Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Ook wijk met hoger opgeleide minderheden schrikt af
22 december 2011
De weerstand tegen etnisch gemengde wijken neemt af als er hoger
opgeleide minderheden wonen. Maar dan nog blijft een aanzienlijk deel
van de autochtone Nederlanders wijken met een hoge concentratie
etnische minderheden het liefst mijden. Dit concludeert NWO-onderzoeker
Marieke van Londen in het proefschrift dat ze 12 januari aan de Radboud
Universiteit verdedigt.
Van Londen verdiepte zich in de weerstand die Nederlanders hebben tegen
het wonen in etnisch gemengde wijken. Aan deelnemers van een
grootschalig, representatief vragenlijstonderzoek werd gevraagd of en
in hoeverre zij bezwaar zouden hebben tegen het wonen in wijken met
uiteenlopende concentraties van etnische minderheden. De
veronderstelling is dat autochtonen huiverig staan tegenover het wonen
in etnisch gemengde wijken, omdat ze deze associëren met
opleidingsachterstand. Autochtonen zouden bang zijn dat de lager
opgeleide minderheden er afwijkende normen en waarden op nahouden.
`Mijn onderzoek bevestigt dit beeld deels', licht Van Londen toe. `Als
mensen horen dat in de zwarte wijken hoger opgeleide minderheden wonen,
neemt hun weerstand tegen het wonen in zo'n wijk inderdaad af. Maar
tegelijkertijd geeft een kwart van de mensen aan dat ze ook als er
hoger opgeleide minderheden wonen, graag uit de wijk vertrekken wanneer
meer dan de helft van de wijk uit etnische minderheden bestaat.' Zoals
in al het onderzoek naar weerstand tegen minderheden, kan het zijn dat
mensen sociaal wenselijk antwoorden, zegt Van Londen. `Dat betekent dat
de weerstand tegen etnisch gemengde wijken in de praktijk groter kan
zijn.'
Onderwijs
Van Londen keek ook hoe mensen aankijken tegen het beleid om etnische
minderheden in het onderwijs te ondersteunen. Ze concludeert dat de
weerstand die mensen daarvoor voelen afhankelijk is van de manier
waarop het beleid gepresenteerd wordt. De weerstand is bijvoorbeeld
hoger als benadrukt wordt dat het beleid ten koste kan gaan van de
aandacht voor autochtone leerlingen. Als uit de boodschap duidelijk
blijkt dat het beleid de kansen voor allochtone leerlingen versterkt,
roept het iets minder weerstand op. `Maar de invloed van hoe je het
beleid presenteert is verhoudingsgewijs zwak', stelt Van Londen.
Bovendien blijkt de weerstand tegen het zogenoemde etnisch
scholingsbeleid ook hoger te zijn wanneer zowel de voordelen voor
allochtonen als de nadelen voor autochtonen benadrukt worden. `Deze
situatie komt het meest overeen met de dagelijkse praktijk, waarin
mensen vaak meerdere, deels tegengestelde, argumenten horen met
betrekking tot eenzelfde beleidskwestie', zegt Van Londen.
Van Londen deed haar onderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Het onderzoek is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Over NWO
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is met
een budget van ruim 500 miljoen euro per jaar een van de grootste
wetenschapsfinanciers in Nederland. NWO stimuleert kwaliteit en
vernieuwing in de wetenschap door het beste onderzoek te selecteren en
financieren. NWO beheert onderzoeksinstituten van (inter)nationaal
belang, geeft mede richting aan het wetenschappelijk onderzoek in
Nederland en brengt wetenschap en maatschappij dichter bij elkaar.
Onderzoeksvoorstellen worden beoordeeld en geselecteerd door
vooraanstaande wetenschappers uit binnen- en buitenland. Dankzij
financiering van NWO kunnen meer dan vijfduizend wetenschappers
onderzoek doen.
..............................
Meer informatie:
* NWO, Afdeling Voorlichting en Communicatie
* t.: +31 (0)70 344 07 41, voorlichting@nwo.nl
laatst gewijzigd op 22 december 2011