebied. De
veiligheidssituatie wordt interdepartementaal nauw gemonitord waarbij Defensie
een leidende en coördinerende rol heeft. De commandant ter plaatse beoordeelt
onafgebroken de veiligheid in het gebied. Hij maakt daarbij onder andere gebruik
van informatie van de OVSE Special Monitoring Mission in Oost-Oekraine.
Repatrieringsmissie: actuele situatie
Samen met de OVSE-vertegenwoordigers is een aantal malen geprobeerd de
rampplek te bezoeken. Op donderdag 31 juli is wederom een verkenning vanuit
Donetsk uitgevoerd. Het verkenningsteam bestaande uit OVSE-
Pagina 2 van 6
vertegenwoordigers, Australische en Nederlandse missieleden heeft toen de
rampplek bereikt. Gedurende een uur is het verkenningsteam op de rampplek
aanwezig geweest. Op 1 augustus is opnieuw de rampplek bereikt. Het betrof nu
een groter team van ongeveer 60 Australiers en Nederlanders, samen met OVSE-
vertegenwoordigers. In dit team zijn ook forensische experts aanwezig die de
rampplek onderzoeken.
Bureau Secretaris-Generaal
Onze Referentie
BSG-029/14
Op 1 augustus is gestart met het gedeeltelijk herpositioneren van teamleden en
materiaal van de missie in Oekraïne. De hoofdbasis, de zogenaamde Main
Operating Base (MOB), blijft in Kharkiv. De MOB fungeert als draaischuif van
materiaal en personeel van en naar Nederland. Kharkiv ligt op circa 290 kilometer
van de rampplek. Om de reistijd van Kharkiv naar de rampplek te verkorten wordt
momenteel een vooruitgeschoven basis, een zogenaamde Forward Operating Base
(FOB), ingericht in de plaats Soledar. Er blijft een liaison-cel bij de OVSE in
Donetsk. De FOB ligt circa 90 kilometer van de rampplek. Vanuit deze FOB zullen
de zoekploegen van en naar de rampplek verplaatsen. In de FOB heeft zich ook de
operationele commandant met zijn personeel vanuit Donetsk gevoegd. Indien
stoffelijke overschotten en persoonlijke spullen op de rampplek worden geborgen
dan zullen die met gekoeld transport vervoerd worden van de rampplek via de
FOB naar de MOB. Vanuit Kharkiv volgt dan luchttransport naar Eindhoven en
vervolgens naar Hilversum.
Repatrieringsmissie: personele samenstelling
Momenteel heeft Nederland 82 politiemensen ingebracht, waaronder forensische
experts en hondengeleiders met honden. Zij richten zich met name op het
forensisch onderzoek. De KMar heeft momenteel 98 personen in het missiegebied.
Dit personeel richt zich op het zoeken en bergen op de rampplek en draagt
zonodig zorg voor beveiliging en bewaking. Aanvullend heeft Defensie nog 92
personen ingebracht die de repatriëringsmissie ondersteunen. Hun taak richt zich
vooral op de medische en logistieke aspecten van deze missie. In het
missiegebied zijn momenteel 139 Australische politiemensen aanwezig. De
capaciteit kan naar behoefte en indien de veiligheidssituatie het toelaat stap voor
stap worden versterkt. Australië kan het aantal eveneens verder verhogen.
Repatrieringsmissie: medische voorzieningen
Een zogeheten Role 1 medische voorziening is in het missiegebied om de missie
medisch te ondersteunen. De Role 1 bestaat uit een arts, verpleegkundig en
ondersteunend personeel en beschikt over twee ambulances. Hiermee kan
eerstelijns zorg worden verstrekt en kunnen patiënten worden gestabiliseerd en
vervoerd naar een ziekenhuis. Met het verplaatsen van de FOB van Donetsk naar
Soledar heeft de Role 1 zich ook verplaatst. Primair wordt teruggevallen op lokale
ziekenhuizen. Omdat nog niet is zeker gesteld dat dit te allen tijde kan, wordt ook
een Role 2 veldhospitaal van Defensie naar Kharkiv overgebracht. Een Nederlands
en een Australisch chirurgisch team zijn daarmee in staat, indien
nodig, chirurgische handelingen te verrichten. Dankzij twee ingedeelde intensive
care ambulances kunnen ook patiënten die IC-zorg nodig hebben, worden
vervoerd. Via Kharkiv, waar een Casualty Staging Unit wordt geplaatst kunnen
eventuele gewonden naar Nederland worden gevlogen. Hiervoor zijn Australische
en Nederlandse AEROMEDEVAC-teams beschikbaar. Met het Verbond van
Verzekeraars en een grote Nederlandse verzekeringsmaatschappij zijn inmiddels
afspraken gemaakt over aanvullende verzekeringen voor de ingezette
Nederlandse functionarissen.
