Scherpe veroordeling afluisteractiviteiten AIVD


donderdag 22 november 2012 | Nederland is voor de derde maal door de hoogste Europese rechter op de vingers getikt voor het niet naleven van het recht op journalistieke bronbescherming. De NVJ en het Persvrijheidsfonds zijn verheugd over deze uitspraak die Nederland zou moeten aanzetten om tot
wetgeving over te gaan.

De Europese rechter kwam tot een scherpe veroordeling van de volg- en afluisteractiviteiten van de Algemene inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) van de Telegraafjournalisten Joost De Haas en Bart Mos. Het moedwillig afluisteren van journalisten om daarmee hun bronnen te achterhalen is in
strijd met het Europese recht op vrije meningsuiting zoals geregeld in art. 10 EVRM. Het is een evidente inbreuk op de journalistieke bronbescherming, die van groot belang is voor het goed functioneren van de pers. Journalistieke bronbescherming zorgt ervoor dat misstanden bekend kunnen worden
bij een breed publiek, zonder dat de bron of klokkenluider daarbij bekend hoeft te worden. Dit is een cruciaal middel voor de journalistiek om haar werk goed te kunnen doen en van groot belang in een democratische rechtstaat.

Derde keer
Het is de derde keer op rij dat Nederland veroordeeld wordt voor het onvoldoende veiligstellen van het recht op journalistieke bronbescherming. Eerder werd in de zaken Voskuil vs. Nederland en Autoweek/Sanoma vs. Nederland de Staat ook al op de vingers getikt. In de zaak van Voskuil ging het
om het ten onrechte gijzelen van een journalist om diens bronnen te achterhalen. In de zaak van Autoweek/Sanoma ging het om een onrechtmatige inval en inbeslagname van journalistiek (foto)materiaal op de redactie.
Steeds heeft de NVJ aangedrongen op wetgeving om het recht op journalistieke bronbescherming beter te verankeren, maar tot op heden bereikte dit wetsvoorstel nooit het Parlement.

Wettelijke regeling
NVJ en Persvrijheidsfonds gaan ervan uit dat deze derde, zware veroordeling van Nederland de Minister en Tweede Kamer ervan zal overtuigen dat een wettelijke regeling niet langer kan worden uitgesteld. Ook gaan wij ervan uit dat de Minister voortaan veel scherpere eisen zal opleggen aan de
AIVD en Justitie om middelen in te zetten die tot een schending van het journalistieke brongeheim kunnen leiden. Daarbij gaat het om intensieve voorafgaande rechtelijke toetsing en een belangenafweging die in lijn is met deze Europese uitspraken.
De NVJ was mede-eiser in de zaak van Mos en De Haas tegen de AIVD, gelet op het bredere belang voor de journalistiek op de bescherming van bronnen, doch werd voor het Europese Hof niet als mede-eiser toegelaten. Het Persvrijheidsfonds steunde de zaak van de Telegraaf-journalisten financieel en
moreel, vanwege het principiele belang voor de beroepsgroep.