Antwoorden kamervragen over radicalisering en jihadgang in het kader van DTN32
Ministerie van Veiligheid en Justitie
1
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.nctv.nl
Contactpersoon
Ons kenmerk
377322
Datum
26 april 2013
Onderwerp Beantwoording vragen over radicalisering en jihadgang in het kader
van DTN32
Bij beantwoording de datum
en ons kenmerk vermelden.
Wilt u slechts één zaak in uw
brief behandelen.
Hierbij bied ik u – mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de
staatssecretaris van Veiligheid en Justitie - de beantwoording aan van de
schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Wilders (beiden PVV)
ingezonden op 7 maart jl., de leden Bontes en Wilders (beiden PVV) ingezonden
op 14 maart jl., het lid Azmani (VVD) ingezonden op 15 maart jl., het lid
Dijkhoff (VVD) ingezonden op 19 maart jl., van de leden Van Klaveren,
Bontes en Wilders (allen PVV) ingezonden op 27 maart jl., en van het lid
Yücel (PvdA) ingezonden op 4 april, allen over radicalisering en jihadgang in
het kader van (de berichtgeving over) DTN32.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten
Pagina 1 van 15
2013Z04535
Vragen van de leden Van Klaveren en Wilders (beiden PVV) aan de
ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over tot geweld bereide moslima's (ingezonden 7 maart
2013)
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
1
Bent u bekend met het artikel 'Kleine groep moslima's bereid tot geweld'?
1
Antwoord
Ja.
2
Erkent u dat de islam moslims oproept geweld te gebruiken? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord
Wat een godsdienst aan haar volgelingen opdraagt wordt bepaald door de
interpretatie en uitwerking van die volgelingen. Derhalve kan ik geen
uitspraken doen over wat de islam wel of niet opdraagt. Ik constateer dat
er moslims zijn die het gebruik van geweld vanuit hun interpretatie van
de islam rechtvaardigen. Dat betekent echter niet dat ‘de islam’ moslims
oproept geweld te gebruiken. Zo zijn er ook moslims die het gebruik van
geweld vanuit hun interpretatie van de islam (juist) afkeuren.
3
Hoe groot is de groep moslima's in Nederland die bereid is over te gaan
tot geweld?
Antwoord
Op basis van het onderzoek ‘Radicaal (On)zichtbaar’ waar het geciteerde
krantenartikel naar verwijst kan hier geen schatting van gemaakt worden.
Het onderzoek stelt dat 2 van de 155 subjecten hoog scoren op de factor
‘directe geweldslegitimatie’. De 155 onderzoeksubjecten zijn niet
willekeurig geselecteerd, maar specifiek geworven in conservatieve
islamitische kringen en voldeden aan een specifiek omschreven profiel.
Deze groep is dus niet representatief. Bij een dergelijke selecte
steekproef is het extrapoleren van uitkomsten naar de brede groep
moslima’s in Nederland niet verantwoord.
4
Wat zijn de veiligheidsrisico's van deze tot geweld bereide groep op lange
termijn?
5
1
http://www.parool.nl/parool/nl/224/BINNENLAND/article/detail/3404876/2013/03/06/Kleine
-groep-moslima-s-bereid-tot-geweld.dhtml
Pagina 2 van 15
In hoeverre deelt u de visie dat deze geweldliefhebbende moslima's
tikkende tijdbommen zijn?
6
Welke maatregelen bent u van plan te treffen om dit gevaar te
bestrijden?
Antwoord op 4,5 en 6
Ik verwijs u graag naar de brief aan uw Kamer met de beleidsopvolging
op het 32e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) (29 754, nr. 217).
Daarin worden de zorgen geuit over radicalisering en jihadgang van
Nederlandse moslims en worden de maatregelen beschreven die ingezet
worden tegen de dreiging van geradicaliseerde jihadisten. Het aandeel
van vrouwen in radicaliseringsprocessen en de gewelddadige strijd is
weliswaar minder prominent, toch gelden de benoemde maatregelen ook
voor vrouwen.
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Pagina 3 van 15
2013Z05095
Vragen van de leden Bontes en Wilders (beiden PVV) aan de ministers
van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over 100 Nederlandse Jihadisten die vechten in het
buitenland (ingezonden 14 maart 2013)
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
1
Bent u bekend met het bericht “Ongeveer 100 Nederlanders vechten mee
met extremistische moslims in landen als Afghanistan, Somalië en
Syrië”?2
Antwoord
Ja.
