Woordvoering herindeling: voor krachtig lokaal bestuur


Categorien:

Provincie

29 januari 2014

door Statenfractie

29 januari 2014

Romke VisserTerugkijkende op zijn lange politieke en bestuurlijke loopbaan zag Willem Drees met het meeste genoegen terug op zijn periode als raadslid en wethouder in Den Haag gedurende jaren twintig en dertig. Niet alleen duidde hij hiermee op wat je als wethouder sociale zaken, want dat was
natuurlijk zijn portefeuille, heel concreet voor kwetsbare groepen kon bereiken, juist in crisistijd, maar wees ook op de waarde van wat later wethoudersocialisme is gaan heten voor de sociaaldemocratie in de landspolitiek. Ik citeer: "Het opbouwende werk in de gemeentebesturen is betere
propaganda geweest dan de hardnekkige, maar vergeefse oppositie in de landspolitiek".

Als PvdA-fractie steunen wij de voordracht over en de visie van het college op de bestuurlijke organisatie, juist omdat we als partij staan voor krachtig lokaal bestuur dat optimaal bemeten is om de sociaaleconomische opgaven van onze regio ter hand te nemen. Dan gaat het om het bevorderen van
werkgelegenheid, het hervormen van de sociale werkvoorziening zonder dat wie dan ook kansloos in de kou komt te staan, het organiseren van solidariteit en bestaanszekerheid, het scheppen van kansen en uitdagingen voor iedereen. Daarbij dienen gemeenten zo autonoom mogelijk te kunnen zijn,
liefst via vergroting van het eigen belastinggebied, terwijl de gemeenteraden hun wetgevende en controlerende taak daadkrachtig kunnen vervullen in nauwe samenspraak met de gemeenschap in dorpen en wijken. Dan moet er iets te kiezen zijn. Is dat het geval, dan weten de burgers hun bestuurders
en volksvertegenwoordigers wel te vinden.

Tijdens de inspraakronden die we de afgelopen tijd met vertegenwoordigers van 21 van de 23 gemeenteraden in onze provincie hebben gehad, onderschreef vrijwel iedereen nut en noodzaak van het perspectief wat in de voordracht en visie van het college wordt geschetst. Dat er daarbij vele vragen
en zorgen leefden, is in de commissievergadering van vorige week woensdag met de verantwoordelijk gedeputeerde gedeeld en hij heeft ons afdoende overtuigd van de bereidheid van het college om de gerezen knelpunten naar vermogen te helpen aanpakken. Bij enkele daarvan wil ik nog kort stil
staan. Zo bleken er nogal wat onduidelijkheden te bestaan over de provinciale regierol in het herindelingproces en leek het onze fractie gepast dat het college daar helder over zou communiceren. Wij danken het college daarom voor de brief van 24 januari j.l., waarin onze rol en positie in
formele zin wordt verduidelijkt.

Veel gemeenteraden gaven aan zorgen te hebben over hun financiele posities of die van beoogde fusiepartners, die het realiseren van de herindelingen zouden kunnen belasten. Wij zijn het met het college eens dat de betrokken gemeenten zelf alles op alles moeten zetten om zo gezond mogelijk aan
de start te verschijnen, maar we verwachten wel dat het college bereid is om gemeenten die buitenproportioneel worstelen met hun financiele positie met raad en daad bij te staan. Hierbij duiden we dan niet alleen op hetgeen er in de rondde en de visie is verwoord, gehoor gevende aan de motie
die we in september hebben aangenomen. Dank daarvoor. Maar we vragen u ook zo nodig en mogelijk voorfinancieringen te bevorderen vanwege andere overheden die volgens de wet HOF wel krediet aan onze gemeenten kunnen verschaffen. Wilt u die inspanning, in goede samenwerking met de VGG, leveren,
college?

