Op zoek naar bewijs voor immuniteit-versterkende voedingsvezel
9 jan 2012
Onderdeel: Food and Biobased Research
Vezels zijn vermoedelijk goed voor het immuunsysteem. Maar ?vermoedelijk' is
niet goed genoeg voor de Europese waakhond EFSA die voedingsclaims beoordeelt.
Daarom start deze maand het EU FibeBiotics project. Gedurende een periode van
4,5 jaar wordt er onderzoek gedaan naar de effecten van voedingsvezels op het
immuunsysteem. Wageningen UR Food & Biobased Research leidt het consortium. De
EU selecteerde hen uit 30 voorstellen en ondersteunt het project met ?6M
subsidie.
Voedingsproducenten hebben harde bewijzen nodig voordat ze op hun verpakking
mogen zetten dat hun producten een gezondheidseffect hebben. FibeBiotics gaat
onderzoek doen naar het effect van voedingsvezels op het immuunsysteem. Dit
onderzoek wordt uitgevoerd in een consortium met acht bedrijven, vijf
onderzoeksinstituten en vier universiteiten. Tevens worden er methoden opgezet
om onderzoek in de toekomst voor andere vezels efficiënt te kunnen laten
verlopen.
Dat polysacchariden (lange ketens van suikers die onder de voedingsvezels
worden ingedeeld) en het immuunsysteem iets met elkaar te maken hebben is
duidelijk. De immuunreactie van het lichaam op indringers is vaak gericht op de
suikerketens aan de buitenkant van bacteriën, schimmels of gisten. Het
immuunsysteem herkent de indringer aan een specifieke suikerketen, en bereidt
dan de aanval voor om die indringer op te ruimen. Onderzoek heeft uitgewezen
dat sommige polysacchariden, bijvoorbeeld die uit de celwanden van gist maar
die ook aanwezig zijn in diverse plantaardige producten, in staat zijn het
immuunsysteem vanuit de darm te activeren, ook als er geen indringers in zicht
zijn. De polysacchariden kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat macrofagen in
actie komen, cellen die ziekteverwekkers opslokken. Macrofagen vormen een
belangrijke schakel in de algemene afweer, de verdedigingslinie die altijd
klaar staat. Door die cellen actiever te maken zou de algemene weerstand van
mensen kunnen verbeteren.
Een andere verdediging tegen indringers werkt juist specifiek. Op dat systeem
zijn vaccins gebaseerd. Als het lichaam een virus eerder heeft gezien, ligt het
draaiboek voor de respons al klaar en komt de immuunreactie veel sneller op
gang. Bij veel ouderen die zich laten inenten tegen de griep lijkt de
bescherming onvoldoende op gang te komen, mogelijk omdat veel ouderen een
minder actief immuunsysteem hebben. Een belangrijk onderdeel van het EU
FibeBiotics project is daarom een studie bij ouderen om te onderzoeken of de
polysacchariden en polysacchariden-bevattende voedingsproducten
vaccinatie-efficiëntie kunnen beïnvloeden.
In andere onderdelen van het onderzoeksprogramma wordt onderzocht of vezels nog
steeds actief zijn als ze in een voedingsproduct verwerkt zijn. Ook worden er
systemen opgezet om polysacchariden naar effectiviteit in te delen omdat het
aannemelijk is dat deze niet allemaal eenzelfde effect op het immuun systeem
zullen hebben. Polysacchariden die niet direct het immuunsysteem beïnvloeden
zouden mogelijk wel in staat kunnen zijn de bacteriepopulaties in onze darmen
te veranderen, ook wel prebiotisch effect genoemd. Ook dit kan dan een indirect
effect geven op het immuunsysteem en behoud van gezondheid en wordt daarom ook
meegenomen in FibeBiotics.
Onderzoeker Jurriaan Mes van Food & Biobased Research, die het consortium
leidt, verwacht dat het onderzoek naast veel inzichten rond de effecten van
polysacchariden ook veel standaardmethoden gaat opleveren voor bedrijven die
later willen onderzoeken of hun specifieke voedingscomponent en -producten
effect hebben op de darm en het immuunsysteem.