2
In hoeverre deelt u de mening dat personen, die zich hier schuldig aan
maken, bij terugkeer in Nederland direct vastgezet moeten worden op
een speciale terroristenafdeling?
Antwoord
Indien aangehouden en verdacht van een misdrijf met terroristisch
oogmerk zullen bedoelde personen geplaatst worden op de reeds
bestaande Terroristen Afdeling, zoals beschreven in artikel 20a van de
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden:
In de Terroristen Afdeling worden gedetineerden geplaatst die:
a. verdacht worden van een terroristisch misdrijf;
b. al dan niet onherroepelijk veroordeeld zijn wegens een
terroristisch misdrijf;
c. voor of tijdens hun detentie een boodschap van radicalisering
verkondigen of verspreiden daaronder mede begrepen
wervingsactiviteiten voor doeleinden die in strijd zijn met de
openbare orde en veiligheid dan wel de orde of veiligheid in de
inrichting;
tenzij uit informatie van het GRIP of het Openbaar Ministerie voortvloeit
dat plaatsing op een Terroristen Afdeling niet is geïndiceerd.
3
Hoeveel van deze personen hebben, naast de Nederlandse nationaliteit,
een andere nationaliteit? Om welke andere nationaliteit gaat het dan?
4
Hoeveel van deze personen hebben een verblijfsvergunning?
Antwoord op 3 en 4
Ik kan in het openbaar geen concrete mededelingen doen over aantallen
of individuele gevallen. Ik kan u wel meedelen dat de overgrote
2
NOS journaal, 12 maart 2013
Pagina 4 van 15
meerderheid van de bedoelde personen naast de Nederlandse
nationaliteit ook over een tweede nationaliteit beschikt en bij deze
personen gaat het vooral om de Marokkaanse en Turkse nationaliteit.
5
Deelt u de mening dat deze personen ter bescherming van de
Nederlandse samenleving in geval van dubbele nationaliteit dienen te
worden gedenaturaliseerd en te worden uitgezet?
Deelt u de mening dat, indien zij over een verblijfsvergunning
beschikken, deze dient te worden ingetrokken, waarna zij eveneens het
land worden uitgezet? Zo nee, waarom niet?
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Antwoord
De personen die uitreizen hebben veelal (tevens) de Nederlandse
nationaliteit. In die gevallen waarin de uitreiziger niet de Nederlandse
nationaliteit heeft en dus vreemdeling is, worden zo mogelijk
vreemdelingenrechtelijke maatregelen genomen. Als er concrete
aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de vreemdeling een gevaar is
voor de nationale veiligheid (bv. op grond van een ambtsbericht van de
AIVD dat aan de IND wordt uitgebracht), vormt dit een grond voor
intrekking van de verblijfsvergunning.
Als het verblijfsrecht wordt beëindigd, spant de IND zich in om zo
mogelijk de vreemdeling ongewenst te verklaren of een inreisverbod op
te leggen. Gevolg hiervan is dat de vreemdeling staat gesignaleerd voor
toegangsweigering. Als de vreemdeling zich toch in Nederland bevindt, is
sprake van een misdrijf waarvoor strafrechtelijke vervolging mogelijk is.
Naast de vreemdelingenrechtelijke maatregelen gericht op personen die
niet de Nederlandse nationaliteit hebben, kan bij personen die in bezit
zijn van de Nederlandse nationaliteit ook het Nederlanderschap worden
ingetrokken als de betrokkene onherroepelijk is veroordeeld wegens een
terroristisch misdrijf. Voorwaarde is dat de betrokkene naast de
Nederlandse nationaliteit ook nog een andere nationaliteit bezit.
Intrekking is niet mogelijk als staatloosheid daarvan het gevolg is.
Pagina 5 van 15
2013Z05230
Vragen van het lid Azmani (VVD) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over het bericht ‘Jeugd naar Syrië gelokt voor djihad’
(ingezonden 15 maart 2013)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Jeugd naar Syrië gelokt voor djihad’?3
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Antwoord
Ja.
2
Deelt u de zorgen die naar voren komen in het artikel ten aanzien van de
Libanese en Syrische invloed op jongeren in Nederland?
