'Gebruik sociale media maar houd ook afstand'
'Gebruik sociale media maar houd ook afstand'
Den Haag , 27-9-2012
Wat kan de Rechtspraak met sociale media? Over die stelling debatteerden communicatieprofessionals donderdag 27 september tijdens het ochtendprogramma van de Dag van de Rechtspraak. Hartstochtelijke voorstanders versus twijfelaars. "Er zijn varianten die prima kunnen werken."
`Alleen een gegrilde burger is een goede burger'. Met deze poster van McDonald's als maatschappelijke metafoor krijgt spreker Henri Beunders meteen de lachers op zijn hand. Hoogleraar Geschiedenis en Maatschappij, Media & Cultuur Beunders neemt de zaal mee terug naar het jaar 2002, waarin Pim
Fortuyn de gefrustreerde burger een stem gaf. "Daar schrok de gevestigde orde van, ook de politie, openbaar ministerie en de rechterlijke macht. Ze reageerden door de burgers meer te betrekken bij hun werk, onder meer via hulp bij de opsporing zoals het AMBER Alert." Maar met een kabinet
zonder de PVV in aantocht en de groeiende irritatie over `het getetter en geschreeuw' in de sociale media, doemt er volgens Beunders een nieuw type burger op: een met discipline en de wil zich fatsoenlijk te uiten.
Afstand
De stap richting de burger was nodig, analyseert Beunders, maar hij adviseert de Rechtspraak die toenadering niet te overdrijven. "De rechter moet niet gaan twitteren", vindt hij. "Houd ook afstand." De Rechtspraak is geen Coca Cola of de NS, plaatst Beunders de kwestie in breder perspectief.
"Je hoeft de Rechtspraak niet als merk te promoten via de sociale media, of te reageren op 30.000 klachten via Twitter en Facebook als er weer eens te veel bladeren op de rails liggen." De vlot vertellende hoogleraar vergelijkt de Rechtspraak met twee verwante organisaties waarvoor hij gewerkt
heeft: de politie en het openbaar ministerie (OM). "Bij de politie is samenwerking met de burger relatief makkelijk, Het OM houdt al meer afstand en de Rechtspraak moet nog onafhankelijker opereren."
Henri Beunders: "Rechtspraak is geen NS"
Debat
Maar hoe dan? Een prikkelende suggestie die Beunders de communicatieprofessionals in de zaal doet: neem de camerabeelden in de rechtszaal in eigen beheer op en verspreid deze standaardbeelden vervolgens onder de media. Die maken daar dan zelf een montage van. "Die aanpak is met succes
toegepast door het Joegoslavie Tribunaal." Ook de spreker die Beunders voorging, president van rechtbank Alkmaar Evert van der Molen, sprak over meer camera's in de rechtszaal. De nieuwe persrichtlijn van de Rechtspraak, die in de maak is, zal daar meer ruimte voor bieden. "Daar moet je wel
een goed debat over voeren", stelt Van der Molen. Het raakt immers de privacy van alle aanwezigen op de zitting."
Visie
Incidentenpolitiek. Zo noemt Van der Molen de manier waarop de Rechtspraak lange tijd reageerde op negatieve publiciteit. Vaak reageerden rechtbanken of rechters te laat, en zonder structurele visie of aanpak. De ontsnapping na het proefverlof van Saban B. bijvoorbeeld, wekte een moeilijk te
temmen storm van verontwaardiging op. Als reactie ontstond het rechtspraakbrede programma Rechtspraak en Samenleving, dat Van der Molen ging leiden. Met dit programma wil de Rechtspraak een visie formuleren en concrete initiatieven starten. Een van de thema's is het gebruik van sociale media.
Dat issue staat centraal in het levendige Lagerhuisdebat, dat deze ochtendsessie van de Dag van de Rechtspraak afsluit.
"Als rechters hun werk goed gedaan hebben, moeten ze zich niet van hun taak laten afhalen. Als u het niet in uw vonnis kunt vertellen, dan moet je er ook niks over zeggen." Folkert Jensma, juridisch verslaggever van NRC Handelsblad, krijgt van de goed gevulde zaal veel bijval met zijn
stelling. "Hear, hear", roepen zijn medestanders, die volgens de regels van het Lagerhuisdebat vurig in discussie zijn over nut en noodzaak van diverse sociale media voor de Rechtspraak. "Je moet als rechter niet gaan twitteren over je eigen uitspraak", vervolgt Jensma. Andere toepassingen van
Twitter juicht hij juist toe: "Ik lees regelmatig tweets van rechters over hun werk, bijvoorbeeld over de grote stapel dossiers op hun bureau. Er zijn allerlei varianten die wel prima kunnen werken."
Jongeren
Sociale media prima, maar het hangt van de situatie af of de Rechtspraak ze moet gebruiken. Dat is de rode draad in de discussie, die op kordate wijze geleid wordt door Sandra Schreuder, vicepresident van de rechtbank Zwolle-Lelystad. "We zijn te ondervertegenwoordigd op Facebook en andere
sociale media", vindt Marlou Nijland, teamleider communicatie van de rechtbank Arnhem. "Terwijl dat de plek is waar jongeren zijn. We zouden zichtbaarder moeten worden."
Daar denkt Jasper Kool, werkzaam bij een woningbouwcorporatie, anders over. "Twitter en andere sociale media zijn snel en vluchtig. In de Rechtspraak moet worden nagedacht, dat leent zich niet voor een actieve rol in dit soort media." Die laatste gedachte wordt breed gedeeld door de meeste
aanwezigen: sociale media zijn emotioneel en oppervlakkig, het is risicovol om daar aan mee te gaan doen.
Sandra Schreuder, vicepresident van de rechtbank Zwolle-Lelystad leidde het debat.
Twitterbox
Tegelijk waarschuwen veel deelnemers voor te veel passiviteit en angst voor het onbekende. "Ik heb het idee dat hier maar weinig mensen zitten die zelf weten wat de sociale media doen en kunnen", stelden diverse sprekers vast. Anderen vertellen enthousiast waar zij mee bezig zijn. "Wij hebben
een eigen Twitter-box", vertelt een communicatieprofessional van de Raad van State. "Daarin worden alle tweets over ons automatisch in verzameld. Dat is meteen bij iedereen bekend. Er zijn leden van de Raad van State die daar nog tijdens een zitting op reageren."
Signaleren
Instemmend geknik, onder meer het aanstaande hoofd communicatie van de Raad van de Rechtspraak, Bart Rijs. Rijs heeft als woordvoerder van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ruimschoots ervaring opgedaan met sociale media. Niet alleen twitterde Verhagen zelf zeer
frequent, het ministerie volgde de sociale media ook structureel. Rijs denkt dat de Rechtspraak Twitter, Facebook en blogs vooral kan gebruiken om te signaleren welke vragen en dilemma's over de Rechtspraak er leven in de maatschappij. "Maar de publieke opinie wordt daar niet gemaakt, dat
gebeurt nog steeds in de traditionele media", aldus Rijs. Daar, met name op televisie, zou de Rechtspraak zich volgens hem vooral moeten manifesteren.