KPMG
KPMG: "Pensioenfondsen kunnen niet langer zonder volledig professioneel
bestuur"
Nederlandse pensioenfondsen kunnen niet langer zonder volledig
professioneel bestuur en het daarbij horende beloningsbeleid. Met name
bestuurders van kleinere pensioenfondsen hebben steeds meer moeite om
controle te houden op het uitbestede vermogensbeheer en ontberen veelal
inzicht in de beleggingsportefeuilles en de risico's die zij daarmee
lopen.
"Als gevolg van de crisis op de financiële markten zijn de
beleggingsresultaten en de dekkingsgraden van veel fondsen flink
verslechterd", zegt Edward Snieder, segmentleider Pensioenfondsen bij
KPMG. Snieder: "Om de dekkingsgraad weer op peil te krijgen, moeten
hoge rendementen gerealiseerd worden en is het veelal noodzakelijk te
investeren in complexe beleggingsproducten.
Juist voor deze producten ontbreekt bij veel bestuurders de
noodzakelijke kennis. Veel bestuurders kampen dan ook met een enorm
dilemma. De toezichthouder verwacht enerzijds een oplossing voor het
probleem van de lage dekkingsgraad, anderzijds wijst zij erop dat
bestuurders alleen in producten moeten stappen die zij volledig
doorgronden.
De behoefte aan een volledig professioneel bestuur bij de
ondernemingspensioenfondsen is niet nieuw, maar wordt wel steeds
urgenter nu de druk op de pensioenfondsen verder oploopt en
toezichthouders zich nadrukkelijker laten zien."
Het is volgens Snieder duidelijk dat pensioenfondsbestuurders aan
steeds hogere eisen moeten voldoen als het gaat om kwaliteit,
deskundigheid en tijdsbesteding. Snieder: "Dat betekent dat ook de
beloning van bestuurders van pensioenfondsen in overeenstemming dient
te zijn met deze strengere eisen. Uit onderzoek dat KPMG jaarlijks
verricht onder honderd ondernemingspensioenfondsen blijkt echter dat
minder dan 25% van de fondsen haar bestuurders financieel beloont.
Daarnaast is een meerderheid niet van plan op korte termijn over te
stappen naar professioneler bestuur van het fonds. Slechts 14% van de
fondsen wil binnen drie jaar professionele bestuurders aanstellen. De
helft van de fondsen geeft bovendien aan geen meerwaarde te zien in een
standaard beloningsmodel voor haar bestuurders."
Gezien de toegenomen verantwoordelijkheid en de steeds zwaardere eisen
is het volgens Snieder echter de hoogste tijd om het beloningsbeleid
bij pensioenfondsen te hervormen. Snieder: "De Pensioenfederatie heeft
hiervoor een goede aanzet gedaan. Van belang is echter dat er nu ook
een functiewaarderingsmodel komt, dat niet alleen transparantie en
eenduidigheid over de kosten van het bestuur van een pensioenfonds
biedt, maar de fondsen ook dwingt om het profiel van een
pensioenfondsbestuurder en het gewicht van de functie expliciet te
benoemen.
In dit model moet hoogte van de beloning van de bestuurders worden
gebaseerd op functiezwaarte, die onder meer afhankelijk is van de
omvang van het belegd vermogen, de organisatiestructuur en de positie
in het maatschappelijk krachtenveld. Overigens is marktconformiteit van
de beloning hierbij nog wel een punt van aandacht.
En ook de uitkomst van de maatschappelijke discussie die al langer
loopt over de beloning van bestuurders in (semi-)publieke sectoren,
zoals de zorg, de woningcorporaties en de kinderopvang, moet in het
beloningsmodel worden meegenomen.
Daarnaast is het aan te bevelen om naar analogie van de
woningcorporaties een gezamenlijke norm te definiëren. Hiermee kan
worden voorkomen dat er tussen pensioenfondsen onderling concurrentie
optreedt om de beste bestuurders aan te trekken."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656
7039.