Bijeenkomst Profiel provincies: Over grenzen heen
Bijeenkomst Profiel provincies: Over grenzen heen
14 april 2014
Ank Bijleveld: Provincies staan er nog altijd niet goed op. De op zich goede boodschap is te subtiel. Dat geeft voeding aan het populistische: `schaf maar af, die provincies'. Het geeft ook voeding aan voortdurende structuurdiscussies, terwijl we daar beter niet de energie aan kunnen verspillen. Als het gaat om de versterking van het ruimtelijk-economisch profiel moet bijvoorbeeld veel duidelijker worden hoe de provincie de regionale economie stimuleert, door bedrijven aan te trekken en banen te creeren. Eis je rol op, predik wat provincies praktiseren, waarmee ze al jaren hun meerwaarde bewijzen. Sluit daarbij zo goed mogelijk aan bij de maatschappelijke opgaven en de maatschappelijke werkelijkheid. Weet aan welke knoppen je moet draaien om zaken voor elkaar te krijgen, laat soms ook je tanden zien. Leer van kritiek en destilleer je meerwaarde uit de praktijk. Werk naast een helder profiel aan zichtbaarheid. Durf wat meer risico's te nemen en naast `zwemmen zonder spatten' ook eens `een bommetje te maken' als dat moet!
Casus 1: Transitie Jeugdzorg, provincie Utrecht Als gevolg van decentralisatie worden gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Dit betekent dat deze verantwoordelijkheid de komende jaren op een zorgvuldige wijze overgedragen moet worden van provincies naar gemeenten. In Utrecht gaven gemeenten in een brief aan de provincie aan dat zij daar graag de trekker in zijn. "Praat niet over ons, maar met ons" was het niet mis te verstane signaal. Verantwoordelijk gedeputeerde Pennarts nam het signaal ter harte. In overleg met alle wethouders werd samen een transitieagenda opgesteld. Met als onderliggende afspraak: de gemeenten handelen, de provincie is verantwoordelijk tot het moment van overdracht. Gemeenten krijgen wel de ruimte om zo snel mogelijk al praktisch aan de slag te gaan met de organisatie, inclusief experimenten om al ervaring op te doen. Het vraagt van de provincie, ondanks de formele verantwoordelijkheid, een terughoudende rol en een `oefening in loslaten'. Gedeputeerde Mariette Pennarts: "We lopen liever wat meer risico, dan dat we een heel stroperig, moeizaam traject krijgen. Alleen door gemeenten ruimte te geven en ervaring te laten opdoen bereik je een goede overdracht. We faciliteren en verbinden, maar laten het probleem waar het vooral ligt: de gemeenten die er straks mee aan de slag moeten." Casus 2: InnovationQuarter, provincie Zuid-Holland De innovatiestimulering in Zuid Holland was sterk versnipperd. Met het opstellen van een meer samenhangend ruimtelijk economisch beleid in 2010 kwam ook de wens naar voren van een bundeling van alle losse initiatieven en regelingen. Besloten werd de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij, inmiddels genaamd InnovationQuarter, voor heel Zuid-Holland op te richten. Daarmee zou er ook meer verbinding komen tussen de diverse sectoren die het vooral van nieuwe technologie moeten hebben als Clean Technology, Life Sciences & Health en Safety &
Security. Drie clusters (haven, kassen en kennis) zijn sterk aanwezig in Zuid-Holland, maar hebben elkaar ook veel te bieden. InnovationQuarter gaat de investeringen van partijen als rijk (EZ), provincie, gemeente en kennisinstellingen bundelen en vergroot daarmee de slagkracht. Rol van de provincie was het proces van idee tot realisatie van InnovationQuarter te begeleiden en de vaart in het proces te houden. In fases (van agenderen en bij elkaar brengen van alle relevante partijen tot het maken van een concreet voorstel voor raden en PS en de concrete oprichting) werd de ontwikkelingsmaatschappij naar de huidige startfase gebracht. Op termijn moet er een revolverend fonds ontstaan van 100 miljoen euro dat voorziet in de kapitaalbehoefte. En dat moet weer leiden tot een groei van de innovatiekracht - ook binnen het MKB - binnen de Zuid-Hollandse zuidvleugel.