Antwoord
Het kabinet maakt zich zorgen over de deelname van Nederlanders aan
jihadistische zijde in de strijd in Syrië. Zoals beschreven in de
beleidsopvolging van het DTN32 (29 754, nr. 217) intensiveren de
operationele diensten hun inzet, waaronder op het beter zicht krijgen op
reisroutes, rekrutering en beïnvloeding.
3
Wat vindt u van het feit dat vreemde mogendheden invloed proberen uit
te oefenen op jongeren in Nederland? Deelt u van mening dat dit de
integratie alleen maar belemmert en de afstand tussen verschillende
etnische groepen vergroot?
4
Deelt u de mening dat het totaal onacceptabel is dat vreemde
mogendheden jongeren in Nederland ronselen voor een heilige oorlog?
Zijn er mogelijkheden om hier iets tegen te ondernemen?
Antwoord op 3 en 4
Ik heb geen aanwijzingen dat er sprake is van ronseling voor de
jihadistische strijd door vreemde mogendheden. Ook uit het aangehaalde
krantenbericht blijkt geen inmenging van staten.
5
Is er zicht op om hoeveel jongeren het gaat? Zo ja, worden deze
jongeren in de gaten gehouden, zodat bij eventuele terugkomst in
Nederland er passende maatregelen genomen kunnen worden? Welke
maatregelen kunnen dat zijn?
Antwoord
Ja, de AIVD houdt zoveel mogelijk zicht op Nederlandse jihadisten binnen
en buiten Nederland. Indien mogelijk brengt de AIVD een ambtsbericht
over individuele uitreizigers of terugkeerders uit aan het OM, lokaal
bestuur of andere instanties om de risico’s te verminderen.
3
Trouw, 8 maart 2013
Pagina 6 van 15
Ik verwijs u graag naar de brief aan uw Kamer met de beleidsopvolging
op het 32e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) (29 754, nr. 217).
Daarin worden de maatregelen beschreven die ingezet worden tegen de
dreiging van geradicaliseerde jihadisten.
6
Is er contact met de families van deze jongeren en met instanties zoals
jeugdzorg?
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Antwoord
Ik kan hier geen algemene uitspraken over doen. Per individueel geval
wordt bekeken wat de meest geëigende aanpak is. De mate waarin
ouders, jeugdzorg of andersoortige hulpverlening betrokken worden bij
de casuïstiek zal per geval verschillen.
7
In het artikel valt te lezen dat de Marokkaanse overheid werkt met de-
radicaliseringsprojecten om radicalisering van jongeren te voorkomen;
bent u bereid te bezien of deze projecten succesvol zijn en wat Nederland
hiervan eventueel zou kunnen leren?
Antwoord
In algemene zin kan ik melden dat er blijvende bereidheid is om de
bestaande kennis te versterken op dit onderwerp.
Bij het ontwikkelen van het Nederlands contraterrorisme beleid is kennis
genomen en lering getrokken van verschillende de-
radicaliseringsprojecten in het buitenland, waaronder Marokko. Een
belangrijke les daarbij is dat grote rechtstatelijke en contextuele
verschillen de overdraagbaarheid van successen bemoeilijken.
8
Bent u bekend met het aantal predikers uit Libanon en Syrië dat in
Nederland actief is? Zo ja, om hoeveel predikers gaat het en hoeveel
daarvan hebben een predikverbod? Welke mogelijkheden zijn er om deze
predikers de toegang tot Nederland te ontzeggen en het land uit te
zetten?
Antwoord
Nee, dat is niet bekend.
Het recht op godsdienstvrijheid is een grondrecht dat is vastgelegd in de
Nederlandse Grondwet. Dat biedt voorgangers en gelovigen veel ruimte.
Daarbij is een ieder gehouden aan de wet. Een imam of andere
geestelijke die oproept tot geweld is als persoon strafbaar volgens het
wetboek van Strafrecht. Het is aan het OM om strafbare uitingen te
vervolgen en aan de rechter om daarover een oordeel te vellen.
De AIVD kan aan de IND een ambtsbericht uitbrengen wanneer wordt
geconstateerd dat een persoon een gevaar vormt voor de nationale
veiligheid. Op basis daarvan kan de verblijfsvergunning van personen
worden ingetrokken, waarna eventueel uitzetting plaatsvindt.