Ook bleek uit de standpunten van de verschillende gemeenteraden de behoefte aan tempodifferentiatie: de ene gemeente kan het niet snel genoeg gaan, de andere wenst meer tijd, vooral ook met het oog op de toekomstvisie die er voor de beoogde nieuwe gemeenten moeten worden gemaakt. U heeft
aangegeven dat er wel enige rek in het tijdpad zit, maar in juni van 2015 moeten die visies er liggen. U heeft ook aangegeven dit soort processen te kunnen ondersteunen. Kunt u in uw overleg met de VGG, begin april a.s., nagaan hoe u kunt bijdragen aan het nodige maatwerk, ook in relatie tot
de zogenaamde decentralisaties, waardoor gemeenten niet in de knel komen bij het halen van de nodige deadlines?

Er is terecht om aandacht gevraagd voor kwetsbare en waardevolle gebieden in onze provincie, zoals Middag-Humsterland en Westerwolde, die wat onze fractie betreft in een bestuurlijke hand komen, vanuit respect voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden die door de inwoners van deze
gebied vaak intens worden beleefd. Wat betreft de zogenaamde G7-gemeente die er mogelijk in Noord-Groningen gaat ontstaan, al delen niet alle betrokken gemeenteraden die voorkeur en dient er voor definitieve keuzes nog het nodige te worden onderzocht, vinden wij dat het advies van de
commissie Jansen, namelijk twee gemeenten in dit gebied (Hoogeland en Eemsdelta) niet lichtvaardig opzij geschoven moet worden. Hoewel er in dit gebied nadrukkelijk opgaven aan de orde zijn die om krachtig bestuur over het geheel vragen, mede vanwege de aardbevings- en
leefbaarheidproblematiek, worden de afstanden letterlijk en figuurlijk wel heel groot. Wij wachten daarom met spanning af welke kant het in Noord-Groningen uitgaat, evenals in Oost-Groningen, waarover de commissie Jansen II binnenkort adviseert, en zullen daar op een gepast moment in de Staten
op terugkomen. De raden van Vlagtwedde en Bellingwedde hebben gisteren een grote stap gezet, waardoor wij hopen dat die een krachtig samenspel met de andere gemeenten in het gebied niet in de weg staan. We zijn benieuwd hoe een en ander zich verhoudt met het nog komende advies van de commissie
Jansen II

Natuurlijk kan bij zo'n ingrijpende verandering in het lokale bestuur de provincie niet achterwege blijven. Wij onderschrijven de rol- en taakveranderingen, zoals die in de voordracht en de visie van het college worden geformuleerd. Via het proces van opschaling van de Groninger gemeenten komt
voor onze fractie ook nadrukkelijk de vraag aan de orde of wij als provincie wel afdoende bestuurskrachtig zijn. Recent onderzoek heeft namelijk aangetoond dat veel provincies, waaronder de onze, ondanks een soms ogenschijnlijk financieel riante positie als gevolg van verkoop van aandelen in
nutsbedrijven, tekort schieten. Dat onderstreept nog eens de noodzaak van het proces waarover we vandaag besluiten nemen, maar vergt van ons als Staten de openheid en eerlijkheid die we ook van de gemeenten verlangen, waarbij mijn fractie op voorhand niets wenst uit te sluiten als het om de
toekomst van onze provincie gaat.

Voorzitter, sinds september 2011 toen we als Staten de aanzet gaven tot het proces dat in goede samenwerking met de VGG heeft geleid tot het advies van de commissie Jansen van nog geen jaar geleden is er veel werk verzet, door alle betrokkenen. Het directe contact met vertegenwoordigers van de
gemeenteraden in de afgelopen periode heeft ons duidelijk gemaakt dat er nog heel veel werk aan de winkel is, maar dat er grote stappen vooruit zijn en worden gezet. Wij stellen ons voor dat we gaandeweg het proces nog eens met de betrokken gemeenteraden in contact treden, want dat
onderstreept het gemeenschappelijke karakter van de opgave die we alleen door eendrachtige samenwerking onder het motto van "Grenzeloos gunnen" tot een goed einde kunnen brengen.

*woordvoering van fractievoorzitter Romke Visser in de Statenvergadering van 29 januari betreffende de bestuurlijke organisatie in de provincie groningen