Casus 3: Energy Valley, provincie Groningen Het netwerk (en label!) Energy Valley verbindt in Noord-Nederland bestaande en nieuwe initiatieven op het gebied van energie, gaswinning, transport- en gebruik tot aan de ontwikkeling van een veelheid aan (duurzame) energietechnieken. De Noordelijke regio is zeer geschikt voor deze verbinding, door de aanwezigheid van het gasveld en aanwezigheid van grote energiebedrijven, maar ook de hoeveelheid theoretische en praktische kennis op dit gebied, de geografische ligging, de diverse vormen van energieproductie en samenwerkingsverbanden met onder meer de Duitse deelstaat Niedersaksen. De provincie Groningen is hier niet zozeer trekker, als wel aanjager van de samenwerking tussen alle initiatieven, gremia en bedrijven. Juist door de kracht van de regio op dit gebied te benoemen, te labelen en uit te dragen (inmiddels als shirtsponsor van FC Groningen) is Energy Valley op de kaart komen te staan. Met als resultaat: veel erkenning als energie-regio, groeiende activiteiten op dit gebied, vele innovaties op het gebied van onder meer biobased-activiteiten en een groeiende werkgelegenheid. Zonder deze actieve bemoeienis en stimulering vanuit de provincie hadden gemeenten op eigen kracht niet een dergelijk positie en beweging kunnen bewerkstelligen. Casus 4: Grenzeloos gunnen, provincie Groningen Uit bestuurskrachtonderzoek van de provincie bij de Groningse gemeenten bleek dat de democratische legitimatie van samenwerkingsverbanden een lastig punt is. Eind 2011 hebben de staten een motie aangenomen waarin het college werd gevraagd om een visie op een toekomstbestendige bestuurlijke organisatie in de provincie. Dit heeft geresulteerd in het rapport `Grenzeloos gunnen' van de commissie-Jansen (2013). De commissie adviseerde dat inhoud leidend moet zijn voor de te kiezen structuur en dat samenwerking tussen gemeenten niet toereikend is om de opgaven op te lossen en kansen te grijpen. De commissie stelde voor dat de provincie Groningen bestuurlijk opnieuw wordt ingedeeld naar 6 gemeenten. Van dit advies kunnen gemeenten afwijken mits de gemeenten maar voldoen aan de eisen die deze tijd aan ze stelt. Op dit moment lopen gesprekken in de verschillende clusters van gemeenten, maar in hoeverre dit resulteert in bereidheid tot fuseren is nog niet duidelijk. In Oost-Groningen is de commissie-Jansen er weer bij geroepen om een verdiepingsslag te maken. Mochten gemeenten er niet uitkomen dan kan de provincie op grond van het beleidskader Gemeentelijke herindeling het initiatief van de gemeenten overnemen. Casus 5: Grensoverschrijdend samenwerken, Noord-Brabant / Limburg De provincies Noord-Brabant en Limburg vormen beide door hun ligging een logisch onderdeel van een grensoverschrijdend agglomeratie, waarvan ook Belgie (regio's rond Luik en Leuven) en Duitsland (regio Keulen en Aken) deel uitmaken. Zuidwestelijk van ons land gaat het om de `Vlaams-Nederlandse Delta', zuidoostelijk om de Technologische Top Regio en Eindhoven-Leuven-Aachen Triangel, TTR-ELAt). Grensoverschrijdend denken maakt nu al integraal deel uit van de agenda op alle terreinen in zowel Noord Brabant als Limburg. Dat komt ook tot uiting in tal van vormen van projectmatige grensoverschrijdende samenwerking door concrete partijen (overheid, instellingen, bedrijven, (Triple Helix). Beide provincies trekken hier hard aan, juist omdat via concrete projecten de meerwaarde aangetoond wordt en meer partijen in deze 8 miljoen inwoners tellende streek geneigd zijn in te stappen om de samenwerking mede vorm te geven. Het verbeteren van grensoverschrijdende spoorverbindingen (aansluiting HSL, meer en betere onderlinge verbindingen). Met name Noord-Limburg beseft dat zij door haar maatschappelijke opgaven de grootste belanghebbende bij grensoverschrijdende samenwerking is, wat betekent dat provincie en rijk harder moet trekken en (aanvankelijk) meer moeten investeren om deze samenwerking op gang te brengen. Maar inmiddels komen ook van de andere kant van de grens de investeringen los en is er in enkele jaren tijd 5,6 miljoen beschikbaar gemaakt voor grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten.
Reactie spiegelgroep (Liesbeth Spies en Boudewijn Steur):
Spies: Het begint vaak met `iets willen'. Bestuurders die iets willen, krijgen dingen voor elkaar. Werk daarnaast vanuit je opgaven, je krijgt een natuurlijk gezag door je plek op te eisen. Mooi ook hoe bijvoorbeeld Utrecht vanuit een zelfverzekerde positie ook kan loslaten en gunnen aan gemeenten, ook al brengt dat risico's met zich mee. Mooi ook om te zien hoe bij Energy Valley' liefde voor het initiatief je heel ver kan brengen. Belangrijk, ook in projecten, is dat je weet wat ieders belangen zijn en hoe je daar met elkaar rekening mee kan houden. Bevraag elkaar daarop!
Steur: Het `nieuwe samenwerken' is dat je elkaar iets gunt, vanuit jouw kracht. Diverse projecten maken duidelijk hoe goed dat werkt. Tegelijk, bij alle inspirerende voorbeelden: denk niet dat elke `valley' of triple Helix' benadering overal en altijd werkt. Kies een benadering die past bij het project. Ga ook experimenteren, durf eens wat meer risico te nemen. Bijvoorbeeld: niet altijd op veilige afstand van de politiek, maar soms ook als het politiek gevoelig is. Tot slot: de huidige netwerksamenleving vraagt steeds een andere rol in te nemen. Maar vergeet niet dat je soms duidelijk moet zijn, simpelweg omdat het moet gebeuren en jij als provincie daar de eerstverantwoordelijke in bent.