Pagina 7 van 15
2013Z05446
Vragen van het lid Dijkhoff (VVD) aan de minister van Veiligheid en
Justitie over het bericht ‘Nederland groot en snel groeiend leverancier
jihadstrijders’ en het rapport ‘Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland’
(ingezonden 19 maart 2013)
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
1
Bent u bekend met het bericht ‘Nederland groot en snel groeiend
leverancier jihadstrijders’4 en het rapport ‘Dreigingsbeeld Terrorisme
Nederland’?5
Antwoord
Ja.
2
Is het waar dat het aantal personen dat zich vanuit Europa aansluit bij de
jihadstrijders in Afghanistan, Somalië en Syrië voor een groot deel
Nederlandse jongeren, althans Nederlandse personen betreft? Om welke
aantallen gaat het?
3
Kunt u aangeven waarom Nederlandse personen in deze groep zijn
oververtegenwoordigd?
Antwoord vraag 2 en 3
In de afgelopen jaren hebben zich in totaal naar schatting ongeveer
honderd Nederlandse ingezetenen aangesloten bij de jihadstrijd, vooral in
Syrië maar ook in gebieden als Afghanistan, Pakistan en Somalië.
Precieze aantallen zijn voor Europa niet te geven, bovendien fluctueert
het aantal. Het is echter niet aannemelijk dat Nederland wat
jihadreizigers betreft uit de pas zou lopen met diverse andere Europese
landen.
4
Wat zijn de risico’s voor de veiligheid van Nederlandse personen en/of
instellingen op het moment dat deze Nederlandse jihadstrijders
terugkeren in Nederland?
Antwoord
Terugkerende jihadstrijders kunnen anderen inspireren tot radicalisering
en jihadgang en hen daarbij faciliteren. Ze hebben de kennis hoe de
gebieden te bereiken en beschikken over contacten met jihadistische
groepen daar. Verder hebben vele terugkeerders strijdervaring en kennis
over wapens en explosieven opgedaan. Sommigen van hen kunnen zeer
4
http://www.nrc.nl/nieuws/2013/03/12/nederland-groot-en-snel-groeiend-leverancier-
jihadstrijders
5
http://www.nctv.nl/pp/dtn/
Pagina 8 van 15
radicaal, getraumatiseerd en in hoge mate geweldsbereid zijn. In dat
geval kunnen zij een gevaar zijn voor personen en objecten in Nederland.
5
Kunt u aangeven in hoeverre deze jongeren, als zij tezamen met
jihadstrijders ten strijde trekken, deelname aan een criminele organisatie
kan worden verweten?
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Antwoord
Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in de art. 140 en 140a
Sr kan slechts dan sprake zijn, indien de betrokkene behoort tot het
samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning
geeft aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden
met de verwezenlijking van het in die artikelen bedoelde oogmerk.
6
Staan de groeperingen waarbij zij zich aansluiten op de terreurlijst van de
Europese Unie dan wel Nederland?
Antwoord
Nee.
7
Zijn de huidige juridische mogelijkheden afdoende hen, in geval van
deelname aan de strijd via een terroristische organisatie, het
staatsburgerschap te ontnemen analoog aan wat in vroeger tijden ‘in
vreemde krijgsdienst’ heette?
Antwoord
Nee. Bij personen die in bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit kan
het Nederlanderschap worden ingetrokken als de betrokkene
onherroepelijk is veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf.
Voorwaarde is dat de betrokkene naast de Nederlandse nationaliteit ook
nog een andere nationaliteit bezit. Intrekking is niet mogelijk als
staatloosheid daarvan het gevolg is.
De huidige regelgeving ter zake ‘vreemde krijgsdienst’ bevat weliswaar
een verliesbepaling, echter deze geldt in bedoelde gevallen niet.
Er is sprake van automatisch verlies van de Nederlandse nationaliteit in
het geval van vrijwillige krijgsdienst bij een staat die betrokken is bij
gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk der Nederlanden dan wel tegen
een bondgenootschap waarvan het Koninkrijk lid is. De Nederlandse
nationaliteit vervalt niet als dit staatloosheid tot gevolg heeft. Deelname
aan legers van opstandelingen, guerillagroeperingen of anderszins
paramilitaire groepen valt er niet onder. Een daartoe strekkend voorstel is
verworpen op 17 februari 2000 (TK 1999-2000, 25 891, nr. 15).
