Vlaamse Overheid
Omgevingsvergunning in
Vlaamse Regering voert permanente Omgevingsvergunning in
Persmededeling van de Vlaamse Regering
vrijdag 23 december 2011
Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu Joke SCHAUVLIEGE en
Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening, Philippe MUYTERS keurde de
Vlaamse Regering vandaag de conceptnota voor de invoering van de
Omgevingsvergunning goed. Tegelijk heeft de Vlaamse Regering op
voorstel van Vlaams minister Schauvliege ingestemd met de conceptnota
over de permanente milieuvergunning. Hiermee komt de Vlaamse Regering
tegemoet aan de vraag van de bedrijfswereld om vergunningsprocedures
sneller, geïntegreerder en probleemoplossend te laten verlopen.
De Omgevingsvergunning vervangt zowel de bestaande stedenbouwkundige
vergunning als de milieuvergunning. Tegenover de startnota (22 juli
2011) stapt de conceptnota af van een gefaseerde invoering. Fasering
zou immers leiden tot naast elkaar lopende procedures en zou voor de
aanvrager veel onduidelijkheid scheppen met wisselende
bevoegdheidsniveaus. Tot op vandaag zal een initiatiefnemer van een
project bv. bij de deputatie (provincie) een milieuvergunning moeten
aanvragen en een stedenbouwkundige vergunning bij het college van
burgemeester en schepenen (gemeente). Twee uiteenlopende procedures,
met diverse soms tegenstrijdige adviezen, waarbij de initiatiefnemer
sommige procedurestappen twee keer moet zetten en op het einde van de
rit met botsende beslissingen geconfronteerd kan worden.
Win-win
De Omgevingsvergunning wil deze problemen van de baan en proceswinsten
creëren bij zowel publieke als private investeerders. Door:
o probleemoplossende vergunningsprocedures met maximaal gebruik van
dwingende vervaltermijnen en het vermijden dat een initiatiefnemer
meermaals dezelfde procedurestappen moet zetten zonder enige
meerwaarde. Dit vermindert fors de administratieve lasten, en levert
tijdswinst en kostenbesparing op.
o de organisatie van een geïntegreerde adviesverlening. Dit voorkomt
dat de initiatiefnemer geconfronteerd wordt met een overheid die voor
hetzelfde project uiteenlopende en soms zelfs tegenstrijdige adviezen
geeft.
o de vergunningverlenende bevoegdheid bij één bestuur te leggen. De
initiatiefnemer hoeft niet langer te schipperen tussen twee bevoegde
bestuursniveaus, met tegenstrijdige doelstellingen. Dit bevordert
uiteraard de coherentie van de vergunningverlening. Tegenstellingen
tussen stedenbouwkundige en milieuvergunningen, die het project
onuitvoerbaar maken, worden uitgesloten.
De Omgevingsvergunning legt dus de vergunningsbeslissing bij één
bevoegde overheid. In principe is dat de gemeente tenzij voor dié
projecten waarvoor de provincie of de Vlaamse overheid als bevoegde
vergunningverlenende instantie zijn aangeduid.
Voor de provincie zijn dat projecten met een mogelijke grote
milieuhygiënische en ruimtelijke impact, die het gemeentelijke niveau
overstijgt. Voor de Vlaamse Regering zijn dat projecten die zowel
ruimtelijk als op het vlak van milieu een regionale impact kunnen
hebben (bv. nieuwe autosnelwegen, tramlijnen, grootschalige
windturbineprojecten, enz...).
De Omgevingsvergunning gaat ook gepaard met een omvangrijke
declassering van de inrichtingen. Volgens een eerste schatting zullen
de klasse 1 inrichtingen herleid worden tot ongeveer 5.000 die door de
provincie worden vergund en de overige door de gemeenten. Daarnaast
wordt de bijzondere procedure zoals ze vandaag bestaat afgeschaft.
Vanzelfsprekend zullen er nog projecten zijn - publieke en private -
die een afweging en beslissing op Vlaams niveau vereisen. Deze Vlaamse
projecten zullen in een gesloten lijst worden opgenomen.
Nieuw, in het kader van de Omgevingsvergunningsprocedure, is de
geïntegreerde adviesverlening door een Omgevingsvergunningscommissie.
De diverse adviesverlenende instanties maken in één synthese-advies een
globale beoordeling van het project. Dat betekent dat naast de milieu-
en de stedenbouwkundige/ruimtelijke aspecten, ook o.m. mobiliteits-,
energie- en socio-economische factoren bij de beoordeling van een
vergunningsaanvraag kunnen worden meegenomen. Bovendien krijgt een
initiatiefnemer te maken met een Vlaamse overheid die met één stem
spreekt. Een geïntegreerde vergunningverlening vereist op het terrein
ook een gecoördineerde handhavingsaanpak door betere synergie tussen de
inspectiediensten van milieu en stedenbouw.
Permanent
Tenslotte heeft de Vlaamse Regering op voorstel van minister
Schauvliege ook het principe goedgekeurd dat een vergunning niet langer
in de tijd wordt beperkt. Tot nu toe is die termijn maximaal 20 jaar.
Onze buurlanden verbinden aan hun vergunning geen vervaltermijn en
Europeesrechtelijk bestaat er evenmin een verplichting om een
vervaltermijn te voorzien voor de milieuvergunningen.
Met de permanente milieuvergunning kan veel dynamischer op de bal
worden gespeeld via periodieke evaluaties, afhankelijk van o.m. de aard
van de inrichtingen, bedrijfs- of sectorspecifieke elementen. Indien
nodig of opportuun kunnen de vergunningverlenende overheden
vergunningsvoorwaarden voor een bedrijf actualiseren. Dat kan
ambtshalve of op verzoek van publiek of adviesinstanties en dit naar
aanleiding van controle of periodieke evaluaties. Soms kan de
vergunningverlenende overheid de vergunningstermijn in de tijd
beperken, bv. omdat een bedrijf een bepaalde tijd krijgt om na een
aantal jaar te herlocaliseren.
De permanente vergunning geeft de bedrijven ook meer rechtszekerheid en
houdt een kostenbesparing in. Tot op vandaag moet bij de hervergunning
van een bestaande inrichting de exploitant een nieuwe aanvraag
indienen. Dat bezorgt zowel de overheden, als de exploitanten/bedrijven
een administratieve last waarvan de meerwaarde betwijfeld wordt. Het
gaat immers om de hervergunning van bestaande bedrijven waarvan de
mogelijke milieu-impact al in kaart is gebracht n.a.v. de
oorspronkelijke vergunningverlening. Het zal in die gevallen vaak
volstaan om de vergunningsvoorwaarden aan te passen aan nieuwe kennis,
technologische vooruitgang of gewijzigde omgevingsfactoren.
Belangrijke stap
De conceptnota die vandaag werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering,
is een belangrijke stap voor de invoering van de Omgevingsvergunning.
De Vlaamse Regering zal nu advies inwinnen bij de strategische
adviesraden, VVSG en de provincies waarna het regelgevend werk kan
beginnen. Een overkoepelend kaderdecreet zal in 2012 opgesteld worden
en zal het juridisch kader bieden voor de operationalisering van de
Omgevingsvergunning.