Bas Eickhout in Groningen
Terwijl boze en schreeuwende actievoerders in het anders zo rustige Loppersum het landelijke nieuws beheersten, bezocht Eickhout, in het gezelschap van GroenLinksers uit de provincie en de regio, de beschadigde eeuwenoude fresco's van de kerk van Loppersum en de dramatisch gestutte monumentale boerderij Randelweer in Eenum. Maar zijn bezoek had een breder thema dan de gevolgen van gaswinning alleen. Het ging om energietransitie. Actueler dan ooit, omdat Nederland nu toch zo langzamerhand moet afkicken van het gas. En omdat het Energieakkoord inzet op veel meer windenergie, op land en in de zee.
Om die reden ging het gezelschap te rade bij Aart van der Pal, directeur windenergie van onderzoeksinstituut ECN, dat een proefveld gaat inrichten bij de Eemshaven. Ook ging men in gesprek met actievoerders tegen de kolencentrale van RWE. Voor hen en voor GroenLinks staat deze centrale symbool voor achterhaalde, fossiele en extreem vervuilende energieopwekking.
De dag werd afgesloten met een druk bezocht debat, tussen Tweede Kamerlid Rene van Leegte, hoogleraar Henk Moll, lector Wim van Gemert, Gerrit van Werven van Energy Valley en natuurlijk Bas Eickhout zelf. Over een ding was men het eens: de relatie tussen CO2-uitstoot en klimaatverandering is een feit en de kop in het zand steken is niet de oplossing. Maar wat wel de oplossing is? Waar Moll pleitte voor onder andere verandering van lifestyles (`in Nederland hebben wij een lifestyle waar niet heel veel duurzame kantjes aan zitten'), vond Rene Leegte dat het aan de markt moet worden overgelaten om met oplossingen te komen. Zowel Van Gemert als Van Werven zien in de regio kansen voor innovatie en om van duurzaamheid een dynamische sector te maken. Bas Eickhout ten slotte bleek lijnrecht tegenover Leegte te staan: energie hoort volgens hem expliciet overheidsbeleid te zijn. De politiek is nodig om keuzes te maken. `In het Regeerakkoord van het huidige kabinet staat dat in 2050 de overgang naar honderd procent duurzame energie moet zijn gemaakt. Dit is de beste zin uit het Regeerakkoord.'