EIM: Oriënterend onderzoek criminaliteit door bedrijven
Persbericht van EIM
De schade als gevolg van criminaliteit gepleegd door bedrijven kan
groot zijn. Naast directe materiële schade, kan het leiden tot
aantasting van het vertrouwen in een sector of tot aantasting van de
beroepsmoraal.
Onderzoek naar criminaliteit door bedrijven richt zich tot nu toe
veelal op grote bedrijven, daarnaast beperkt veel onderzoek zich tot
bestudering van dossiers van opsporingsdiensten. In 2010-2011 heeft EIM
samen met de Vrije Universiteit daarom een oriënterend onderzoek
uigevoerd dat zich richtte op MKB bedrijven en waarin gesprekken met
veroordeelde ondernemers centraal stonden. Hierin werd nagegaan welke
onrechtmatigheden zich hadden voorgedaan; welke verklaringen de
ondernemers daarvoor hadden; welke rol zij daarbij zelf speelden, en:
welk effect de vervolging heeft gehad op de bedrijven.
Strafbare bedrijfsincidenten versus criminaliteit door bedrijven
Bij de beschouwing van de zeven zaken wordt allereerst duidelijk dat er
onderscheid moet worden gemaakt tussen criminaliteit door bedrijven die
voortkomt uit een strategische overweging en criminaliteit door
bedrijven die eerder bij toeval of per ongeluk ontstaat. Het verschil
is gelegen in het gegeven dat het misdrijf niet gepleegd is vanuit
bedrijfseconomische motieven. Onder de zeven bezochte bedrijven, was er
één waar een fataal ongeval aanleiding was voor een strafrechtelijk
onderzoek dat uiteindelijk leidde tot een veroordeling. Er zijn ook
andere strafbare incidenten zonder bedrijfseconomische motieven
denkbaar zoals een ondernemer die uit frustratie een geweldsdelict
pleegt tegen een winkeldief of opsporingsambtenaar.
Noodzaakgedreven versus opportuniteitsgedreven criminaliteit door
bedrijven
Bedrijfsgroei lijkt voorts op twee manieren samen te kunnen hangen met
het optreden van criminaliteit door bedrijven. In de eerste plaats kan
een misdrijf het gevolg kunnen zijn van (sterke) groei. Dit is in
enkele van de zeven cases geconstateerd. Sterke groei zette het bedrijf
onder spanning, en vergde van de ondernemer opeens ook
managementvaardigheden die hij niet bezat. Andere cases leerden echter
ook dat bedrijfsgroei juist het resultaat kan zijn van criminaliteit.
In een aantal gevallen waren bedrijven in staat te groeien omdat regels
niet werden nageleefd waardoor het bedrijf voor zichzelf een
onrechtmatig concurrentievoordeel creëerde. Langs deze scheidslijn (het
verschil tussen regelovertreding als gevolg van groei en groei dankzij
regelovertreding) loopt mogelijk ook het verschil tussen
noodzaakgedreven criminaliteit door bedrijven en opportuniteitsgedreven
criminaliteit door bedrijven. De eerste komt voort uit een zekere mate
van onmacht: het bedrijf groeit in korte tijd dermate sterk dat de
ondernemer de grip op onderdelen van het bedrijfsproces verliest met
regelovertreding of zelfs misdrijven tot gevolg. De tweede komt voort
uit opportunisme: de ondernemer creëert door regelovertreding voor
zichzelf concurrentievoordeel en groeit vervolgens, soms zelfs sterk.
De omgeving van de ondernemer als factor
Kijkend naar de zeven cases dringt zich ook een andere indeling op aan
de hand waarvan de zaken kunnen worden begrepen. Het betreft een
indeling van actoren die als het ware om de ondernemer heen stonden en
zijn besluitvorming hebben beïnvloed. Deze actoren hebben in alle cases
invloed gehad om de motivatie van de ondernemer, en zijn perceptie van
noodzaak, kansen en pakkans. Het betreffen: klanten, personeel,
branchegenoten en handhavers.
Razende Robot Reporter