Nationale Bank van Belgie
Communicatie
Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14
1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be
Ondernemingsnummer:
0203.201.340 - RPR Brussel
Instituut voor de nationale rekeningen
2011-12-23
PERSCOMMUNIQUÉ
Links: BelgoStat On-line Algemene informatie
Regionale rekeningen 2009: Eerste resultaten volgens de definitieve methode
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) publiceert vandaag, 23 december 2011, een eerste set resultaten uit
de regionale rekeningen volgens de definitieve methode. De resultaten zijn coherent met de nationale rekeningen
gepubliceerd in september 2011 en zijn dus voor het eerst opgemaakt volgens de activiteitennomenclatuur
NACE 2008. Bovendien werden een aantal bronnen en ramingsmethodes herzien (methodologische nota).
In 2009 nam de bruto toegevoegde waarde tegen lopende prijzen in Brussel toe met 0,6 %. In Wallonië en
Vlaanderen daalde de toegevoegde waarde met respectievelijk 1,8 en 2,2 %. Op het niveau van het Rijk werd een
krimp met 1,6 % opgetekend. Die veranderingspercentages zijn berekend op de lopende prijzen en zijn daarom niet de
economische groeicijfers die pas in februari 2012 berekend en gepubliceerd zullen worden op basis van de
toegevoegde waarde gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling (i.e. de toegevoegde waarde naar volume).
Bedrijfstakken met de grootste impact op de verandering van de bruto toegevoegde waarde, tegen lopende prijzen per
gewest - jaar 2009 (in procentpunt)
Brussel Vlaanderen Wallonië
Financiële activiteiten en verzekeringen (KK) 2,30 0,36 0,41
Rechtskundige en boekhoudkundige diensten, hoofdkantoren, adviesbureaus,
architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen (MA)
0,81 0,17 -0,01
Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen (OO) 0,60 0,12 0,24
Industrie (C) -1,74 -1,72 -2,11
waarvan:
Geraffineerde aardolieproducten (CD) -1,12 -0,22 0,01
Metalen in primaire vorm, producten van metaal, excl. machines
en apparaten (CH)
-0,06 -0,56 -1,16
Vervaardiging van transportmiddelen (CL) 0,01 -0,37 -0,11
Vervaardiging van machines (CK) -0,11 -0,33 -0,16
Vervaardiging van chemische producten (CE) -0,21 -0,11 -0,36
Producten van rubber en kunststof en van andere nietmetaalhoudende
mineralen (CG)
-0,04 -0,12 -0,28
Groot- en detailhandel, reparatie van auto's en motorfietsen (GG) -0,77 -0,46 -0,27
Exploitatie van en handel in onroerend goed (LL) -0,59 -0,32 -0,39
Vervoer en opslag (HH) -0,21 -0,48 -0,06
Administratieve en ondersteunende diensten (NN) -0,28 -0,42 -0,26
Gezondheidszorg (QA) -0,03 0,21 0,65
Onderwijs (PP) 0,23 0,18 0,40
p.m.: totale verandering tegenover 2008 (in %) 0,6 -2,2 -1,8
Bron: INR.
Brussel was het enige gewest dat zijn toegevoegde waarde tegen lopende prijzen kon verhogen. Dit was vooral
mogelijk door de sterke toename bij de financiële activiteiten, die, in combinatie met een hoog aandeel in de Brusselse
economie, een bijdrage leverden van 2,3 procentpunt, wat het verschil met de realisaties van de twee andere gewesten
grotendeels verklaart. De sterke toename in de financiële activiteiten was te wijten aan de forse stijging van de
productie van fisim. In 2009 nam de totale marge tussen de referentierentevoet en de rente op enerzijds kredieten en
anderzijds deposito's immers toe. Grote bedragen voor fisim tegen lopende prijzen sorteren weinig effect op de
volumeramingen. Dit komt doordat de wijzigingen in de uitstaande bedragen aan kredieten en deposito's als volumeindicator
gebruikt worden en hierin van jaar tot jaar weinig fluctuaties optreden.
Communicatie
Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14
1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be
Ondernemingsnummer:
0203.201.340 - RPR Brussel
2
Daarnaast leverden ook de bedrijfstakken "rechtskundige en boekhoudkundige diensten, hoofdkantoren,
adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen" en "openbaar bestuur en defensie, verplichte
sociale verzekeringen" een substantieel hogere bijdrage tot de stijging van de toegevoegde waarde in Brussel dan in
beide andere gewesten. Daartegenover staat dat die stijgingen in Brussel sterk naar beneden getrokken werden door
de negatieve bijdrage van enerzijds de industrie - vooral veroorzaakt bij de bedrijfstak "geraffineerde
aardolieproducten"- en anderzijds de "handel" en "exploitatie van en handel in onroerend goed".
In Vlaanderen en Wallonië was het vooral de industrie die de sterke daling van de toegevoegde waarde in beide
gewesten verklaarde. In de Vlaamse industrie droegen vooral de bedrijfstakken "ijzer-, staal- en metaalverwerkende
nijverheid", "vervaardiging van transportmiddelen" en "vervaardiging van machines" sterk bij tot de terugval in de
industrie. In Wallonië waren dit de bedrijfstakken "ijzer-, staal- en metaalverwerkende nijverheid", maar ook de
"chemie" en de "vervaardiging van producten van rubber, kunststof en andere niet-metaalhoudende minerale
producten". Daarnaast werd de toename in Vlaanderen ook negatief geïmpacteerd door de significante daling van de
toegevoegde waarde in de bedrijfstakken "vervoer en opslag" en "handel" en "administratieve en ondersteunende
diensten". Enkel de bedrijfstak "financiële activiteiten" leverde in Vlaanderen een noemenswaardige positieve bijdrage.
