Nederlandse Hartstichting
Grote impuls voor onderzoek naar hartinfarct, slagaderverkalking en hartfalen
donderdag 22 december 2011
De Hartstichting trekt 15 miljoen euro uit voor nieuw, grootschalig
onderzoek naar hartfalen, hartinfarct en slagaderverkalking. Het gaat
om 3 grote projecten waarbij meerdere Nederlandse universitaire
medische centra samenwerken. Elk project omvat het hele traject van
fundamenteel onderzoek naar de oorzaken van de ziekte tot onderzoek
naar de toepassing van de nieuw verworven kennis bij patiënten.
De onderzoeken maken deel uit van Cardiovasculair Onderzoek Nederland
(CVON). Dit nieuwe initiatief is een krachtenbundeling van de
hoofdrolspelers in het Nederlands hart- en vaatonderzoek: NFU, KNAW,
ZonMW en de Hartstichting. De gezamenlijke aanpak is nieuw in het veld
van hart- en vaatonderzoek.
Nieuw onderzoek naar reparatie hartspier na een infarct
Na een hartinfarct sterft vaak een deel van de hartspier af. Het hart
pompt hierdoor minder goed. Artsen kunnen dit verloren stukje
hartspier nog niet herstellen. Experimenten om het hart te repareren
met stamcellen waren tot nu toe maar matig succesvol. Het nieuwe
onderzoek moet hier verandering in brengen door onder meer systematisch
meerdere stamcelbronnen te vergelijken. Wetenschappers gaan op zoek
naar antwoorden op vragen als: wat is de beste stamcel om te gebruiken
en wat bepaalt het succes van een behandeling?
De onderzoeksleiding is in handen van prof. dr. Pieter Doevendans van
het UMCU en prof. dr. Hans Clevers van het KNAW - Hubrecht Instituut.
In Nederland leven ruim 300.000 mensen met de gevolgen van een
hartinfarct.
Nieuw onderzoek naar slagaderverkalking
Ieder mens heeft in meer of mindere mate slagaderverkalking. Het
dichtslibben van de bloedvaten is de belangrijkste oorzaak van hart-
en herseninfarcten. Hoewel jarenlang onderzoek heeft geleid tot de
ontwikkeling van cholesterolverlagers, lukt het nog steeds niet goed
genoeg om slagaderverkalking tegen te gaan. Het nieuwe onderzoek richt
zich op nieuwe mogelijkheden om slagaderverkalking te stoppen.
De onderzoeksleiding is in handen van prof. dr. John Kastelein van het
AMC en prof. dr. Johan Kuiper van het LACDR (Leiden/Amsterdam Center
for Drug Research). In Nederland krijgen 70.000 mensen per jaar een
hart- of herseninfarct, voor het overgrote deel als gevolg van
slagaderverkalking.
Nieuw onderzoek naar hartfalen
Wetenschappers weten nog niet precies hoe het komt dat het hart steeds
slechter pompt als het overbelast raakt (hartfalen), bijvoorbeeld na
een hartinfarct of bij hoge bloeddruk. Eerder onderzoek heeft tot op
heden nog geen behandeling opgeleverd die hartfalen kan genezen. Het
nieuwe onderzoek richt zich voor het eerst op een specifiek genetisch
aspect, de zogenoemde microRNA's. De onderzoekers vermoeden dat ze
waardevol kunnen zijn bij het vroeg opsporen van hartfalen en een
belangrijk aanknopingspunt vormen voor nieuwe behandelingen om
hartfalen te remmen.
De onderzoeksleiding is in handen van prof. dr. Yigal Pinto van het AMC
en prof. dr. Leon de Windt van het MUMC. In Nederland leven 180.000
mensen met hartfalen.
Verschil tussen mannen en vrouwen
Een internationale commissie beoordeelde de 12 ingediende projecten op
een aantal criteria. Een belangrijk aandachtspunt was de verschillen
tussen mannen en vrouwen. Alle 3 de projecten besteden hier aandacht
aan. Zo dragen de onderzoeken bij aan een betere behandeling voor
vrouwen.
Cardiovasculair Onderzoek Nederland
Om vooruitgang te boeken in het eerder opsporen, beter behandelen en
werkelijk genezen van hart- en vaatziekten werkt de Hartstichting dit
jaar voor het eerst samen met de NFU (Nederlandse Federatie van
Universitaire Medische Centra), KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie
van Wetenschappen) en ZonMW (Zorgonderzoek Nederland).
De vier hoofdrolspelers in het Nederlands hart- en vaatonderzoek hebben
de handen ineengeslagen en zich verenigd in CVON, Cardiovasculair
Onderzoek Nederland. Doel van de samenwerking is om de nationale en
internationale positie van het Nederlands hart- en vaatonderzoek te
verbeteren door samen grote en sterke onderzoeksthema's te steunen.
Uiteindelijk levert dit sneller een verbeterde behandeling op van
patiënten.