Pagina 9 van 15
Het Europees Nationaliteitsverdrag, waarbij Nederland sinds 1 juli 2001
partij is, staat alleen het opnemen toe van een verliesbepaling wegens
het vrijwillig in vreemde krijgsdienst treden en deze mogelijkheid is in de
wet opgenomen. Het in een burgeroorlog betrokken zijn bij handelingen
van opstandelingen tegen een regime leidt dus niet tot verlies van het
Nederlanderschap.
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
8
Welke mogelijkheden bestaan er deze personen bij terugkomst in
Nederland te detineren en te vervolgen? Wat zijn de slagingskansen van
een dergelijke vervolging en welke juridische waarde kan er in dat
verband worden toegekend aan de ambtsberichten van de zijde van de
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)?
Antwoord
Voor het eerste gedeelte van de vraag verwijs ik u graag naar de brief
aan uw Kamer met de beleidsopvolging op het 32e Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland (DTN) (29 754, nr. 217). Ik verwijs u in het
bijzonder naar onderdeel 2 (opsporing en vervolging) van deze brief.
De AIVD kan via ambtsberichten informatie omtrent vermeende strafbare
feiten aan het Openbaar Ministerie geven. De wettelijke bevoegdheid voor
het verstrekken van deze ambtsberichten is gelegen in art. 36 t/m art. 38
van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (WIV 2002).
Volgens jurisprudentie van het Hoge Raad (HR 5 september 2006, NJ
2007, 336) kan AIVD-informatie worden gebruikt als startinformatie voor
het instellen van een strafrechtelijk onderzoek. Ook kan door de AIVD
vergaard materiaal als bewijs in een strafzaak worden gebruikt. De
strafrechter zal van geval tot geval met de nodige behoedzaamheid
moeten beoordelen of het overgedragen materiaal, gelet op de beperkte
mogelijkheden tot toetsing van de betrouwbaarheid, tot het bewijs kan
meewerken (HR 15 november 2011, LJN BP7544).
9
Kunt u toezeggen dat de Nederlandse nationaliteit van deze personen,
binnen de juridische mogelijkheden, zoveel mogelijk zal worden
ontnomen? Is hiervoor een veroordeling noodzakelijk of kan een
dergelijke intrekking ook reeds na een ambtsbericht van de AIVD volgen?
Antwoord
Bij personen die naast de Nederlandse nationaliteit over een tweede
nationaliteit beschikken kan het Nederlanderschap worden ingetrokken
als betrokkene onherroepelijk is veroordeeld wegens een terroristisch
misdrijf. De wet eist voor de intrekking van de nationaliteit namelijk een
onherroepelijke veroordeling. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer
van deze bevoegdheid tot intrekking, is duidelijk geworden dat een
veroordeling voor een misdrijf dat een ernstige schending vormt van de
internationale rechtsorde wordt beschouwd als een ernstige schending
van de essentiële belangen van het Koninkrijk (TK 2009-2010, 31 813,
nr. 27). De schending van de essentiële belangen van het Koninkrijk is de
Pagina 10 van 15
grondslag in het Europees Nationaliteitsverdrag om de bevoegdheid tot
intrekking van de nationaliteit in de Rijkswet op het Nederlanderschap op
te nemen. Niet op voorhand is te zeggen of in elk individueel geval sprake
zal zijn van het nemen van een beschikking waarbij het Nederlanderschap
wordt ingetrokken, dat hangt af van de omstandigheden van het geval.
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Pagina 11 van 15
2013Z06106
Vragen van de leden Van Klaveren, Bontes en Wilders (allen PVV) aan de
ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over de enorme toename van het aantal ‘Nederlandse’
jihadisten (ingezonden 27 maart 2013).
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
1
Bent u bekend met het artikel ‘Zicht kwijt op vloedgolf jihadisten’? 6
Antwoord
Ja.
2
Heeft u zicht op het aantal moslims uit Nederland dat elders in de wereld
strijdt in het kader van de islamitische heilige oorlog? Zo nee, op welke
wijze gaat u dit inzichtelijk maken?
Antwoord
Ja, de AIVD houdt zoveel mogelijk zicht op Nederlandse jihadisten binnen
en buiten Nederland.
3
Hoeveel van de jihadisten die bekend zijn, hebben een dubbele
nationaliteit? Om welke nationaliteiten gaat het?
Antwoord
Ik kan in het openbaar geen concrete mededelingen doen over aantallen
of individuele gevallen. Ik kan u wel meedelen dat de overgrote
meerderheid van de bedoelde personen naast de Nederlandse
nationaliteit ook over een tweede nationaliteit beschikt en bij deze
personen gaat het vooral om de Marokkaanse en Turkse nationaliteit.