In Wallonië daarentegen kon de sterke daling in de industrie ook nog enigszins getemperd worden door de positieve
bijdragen van de bedrijfstakken "gezondheidszorg" en "onderwijs".
De beloning van werknemers nam in 2009 in Brussel toe met 2,2 % en in Wallonië met 1,4 %. Vlaanderen tekende
een stagnatie op. Globaal steeg de beloning van werknemers, tegen lopende prijzen, in België met 0,8 %. In alle drie
de gewesten namen de lonen in 2009 heel wat minder toe dan tijdens de voorafgaande jaren.
Bedrijfstakken met de grootste impact op de verandering van de beloning van werknemers per gewest - jaar 2009
(in procentpunt)
Brussel Vlaanderen Wallonië
Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekering (OO) 0,94 0,21 0,40
Rechtskundige en boekhoudkundige diensten, hoofdkantoren, adviesbureaus,
architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen (MA)
0,73 0,05 0,03
Onderwijs (PP) 0,38 0,35 0,71
Maatschappelijke dienstverlening (QB) 0,16 0,36 0,36
Groot- en detailhandel, reparatie van auto's en motorfietsen (GG) 0,06 0,32 0,41
Gezondheidszorg (QA) 0,03 0,12 0,34
Industrie (C) -0,62 -1,25 -0,79
Administratieve en ondersteunende diensten (NN) -0,06 -0,52 -0,30
p.m.: totale verandering tegenover 2008 (in %) 2,2 0,0 1,4
Bron: INR.
In 2009 ging het primair inkomen op het niveau van het Rijk er voor het eerst in jaren op achteruit (-0,5 %),
voornamelijk door een vermindering van het inkomen uit vermogen met 11,5 % en dit vooral ingevolge de daling van de
rentetarieven. Het primair inkomen van zowel Vlaanderen als Wallonië daalde met 0,6 %, terwijl dat van Brussel quasi
gelijk bleef (+0,1 %). Voor Brussel werd de vermindering aan intrestinkomens gecompenseerd door een toename van
zowel de looninkomens van de loontrekkenden (+1,4 %) als van het gemengd inkomen van de zelfstandigen (+2,2 %).
Voor het Waals Gewest bedroeg de stijging van de looninkomens slechts +0,4 %, terwijl die in het Vlaams Gewest een
nulgroei kenden.
Het beschikbaar inkomen van de huishoudens van zowel het Vlaams als het Waals Gewest nam in 2009 toe met
+2,1 %, terwijl dat van de huishoudens van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 1,9 % steeg. Dat het Vlaams en
het Waals Gewest, ondanks een daling van het primair inkomen, een stijging kenden van het beschikbaar inkomen,
kwam door de hogere groeibijdrage van de ontvangen sociale uitkeringen.
Communicatie
Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14
1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be
Ondernemingsnummer:
0203.201.340 - RPR Brussel
3
SLEUTELVARIABELEN VAN DE REGIONALE REKENINGEN
In absolute cijfers
(mln. euro's
)
Aandeel van elk
gewest in het Rijk
(%)
Veranderingspercentages t.o.v. het vorige jaar
2009 2009 2007 2008 2009
Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, tegen lopende prijzen (volgens werkplaats)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 57 712,3
174 623,2
71 935,6
169,5
304 440,6
19,0
57,4
23,6
0,1
100,0
4,4 3,1 0,6
Vlaams Gewest 5,9 3,0 -2,2
Waals Gewest 4,6 5,1 -1,8
Extraregionaal gebied 3,0 4,1 3,9
Het Rijk 5,3 3,5 -1,6
Beloning van werknemers (volgens werkplaats)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 35 028,0
100 365,2
42 860,3
156,2
178 409,7
19,6
56,3
24,0
0,1
100,0
6,0 3,7 2,2
Vlaams Gewest 5,4 5,9 0,0
Waals Gewest 4,2 6,4 1,4
Extraregionaal gebied 2,8 4,3 3,9
Het Rijk 5,2 5,6 0,8
Primair inkomen van de huishoudens (volgens woonplaats)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 22 959,6 9,3 6,7 5,9 0,1
Vlaams Gewest 154 035,2 62,5 5,3 5,4 -0,6
Waals Gewest 69 478,8 28,2 5,2 5,5 -0,6
Extraregionaal gebied 103,0 0,0 5,4 5,1 4,3
Het Rijk 246 576,6 100,0 5,4 5,5 -0,5
Beschikbaar inkomen van de huishoudens (volgens woonplaats)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19 036,6 9,5 6,6 5,7 1,9
Vlaams Gewest 123 066,8 61,2 5,0 5,5 2,1
Waals Gewest 59 014,1 29,3 4,6 5,2 2,1
Extraregionaal gebied 100,2 0,0 5,1 5,0 4,0
Het Rijk 201 217,8 100,0 5,0 5,4 2,1
Bron: INR.
Technische nota:
Structuureffect van revisies in de nationale cijfers
De regionale rekeningen zijn coherent met de september 2011-versie van de nationale rekeningen. Wijzigingen in de nationale cijfers
to. vroegere versies hebben een verschillend impact per gewest doordat bedrijfstakken een verschillend gewicht hebben in het totaal
per gewest (= structuureffect).
Fisim
Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs zijn het deel van de output van financiële intermediairs dat niet afzonderlijk
door deze producenten aan hun klanten aangerekend wordt, maar dat verrekend wordt in de intereststromen.