Chipshol claimt 9 miljoen euro schade bij provincie Noord-Holland
Bij het ontwikkelen van het Groenenberg-terrein (35 hectare) ondervindt Chipshol al jaren tegenwerking van Schiphol en alle betrokken overheden waaronder de provincie Noord-Holland. Terwijl projecten van vastgoedconcurrent Schiphol Real Estate (SRE) probleemloos van de grond komen, stuit Chipshol op stelselmatige tegenwerking. Recent werd Luchtverkeersleiding Nederland voor haar rol in de Groenenberg-affaire door de Hoge Raad veroordeeld tot schadevergoeding aan Chipshol.
Tijdens de vele procedures die Chipshol moest voeren werd in 2006 de zogenoemde 'Operatie Groenenberg-terrein' blootgelegd. Daaruit bleek dat de gemeente, de provincie Noord-Holland, Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland en Verkeer & Waterstaat stiekem hun bestuurlijke en juridische krachten bundelden om de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein te verhinderen. Na veroordelingen door Rechtbank en Hof trof de provincie in 2007 een minnelijke regeling met Chipshol. Die bestond uit het betalen van 12 mln euro en het toezeggen van constructieve planologische medewerking aan plannen van Chipshol.
De inkt van de overeenkomst was nog maar nauwelijks opgedroogd of de provincie viel terug in het oude patroon van tegenwerken en vertragen, stelt Chipshol-directeur Peter Poot: "De afspraak om constructief mee te werken bleek niets waard te zijn. Voor ons begon de narigheid opnieuw."
Volgens Chipshol heeft de provincie financieel voordeel gehad van het stelselmatig tegenwerken van het Groenenberg-terrein. Zo is bij het onteigening van een deel van dit terrein voor de aanleg van de N201 aan Chipshol een extreem lage vergoeding betaald. De provincie profiteerde daarbij ten onrechte van een eerder door minister Schultz van Haegen opgelegd en later juridisch gesneuveld bouwverbod. Daardoor betaalde de provincie vele miljoenen euro's te weinig aan Chipshol. In de dagvaarding wordt gesproken van ongerechtvaardigde verrijking en een onrechtmatige daad. Chipshol vraagt de rechtbank om de provincie te veroordelen tot het betalen van 9 miljoen euro schadevergoeding