Raad voor de Rechtspraak
Straf voor azijnzuur-moord op dochter definitief
Den Haag , 21-12-2011
De vrouw die haar 7-jarige dochter om het leven bracht door haar
azijnzuur toe te dienen en/of haar keel dicht te knijpen heeft hiervoor
definitief zeven jaar gevangenisstraf gekregen. De Hoge Raad heeft
namelijk haar cassatieberoep verworpen tegen de uitspraak van het
gerechtshof dat haar tot deze straf veroordeelde.
Azijnzuur
Op 15 januari 2008 brengt de verdachte in haar woning in Amsterdam haar
7-jarige dochter om het leven door haar azijnzuur toe te dienen en/of
haar keel dicht te knijpen. Hierna doet de verdachte een suïcidepoging
die mislukt. De verdachte waarschuwt na haar daad haar partner en die
seint de politie in. De politie treft het meisje dood aan.
Moord of doodslag?
De rechtbank oordeelde eerder dat hier sprake was van doodslag maar het
hof stelde moord vast, omdat de daad was verricht met voorbedachten
rade. De handelingen die nodig waren voor het toedienen van het
azijnzuur gaven de verdachte de mogelijkheid zich te bezinnen op haar
daad; het was dus geen opwelling, want dan zou de daad doodslag hebben
opgeleverd.
Opwelling
De verdachte klaagt onder meer dat het hof onvoldoende zou hebben
gemotiveerd dat zij haar dochter met voorbedachten rade zou hebben
gedood. Zij zou haar in een opwelling hebben gewurgd, maar zij zou haar
dochter geen azijnzuur hebben toegediend. Het hof zou de mogelijkheid
hebben opgehouden dat het azijnzuur uitsluitend is gebruikt voor de
voorgenomen zelfdoding van de verdachte.
Verbonden
Volgens de Hoge Raad is dat onjuist. Het hof vindt het voldoende
aannemelijk dat de verdachte het slachtoffer azijnzuur heeft
toegediend. De dood van de dochter en de voorgenomen zelfdoding zijn
door de verdachte steeds met elkaar verbonden, zodat er van een
opwelling geen sprake kan zijn.