Repatrieringsmissie: handvuurwapens
Pagina 3 van 6
Het Nederlandse en het Australische personeel ter plaatse draagt op dit moment
geen handvuurwapens. Mocht deze situatie veranderen en op enig moment alsnog
voor bewapening worden gekozen, dan zal uw Kamer daarover worden
geïnformeerd, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 29 juli 2014.
Bureau Secretaris-Generaal
Onze Referentie
BSG-029/14
Repatrieringsmissie: media
In het Algemeen Overleg met uw Kamer is nadere informatie toegezegd over de
wijze waarop de missie de pers faciliteert in het gebied. Het kabinet hecht eraan
dat media ook direct verslag kunnen doen van de situatie in het rampgebied. Een
door journalisten gevormd actueel en onafhankelijk beeld is van grote waarde,
niet in de laatste plaats voor het uitvoeren van de missie.
De afspraken met de Oekraiense overheid en andere internationale organisaties
die het werk van de missie in het gebied mogelijk moeten maken, gelden ook voor
media die zich bij verplaatsingen van de missie aansluiten. Veiligheidsgaranties
zijn echter niet te geven en vertegenwoordigers van de media blijven te allen tijde
verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid.
Repatrieringsmissie: duur
Naarmate het einde van de voorgenomen termijn van drie weken nadert, en
afhankelijk van de ontwikkelingen, zal de noodzaak worden bezien van eventuele
vervolgstappen.
Onderzoek naar toedracht (technisch onderzoek)
Het internationale onderzoeksteam, dat onder leiding staat van de
Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV), is op diverse plaatsen bezig met zijn
onderzoek naar de toedracht van de ramp. Op 18 juli 2014 is de OvV door de
Oekraïense onderzoeksraad NBAAI formeel op de hoogte gebracht van de
vliegramp, waarbij het verzoek werd gedaan om deel te nemen aan het
internationaal onderzoek. Op basis van een bijlage bij het Verdrag inzake de
Internationale Burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago) is het land waar het
vliegtuig is neergestort verantwoordelijk voor het onderzoek naar de toedracht.
Het kan echter het gehele onderzoek of delen ervan delegeren aan een ander
land. Nu Oekraïne de verantwoordelijkheid voor het onderzoek aan Nederland
heeft overgedragen, heeft de OvV het onderzoek overgenomen. Naast onderzoek
naar de toedracht doet de OvV twee aanvullende onderzoeken ten aanzien van de
vliegroute en passagierslijst. De OvV zal zo snel als mogelijk het onderzoek
afronden. Als meer bekend is over tussentijdse rapportages zullen wij uw Kamer
daarover berichten. Zoals u al op 29 juli 2014 is gemeld in onze beantwoording op
het VKC-verzoek over de tijdplanning voor het onderzoek door de Onderzoeksraad
voor Veiligheid, is de OvV als onafhankelijke organisatie, binnen de
randvoorwaarden van de internationale regelgeving, zelf verantwoordelijk voor de
planning.
Strafrechtelijk onderzoek
Het onderzoek naar de toedracht van de vliegramp met vlucht MH17 is zeer
complex. Dat geldt ook voor het strafrechtelijk onderzoek, mede vanwege de
omvang van de plaatsen delict in Oekraïne en de gewapende strijd die daar
gaande is. Daarnaast is grootschalig forensisch onderzoek op verschillende
plaatsen noodzakelijk. Meerdere landen zijn een onderzoek gestart, wat nauwe
internationale afstemming vergt. Het strafrechtelijk onderzoek zal door de
complexiteit, omvang en internationale dimensie geruime tijd in beslag gaan
nemen.
Pagina 4 van 6
Door samen te werken kan worden voorkomen dat belangrijke informatie buiten
het onderzoek blijft. In dat kader vond op maandag 28 juli 2014, op initiatief van
Nederland, bij Eurojust een coördinerende bijeenkomst plaats met de twaalf
landen die door de vliegramp met vlucht MH17 zijn getroffen. Bij de bespreking
waren ook Europol en Interpol aanwezig. Alle betrokken landen toonden zich
bereid tot optimale samenwerking in de opsporing en bewijsgaring. Nederland
neemt hierin de leiding. Een aantal landen dat reeds een strafrechtelijk onderzoek
had gestart is is voornemens samen te gaan werken in een Joint Investigation
Team (JIT).
Bureau Secretaris-Generaal
Onze Referentie
BSG-029/14
Verder is binnen het strafrechtelijk onderzoek een zogenaamde uploadserver op
internet beschikbaar gesteld, waar beeldmateriaal op gezet kan worden dat van
belang kan zijn voor het onderzoek. Van deze mogelijkheid wordt veel gebruik
gemaakt. Het geüploade beeldmateriaal wordt bekeken en betrokken bij de
inmiddels verzamelde informatie binnen het strafrechtelijk onderzoek.
Gedegen strafrechtelijk onderzoek zal moeten leiden tot het identificeren van de
daders en het verkrijgen van voldoende bewijs voor hun vervolging en berechting.
