De expert in de media heeft een dubbel motief
Het is een bekend stramien: er is een kwestie ? een ramp bijvoorbeeld ? en daar schuift de wetenschapper aan bij de journalist om uit te leggen hoe dat zo komt en wat er nu moet gebeuren. Vaak zijn dat dezelfde gezichten: Ab Osterhaus als de griep de kop op steekt bijvoorbeeld, of Han Vrijling als het water stijgt tot onder de kop van de dijk. Het zijn wetenschappers die ? bewust ? een crisis juist aangrijpen om zich te profileren en hun onderwerpen op de kaart te zetten.
Van Rijswoud ? wetenschapshistoricus en filosoof bij het Institute for Science, Innovation and Society (ISIS) van de Radboud Universiteit Nijmegen ? onderzocht hoe dergelijke deskundigen hun rol opvatten, werken aan hun geloofwaardigheid en hoe zij onderwerp kunnen worden van soms felle kritiek. Van Rijswoud richtte zich in zijn studie met name op virologen en waterveiligheidsexperts.
Prof. Esther-Mirjam Sent, econome van de Radboud Universiteit heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze vaak in de media optreedt omdat ze graag een invloedrijke adviesfunctie wilde. Dat is gelukt. Prof. Esther-Mirjam Sent, econome van de Radboud Universiteit heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze vaak in de media optreedt omdat ze graag een invloedrijke adviesfunctie wilde. Dat is gelukt.
Eigen agenda's Wetenschappers worden door de media naar voren geschoven als objectieve deskundigen, die op basis van hun onderzoek en expertise uitspraken doen. Tegelijk ?verleiden' interviewers deskundigen om uitspraken te doen over zaken waar ze slechts oppervlakkig weet van hebben, meent Van Rijswoud.
?De kijker is zich er lang niet altijd bewust van dat zo'n deskundige verschillende rollen speelt,' vindt Van Rijswoud. ?De wetenschappelijke deskundige schuift ook aan om via de media de politiek beïnvloeden, of om zijn mediaoptreden te gebruiken als sollicitatie naar een adviesfunctie. Voor kijkers of lezers is het dan lastig een eigen mening te vormen. Burgers weten te weinig van het expertspel.'
Een deskundige die behalve een goede wetenschapper ook een succesvol beleidsadviseur of lobbyist is, is ook weer interessanter voor de media. Van Rijswoud: ?Deze mensen zijn namelijk uitstekend op de hoogte en winnen daardoor ook aan gezag. Je ziet dus duidelijk dat het een wederzijds versterkend effect heeft.'
Politieke invloed Hoe het spel werkt is goed te zien aan de wateringenieurs. Hier is een duidelijke ontwikkeling te zien, zegt Van Rijswoud. ?Zij begonnen hun carrière in een gespreid bedje. Nederland wapende zich met de deltawerken tegen het water. De politieke agenda was gelijk aan die van de waterbouwers: Nederland veilig achter de dijken. Maar toen een meer ecologische visie op waterbeheer politieke invloed kreeg en een belangrijk adviesorgaan (de Technische Adviescommissie voor Waterkeringen) werd opgeheven, gingen de ingenieurs hun agenda via de media uitdragen. Zo hebben zij bijvoorbeeld de ramp met de orkaan Katrina in New Orleans aangegrepen om er op te wijzen dat zoiets ook in Nederland kan gebeuren. Dit pleidooi is niet zonder gevolg gebleven: het instellen van de tweede Deltacommissie onder leiding van Cees Veerman is hier mede door ingegeven.
Prof. Ab Osterhaus gebruikte zijn rol in de media welbewust om de gevaren van epidemieën op de kaart te zetten. Hij kwam onder vuur te liggen toen hij aandelen van een bedrijf voor contractresearch naar vaccins bleek te hebben. Prof. Ab Osterhaus gebruikte zijn rol in de media welbewust om de gevaren van epidemieën op de kaart te zetten. Hij kwam onder vuur te liggen toen hij aandelen van een bedrijf voor contractresearch naar vaccins bleek te hebben.
Kritiek Op het moment dat de dubbele petten van een deskundige wel duidelijk worden, kan die pittige kritiek verwachten. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Ab Osterhaus die de vogelgriepepidemie aangreep om de Nederlandse en Europese politiek warm te krijgen voor een veel actievere wapening tegen nieuwe (griep) virussen. Dat hij zelf betrokken was bij een bedrijf dat indirect belang had bij griepvaccins deed zijn reputatie geen goed.
?Begrijpelijk,' vindt Van Rijswoud. ?En tegelijk vind ik de kritiek overdreven. De banden tussen wetenschappers en industrie zijn uiteindelijk van veel geringere invloed dan die van de industrie op de politiek. Kijk naar de JSF en de tabakslobby. De wetenschap is in vergelijking daarbij veel netter georganiseerd. atuurlijk moeten deskundigen hun best doen om zich tot het eigenlijke publiek te richten - burgers die op basis van expertinformatie over belangrijke zaken een oordeel moeten vormen ? maar burgers mogen ook experts wel iets meer vertrouwen.'
Erwin van Rijswoud (Rotterdam, 1979) studeerde aan de Universiteit Utrecht af op de geschiedenis van wetenschapsbeleid in Nederland. Hij werkte twee jaar als onderzoeker vanuit het Centre for Society & Genomics aan de Universiteit Twente, waar hij onderzoek deed naar de toekomst van genetica en genomics in de gezondheidszorg, gevolgd door zijn promotie bij het Institute for Science Innovation & Society aan de Radboud Universiteit. Sinds oktober 2011 werkt Van Rijswoud als universitair docent op het gebied van wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Twente.
Promotie de heer drs. E. van Rijswoud: Public faces of science: Experts and identity work in the boundary zone of science, policy and public debate (Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica) Promotiedatum donderdag 8 maart 2012, 13:30 uur. promotor prof. dr. H.A.E. Zwart, copromotor dr. J.G. Marks