4
In hoeverre erkent u dat de islam het concept jihad leert en opdraagt aan
haar volgelingen?
Antwoord
Ik constateer dat binnen de brede islamitische traditie uiteenlopende
definities, randvoorwaarden en doelstellingen bestaan rond het begrip
jihad, maar doe geen algemene uitspraken over een godsdienst.
5
Deelt u de visie dat jihadisten beschouwd kunnen worden als terroristen
en op die grond, in geval van een dubbele nationaliteit, dienen te worden
gedenaturaliseerd en vervolgens het land te worden uitgezet?
Antwoord
Bij personen die in bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit kan het
Nederlanderschap worden ingetrokken als de betrokkene onherroepelijk is
6
Telegraaf, 26 maart 2013
Pagina 12 van 15
veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf. Voorwaarde is dat de
betrokkene naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere
nationaliteit bezit. Intrekking is niet mogelijk als staatloosheid daarvan
het gevolg is.
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Pagina 13 van 15
2013Z06713
Vragen van het lid Yücel (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over de oorzaken en voedingsbodem van de
radicalisering van bijvoorbeeld de Nederlandse islamitische jongens die
zich inzetten voor de jihad in Syrië (ingezonden 4 april 2013).
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van De Vijfde Dag over de
Nederlandse islamitische jongens die naar Syrië vertrekken om voor de
jihad te vechten?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Heeft u signalen dat er in Nederland organisaties met een religieuze,
islamitische vormingsagenda zijn die bijdragen aan deze vormen van
radicalisering en deze jongens wellicht op het idee brengen om voor de
jihad te gaan vechten? Zo ja, welke organisaties? Kunt u een beeld
schetsen van de voedingsbodem van deze radicalisering?
Antwoord
Het is bekend dat enkele leden van activistische radicaalislamitische
bewegingen, zoals Sharia4Holland en Behind Bars, zijn vertrokken naar
Syrië voor deelname aan de jihad. Deze bewegingen hebben een
omgeving gecreëerd waar gelijkgestemden elkaar ontmoeten en waar
radicale ideeën zich hebben kunnen ontwikkelen tot jihadistische
denkbeelden. Het is moeilijk om op dit moment nauwkeurig de
voedingsbodem voor deze radicalisering aan te geven. Uit onderzoek
blijkt dat gevoelens van groepsdreiging, onrechtvaardigheid en
onzekerheid een rol spelen. Feit is dat recentelijk tientallen jonge moslims
zich bevattelijk hebben getoond voor het betoog dat het een individuele
plicht is om gewapende steun te verlenen aan moslims in Syrië en dat zij
aansluiting hebben gevonden bij jihadistische strijdgroepen.
Vraag 3
Welke informatie en onderzoeksgegevens heeft u over de toenemende
radicalisering van moslims het laatste jaar?
Antwoord
Over specifieke onderzoeksgegevens over personen of organisaties kan ik
in het openbaar geen mededelingen doen.
Vraag 4
Heeft u een overzicht van de jongeren die zijn vertrokken naar Syrië om
te vechten voor de jihad? Worden deze jongeren in beeld gehouden en
begeleid als zij terugkeren naar Nederland, mede met het oog op hulp bij
traumaverwerking en op onderzoek naar mogelijke verdere
radicalisering? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Pagina 14 van 15
Zie het antwoord op vraag 3. Het doel is om van de mensen die
terugkeren vanuit Syrië een dreiginginschatting te maken. Hierbij wordt
nauw samengewerkt tussen de AIVD, NCTV, het Openbaar Ministerie, de
Nationale Politie en het lokale bestuur die op basis van de informatie van
onder andere de AIVD, eventueel actie kunnen ondernemen. Hierbij valt
te denken aan maatwerktrajecten gericht op het losweken van de
geradicaliseerde personen uit de jihadistische omgeving met behulp van
hun naaste omgeving, bijvoorbeeld door het aanbieden van reclassering,
traumaverwerking, hulpverlening of mentoring.
Directie
Weerbaarheidsverhoging
2 DBS
Datum
26 april 2013
Ons kenmerk
377322
Pagina 15 van 15
PDF document | 15 pagina's | 138 KB
Kamerstuk | 26-04-2013
Zie het origineel.