21 nov 2011
Onderdeel: LEI
In 2010 hadden veehouderijbedrijven meer moeite om hun mest af te
zetten dan in de jaren daarvoor. Voor 6 tot 11 miljoen kilo fosfaat
(van de ongeveer 180 miljoen kilo fosfaat die werd geproduceerd) was
geen afzet mogelijk. Het is te verwachten dat er ook in 2011 een
fosfaatoverschot is, dat aan het eind van dit jaar zal zijn opgelopen
tot 12 à 22 miljoen kilo.
Dit schrijft het LEI in de Synthese monitoring mestmarkt 2006-2010,
uitgebracht onder toezicht van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet.
In 2010 werd 89 miljoen kilo fosfaat aangeboden op de mestmarkt. Bijna
alle door Dienst Regelingen geregistreerde fosfaat (93%) die aangeboden
wordt op de mestmarkt komt van intensieve veehouderijbedrijven, de rest
is onder andere afkomstig van hobbybedrijven. In 2010 werd ca. 40% van
de mest ook weer in de Nederlandse landbouw afgezet. Ongeveer 30% van
de mest die afgevoerd werd, werd geëxporteerd en 20% is gebruikt als
brandstof in energiecentrales of verwerkt.Â
Verschillen per soort
Volgens de berekeningen wordt nu 18% meer fosfaat aangeboden dan in
2006, een stijging die het gevolg is van een hogere productie. Per
mestsoort verschillen de afzetkanalen: graasvee- en varkensmest werd
vorig jaar voor 75% afgezet in de Nederlandse landbouw en pluimveemest
maar voor 10%. Deze mest is droger en kan daardoor als brandstof worden
gebruikt. Ook kan ze goedkoper worden vervoerd en dus worden
geëxporteerd. Dit gebeurt vooral naar Duitsland, waar de mest gebruikt
wordt in de akkerbouw. Graasveemest is in 2010 vooral op het eigen
bedrijf afgezet (80%) en varkensmest vooral als bedrijfsvreemde mest in
de Nederlandse landbouw (75%).
Gebruiksnormen zijn beperkend
Uit de rapportage blijkt dat er op grasland nog wel meer fosfaat
afgezet had kunnen worden (10 miljoen kg), maar dat dit niet gebeurd is
omdat op grasland niet de fosfaatnorm, maar de stikstofnorm uit
dierlijke mest beperkend was. Ook op bouwland zou meer dierlijke mest
afgezet kunnen worden, als de landbouw minder kunstmestfosfaat zou
gebruiken. Maar dan nog, zelfs als alle kunstmestfosfaat vervangen was
door dierlijke mest, zou er een overschot hebben bestaan.
Verwerken dierlijke mest
Volgens de onderzoekers is het niet mogelijk om in de komende jaren het
overschot binnen de landbouw af te zetten. Er is een aantal opties om
het overschot te verminderen. Export kan een oplossing zijn, die op
korte termijn respijt biedt. Verwerking van dierlijke meststof tot
andere producten zou -net als een vermindering van de hoeveelheid
fosfaat in het voer - ook een bijdrage op langere termijn kunnen
leveren.
LEI