Studie naar resistentie chemotherapie bij chronische lymfatische leukemie
Promotie Geneeskunde
donderdag 22 december, 14.00 uur
Een van de grootste problemen bij de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) is het ontstaan van resistentie tegen chemotherapie. Er zijn twee soorten mechanismen die daaraan bijdragen. Ten eerste zijn er interacties tussen CLL-cellen en het micromilieu. Dergelijke interacties induceren een overlevingsvoordeel voor CLL-cellen. Ten tweede dragen verworven genetische afwijkingen bij aan resistentie, vooral die afwijkingen die de functie van het eiwit p53 treffen. Sanne Tonino onderzocht hoe interacties tussen CLL-cellen en het micromilieu tot resistentie leiden en op welke manieren celdood geïnduceerd kan worden als resistentie (vooral ten gevolge van het niet goed functioneren van p53) eenmaal is ontstaan. Ze laat zien dat CLL-cellen onder verhoogde oxidatieve stress staan en dat interferentie in de redoxbalans tot p53-onafhankelijke celdood leidt. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat het eiwit p73, een familielid van p53, in therapieresistente CLL-cellen de functie van
p53 over kan nemen. Gericht ingrijpen op deze paden zou een zinvolle benadering kunnen zijn om resistentie tegen chemotherapie in CLL te overwinnen.
Mw. S.H. Tonino: Targets for the treatment of drug resistant chronic lymphocytic leukemia. Promotor is dhr. prof. dr. M.H.J. van Oers.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.
Universiteit van Amsterdam