CDA
Verhuisplicht in de bijstand is niet effectief
donderdag 22 december 2011
Minister Kamp wil mensen in de bijstand dwingen te verhuizen als er
ergens anders in het land werk beschikbaar is. Volgens CDAâers Eddy van
Hijum en Myra Koomen is het beter om mee te denken over de vraag wat
iemand nodig heeft voor een permanente verhuizing van een uitkering
naar een betaalde baan.
"Minister Kamp van Sociale Zaken gooide vorige week weer eens effectief
een knuppel in het hoenderhok. Mensen met een bijstandsuitkering moeten
zich meer inspannen om aan het werk te komen. En als daar kansen
liggen, dan moeten ze maar verplicht verhuizen naar de andere kant van
het land. Dat doen werkenden immers ook. Voor mensen met een
WW-uitkering zou een dergelijke verhuisplicht bovendien al gelden.
Wij bestrijden niet dat mensen met een uitkering hun best moeten doen
om werk te vinden. Het is voor niemand goed om langer dan nodig te
blijven hangen in de bijstand. Maar het voorstel van de minister is
niet nodig en niet effectief. Het is niet nodig, omdat de arbeidsplicht
stevig is verankerd in de Wet Werk en Bijstand. Iedereen die een
bijstandsuitkering ontvangt is verplicht om werk te zoeken en om een
aanbod van âalgemeen geaccepteerd werkâ te aanvaarden. De wet stelt
geen eisen aan de aard van het werk (zolang het maar normaal werk is)
en ook niet aan de reistijd. Gemeenten kunnen dus mensen al dwingen om
ver buiten hun eigen woonplaats werk te aanvaarden. Veel gemeenten
hanteren hierbij een ruime reistijd en sluiten een verplichte
verhuizing niet uit, maar houden wel rekening met de gezinssituatie en
de kosten.
Een algemene verhuisplicht is bovendien niet effectief. Voor veel
mensen in de bijstand is niet zozeer het probleem dat er geen passend
werkaanbod in de regio beschikbaar is. Vaak zijn er tijdelijke banen,
uitzendbanen of moeilijk vervulbare vacatures genoeg. Wanneer echter de
reiskosten niet worden vergoed, loont een stap naar tijdelijk werk
financieel lang niet altijd. Een ander probleem is de afstand van
mensen in de bijstand tot de arbeidsmarkt. Niet zelden is sprake van
langdurige werkloosheid, gebrek aan scholing, een arbeidshandicap,
schulden, verslaving en/of psychische problemen. Voor een duurzame
terugkeer naar de arbeidsmarkt is vaak meer nodig dan het (dreigen met)
intrekken van de uitkering bij werkweigering. We hebben er niets aan
dat gemeenten hun cliënten over de schutting gooien bij een andere
gemeente. Beter is het om na te denken over de vraag wat iemand nodig
heeft voor een permanente verhuizing van een uitkering naar een
betaalde baan.
Ook de verwijzing van de minister naar de WW gaat enigszins mank.
Mensen die hun baan kwijt raken en in de WW terecht komen, hebben in
het eerste jaar ruimte om werk te zoeken op of rond hun eigen niveau.
Daarbij wordt in het eerste half jaar twee uur en in het tweede half
jaar drie uur reistijd per dag aanvaardbaar gevonden. Na het eerste
jaar wordt al het werk als âpassendâ gezien, ook als dat onder het
opleidingsniveau ligt. De reisafstand wordt dan niet meer geaccepteerd
als argument om een baan te weigeren. In de praktijk wordt ook hier
door werkcoaches van het UWV maatwerk geleverd.
Voor de goede orde: een aanpak op maat sluit niet uit dat met mensen
naar mogelijkheden wordt gezocht om elders een nieuw bestaan op te
bouwen. Gemeenten zullen actief moeten inspelen op kansen in regioâs
waar nieuwe werkgelegenheid ontstaat of moeilijk vervulbare vacatures
zijn. Maar de instrumenten waarover zij op basis van de wet beschikken,
schieten niet tekort. Laat de minister gemeenten de ruimte geven om te
doen waar zij goed in zijn: maatwerk leveren en kansen bieden op
duurzame werkhervatting."