Welke strafbare feiten dan ten laste zullen worden gelegd valt in dit stadium nog
niet te zeggen, maar het Wetboek van Strafrecht en de Wet Internationale
Misdrijven bieden hiertoe voldoende mogelijkheden. Het gaat nu evenwel in de
eerste plaats om het achterhalen van de feitelijke toedracht, en pas daarna om de
juridische waardering ervan. De vraag wie uiteindelijk de berechting ter hand zal
nemen, valt op dit moment nog niet te beantwoorden. Dat zal moeten blijken na
een zorgvuldige vaststelling en afweging van feiten, belangen, en mogelijkheden.
Ik wil daarbij op voorhand geen enkele mogelijkheid, die in het belang van het
vinden van gerechtigheid voor nabestaanden en slachtoffers is, uitsluiten.
Internationale contacten en inspanningen
Ook na de Kamerbrief van 23 juli jl. is door de minister-president en de minister
van Buitenlandse Zaken veelvuldig contact geweest met internationale partners.
De minister-president ontving op 31 juli zijn Maleisische ambtgenoot en sprak met
hem over de nasleep van de ramp. Zij spraken ook over het gezamenlijke belang
om de slachtoffers zo snel mogelijk terug te brengen en de situatie in Oekraïne.
Premier Razak legde bloemen bij de Korporaal van Oudheusdenkazerne. Hij liet
zich vervolgens informeren over de werkwijze en vorderingen van de identificatie
en sprak met de 24 Maleisische experts die deel uitmaken van het
identificatieteam.
Minister Timmermans werkt nauw samen met zijn Australische collega en sprak
onder andere collega-ministers van Buitenlandse Zaken, de voorzitter van de
OVSE en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU. Op zondag 27 en maandag 28
juli bezocht de minister van Buitenlandse Zaken Kiev. Hij sprak daar met
president Porosjenko en ondertekende met waarnemend premier Groysman een
verdrag dat een formele basis biedt voor de aanwezigheid van bewapend
personeel van staten met onderdanen aan boord van vlucht MH17 op Oekraïens
grondgebied. Op basis van het verdrag zou het personeel kunnen worden
uitgerust met persoonlijke bewapening. De tekst van het verdrag tussen
Nederland en Oekraïne, alsmede een toelichting op het verdrag, zijn op 29 juli jl.
aan uw Kamer aangeboden. Het verdrag werd op donderdag 31 juli door het
Oekraïense parlement met unanimiteit goedgekeurd.
Nederland blijft ook de komende periode veelvuldig en op hoog niveau contact
houden met de relevante internationale spelers.
De woordvoerder van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gaf op 30
juli een verklaring uit waarin de SG zijn afkeuring uitsprak over het feit dat de
Pagina 5 van 6
forensische experts en internationale onderzoekers belemmeringen ondervinden
bij het toegang krijgen tot de rampplek. De SG riep alle partijen uit om tot een
onmiddellijk staakt-het-vuren te komen zodat volledige toegang mogelijk wordt.
Vandaag wordt de VN-Veiligheidsraad schriftelijk geïnformeerd over Nederlandse
en internationale inspanningen in het kader van de implementatie van VN-
Veiligheidsraadsresolutie 2166 van 21 juli 2014. Daarin worden tevens de het
verdrag en het MoU tussen Nederland en Oekraïne toegelicht.
Bureau Secretaris-Generaal
Onze Referentie
BSG-029/14
De leiders van de G-7 gaven op 30 juli een verklaring uit waarin een onmiddellijk,
omvattend, onbelemmerd en transparant internationaal onderzoek naar de ramp
wordt geëist. Ook de G-7 riepen op tot een staakt-het-vuren zoals geëist in VN-
Veiligheidsraadsresolutie 2166, opdat de onderzoekers hun werkzaamheden
kunnen aanvangen.
EU sanctiepakketten
Op 28 juli jl. werden aanvullende handels- en investeringsrestricties t.a.v. de Krim
en Sevastopol overeengekomen. Ook werd de lijst met personen en entiteiten
uitgebreid tegen wie beperkende maatregelen van kracht zijn. Beide besluiten zijn
op 31 juli in werking getreden. Op 29 juli nam de EU sectorale maatregelen tegen
Rusland aan. Deze treden op 1 augustus in werking. Het kabinet zal uw Kamer op
korte termijn nader berichten over de inhoud van dit sanctiepakket en de
appreciatie van het kabinet.
De voortgaande bergingswerkzaamheden, identificatie van de slachtoffers, zorg
voor nabestaanden en onderzoeken naar oorzaken en schuldigen zijn de hoogste
prioriteit voor het kabinet, nu en in de toekomst.
De Minister van Buitenlandse De Minister van Defensie,
Zaken, 
Frans Timmermans J.A. Hennis-Plasschaert
De Minister van Veiligheid en Justitie
I.W. Opstelten
Pagina 6 van 6
Zie het origineel.