Port of Rotterdam
Datum 29-12-2011
Bron Havenbedrijf Rotterdam N.V. ©
Overslag Rotterdamse haven neemt licht toe
De goederenoverslag in de Rotterdamse haven is in 2011 met 0,8%
toegenomen tot 433 miljoen ton. Dit is 3 miljoen ton meer dan in het
vorige recordjaar 2010. De aanvoer groeide 0,8% tot 308 miljoen ton, de
afvoer 0,7% tot 126 miljoen ton. De overslag van ijzererts en schroot
(-6%), ruwe olie (-8%) en minerale olieproducten (-6%) liep terug. Er
werd meer agribulk (+18%), kolen (+12%), overig droog massagoed (+7%),
overig nat massagoed (+2%), containers (+10%), roll on/roll off (+4%)
en overig stukgoed (+13%) behandeld.
Hans Smits, president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam:
"Ondanks de tegenvallende economie en de sinds november weggevallen
groei van de overslag in de haven, is het de negende keer in tien jaar
dat we groei kunnen noteren. Dit demonstreert het belang van continue
investeren in capaciteit en nieuwe activiteiten zoals de opslag van LNG
en de productie van bioethanol. De grootste groeiers waren de overslag
van containers, kolen en agribulk.
De overslag in de haven is sterk gerelateerd aan de ontwikkeling van
de, relevante, wereldhandel en de Duitse industriële productie. Op
basis daarvan verwachten we volgend jaar het huidige niveau vast te
kunnen houden. Ik ga er daarbij van uit dat wij in de tweede helft van
het jaar de Europese vertrouwenscrisis achter de rug hebben.
Bedrijfsleven en Havenbedrijf gaan door met investeren zoals in
Maasvlakte 2, containerterminals en tankterminals, want wij verwachten
ook vanaf 2013 weer een redelijke groei".
Droog massagoed
De totale behandelde hoeveelheid droog massagoed nam toe met 3% tot 87
mln. ton.
De overgeslagen hoeveelheid kolen, steeg met 12% naar 27 mln. ton. Door
de sluiting van hoogovens daalde de vraag naar cokeskolen, maar door
mijnsluitingen daalde het Duitse aanbod sterker. De vraag naar
energiekolen, 60% van het Rotterdamse totaal, bleef de eerste 9 maanden
onder verwachting omdat Duitsland veel wind- en zonne-energie en
atoomenergie uit Frankrijk en Tsjechië gebruikte. Na het besluit Duitse
atoomcentrales af te koppelen nam de vraag naar kolen snel en sterk
toe. Voor volgend jaar wordt een stabilisatie van de kolenoverslag
verwacht.
De overslag van ertsen en schroot liep met 6% terug tot 38 miljoen ton.
In het eerste halfjaar was de aanvoer matig door het interen op
voorraden uit 2010. De afvoer naar het achterland lag wel op normaal
niveau. In de tweede helft van het jaar werd de staalproductie
teruggeschroefd, inclusief sluiting van hoogovens in Luik, Florange en
Eisenhüttenstadt. Een verdere vermindering wordt verwacht. Het effect
op de overslag is tot dusverre beperkt omdat de overslag tegen het eind
van 2010 ook laag was door hoge voorraden.
Het overig droog massagoed (mineralen, ertsconcentraten,
bouwmaterialen) groeide met 7% tot 13 mln. ton. De belangrijkste
gebruikers in dit segment, de chemische- en de metaalindustrie hielden
de productie op een hoog niveau. De derde grote afnemer, de bouwsector,
bleef zwak. De overslag van biomassa nam met enkele honderdduizenden
tonnen toe. Rotterdam heeft nu een aandeel van ongeveer 30% in de
West-Europese import van houtpellets. Er werd in 2011 uitzonderlijk
veel (strooi) zout geïmporteerd.
De overslag van agribulk (granen, oliezaden, derivaten) nam toe met 18%
tot 10 miljoen ton. Door de tegenvallende Europese oogst van raapzaad
en tarwe, in combinatie met een Russisch exportverbod in het eerste
halfjaar, nam de import over zee toe. De tijdelijke verlaging van
importtarieven op voedergranen droeg eveneens hieraan bij. Belangrijk
was de start van de bioethanolfabriek van Abengoa, waarvoor alleen al
over zee ongeveer 600.000 ton granen werd aangevoerd. Een onbekende
hoeveelheid kwam per trein uit het Europese achterland.
Nat massagoed
Het overgeslagen volume nat massagoed daalde met 6% tot 179 mln. ton.
De aanvoer van ruwe olie nam af met 8% tot 92 miljoen ton. De
raffinageproductie is laag door de hoge olieprijzen en lage vraag naar
producten in Noordwest-Europa. Door de geringe tot negatieve
raffinagemarge is een deel van het groot onderhoud naar dit jaar
getrokken. Hierdoor viel de import naar een historisch laag niveau.
De aanvoer van olieproducten kromp met 3% tot 42 miljoen ton, de afvoer
met 10% tot 31 mln. ton. In totaal werd 73 mln. ton (-6%) behandeld. De
daling is vooral toe te schrijven aan het, relatief uniek, vrijkomen
van drijvende opslag in 2010. Dit betrof veel gasolie/diesel. De
aanvoer van stookolie, het in volume grootste product, steeg licht.
Daarentegen daalde de import van kerosine, evenals de export van
benzine.
De overslag van overig nat massagoed nam licht toe, met 1% tot 32
miljoen ton. De Europese chemie groeide licht, met een afname naar het
eind van het jaar. In de sector (bulk)chemicaliën werd meer methanol
behandeld, zowel inkomend als uitgaand. De import van palmolie liep
iets terug door de hoge prijzen. De import van raap- en koolzaadolie
(uit Frankrijk en Canada) nam toe, door de tegenvallende oogst in
Duitsland. De overslag van biobrandstoffen nam af, vooral door de
teruggelopen Braziliaanse productie van bioethanol.
Containers en breakbulk
De behandeling van containers verbeterde zich 10% ten opzichte van
vorig jaar. De groei in eenheden van 20 voet was ruim 6%, tot 11,9
miljoen TEU. Het verschil geeft aan dat er minder lege containers
werden behandeld. Rotterdam bouwde zijn positie in de kwantitatief
grootste `trade', die tussen Europa en Azië, verder uit. Op dit traject
worden steeds meer schepen van 10.000-15.000 TEU ingezet, die hier
gemakkelijker terecht kunnen dan bij de concurrentie. Ook de direct aan
de diepzeeschepen gekoppelde `transhipment', vooral die op het Baltisch
gebied, bleef het goed doen. De overslag van intra-Europese containers,
`shortsea', groeit licht.
De roll-on / roll-off sector in Rotterdam is vrijwel geheel gericht op
de Britse markt waar de economie bescheiden groeit. Dit beperkt de
groei van de veerdiensten tot 4% en een overslag van krap 18 miljoen
ton. De financiële marges blijven flinterdun, niet in de laatste plaats
door de ook binnen Rotterdam zware concurrentie.
Het overig stukgoed blijft groeien,dit jaar met 13%. De krap 8 miljoen
ton lading bestaat uit de groeiproducten staal, metalen (aluminium,
koper etc.) en projectlading, alsmede uit papier- en houtproducten,
auto's en fruit. Het laatstgenoemde product wordt inmiddels voor het
grootste deel in containers aangevoerd.