Freedom House: persvrijheid boekt vooruitgang
donderdag 3 mei 2012 | Voor het eerst in acht jaar neemt de persvrijheid niet
af. Dat blijkt uit het jaarrapport Freedom of the Press 2012 van Freedom House.
Een van de belangrijkste bevindingen van Freedom House is de verbeterde
situatie in de Arabische wereld. Ook in landen als Birma, Indonesië, de
Filippijnen, Thailand en Zambia is de situatie iets verbeterd.
Van de 197 landen werd 33,5 procent beoordeeld als vrij, 36,5 procent als
gedeeltelijk vrij en 30 procent als niet vrij. Dit betekent een verschuiving
naar meer landen met een gedeeltelijke persvrijheid. Niettemin leefde in 2011
slechts 14,5 procent van de wereldbevolking in een land met een vrije pers,
oftewel een op de zes mensen.
Met name de landen Libië, Tunesië, and Egypte schoven door naar landen met een
gedeeltelijke persvrijheid na de val van de oude dictators in die landen. In
die landen heerste van oudsher een strenge mediacontrole.
Freedom House constateert dat er nog wel veel problemen zijn in China, waar de
oude en nieuwe media onder censuur staan. Ook andere autoritaire machten zoals
Rusland, Iran en Venezuela handhaven hun stevige greep op de media, door het
afsluiten van blogs of het vasthouden van kritische journalisten. Een andere
zorgwekkende ontwikkeling in 2011 is een daling van de persvrijheid in een
aantal gevestigde democratieën en dan met name Chili en Hongarije.
Verslechtering werd ook gemeten in een aantal gedeeltelijk vrije landen, zoals
Ecuador, Macedonië, Malawi, Oeganda, en Oekraïne.
Hoewel er nog genoeg problemen zijn, is de vooruitgang nog nooit zo groot
geweest in de 32 jaar dat het onderzoek wordt gehouden, aldus Freedom House. De
top 8 van landen met persvrijheid werd in 2011 aangevoerd door Finland, gevolgd
door Noorwegen, Zweden, België, Denemarken, Luxemburg, Nederland en
Zwitserland. Hekkensluiter van landen zonder persvrijheid is Iran (192ste
plaats), gevolgd door Equatoriaal-Guinea, Cuba, Syrië, China, Birma, Vietnam en
Somalië.