Veel te weinig hulp in kampen Dadaab
17-02-2012
De Somalische vluchtelingen in de vluchtelingenkampgroep Dadaab in Kenia zijn terug bij af. Er is veel te weinig hulpverlening, nieuwe vluchtelingen worden niet toegelaten en een groot aantal kinderen is ernstig ondervoed. De gezondheid van de vluchtelingen is serieus in gevaar.
Ontvoering
De situatie voor de Somalische vluchtelingen in vluchtelingenkampgroep Dadaab in Kenia is in de afgelopen maanden verslechterd. Na de ontvoering van 2 hulpverleners van Artsen zonder Grenzen in oktober 2011, schortten veel andere hulporganisaties hun werk in de kampen op. Veel daarvan is sindsdien nog steeds niet opnieuw op gang gekomen. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR stopte de registratie van nieuwe vluchtelingen, zodat nieuwkomers moeten zien te overleven in geïmproviseerde kampen net buiten de officiële opvang, en alleen toegang hebben tot acute levensreddende hulp.
Voedingsprogramma
De gevolgen van deze situatie zijn onder meer te zien in het aantal ondervoede kinderen dat Artsen zonder Grenzen in één deel van het kamp (Daghaley) behandelt. In ons voedingsprogramma daar zijn 2.400 ernstig ondervoede kinderen opgenomen, die in direct levensgevaar verkeren. Dat betekent dat 1 op de 12 kinderen in Daghaley ernstig ondervoed is.
Huisvesting
Ook de inspanningen om vluchtelingen te huisvesten in de Dadaab vluchtelingenkampgroep zijn nagenoeg tot stilstand gekomen. Al in augustus vorig jaar waren er plannen om de opvangcapaciteit met 180.000 plekken uit te breiden, maar daarvan zijn er tot nu toe slechts 60.000 gerealiseerd.
Noodsituatie
In Dadaab heerst opnieuw een noodsituatie. We doen een dringend beroep op de Keniaanse autoriteiten en de UNHCR serieus werk te maken van de bescherming en de verbetering van de leefomstandigheden in Dadaab. De Somaliërs op de vlucht voor de wetteloosheid en onveiligheid in hun eigen land hebben recht op meer dan alleen levensreddende hulp.
Meer weten over de hulp van Artsen zonder Grenzen in verband met de crisis in Somalië, zowel in Somalië als in de vluchtelingenkampen in Kenia en Ethiopië.