Geen maritieme macht zonder maritieme kunde
Persbericht van The Hague Centre for Strategic Studies
De recente studie Geen maritieme macht zonder maritieme kunde van het
Den Haag Centrum voor Strategisch Studies (HCSS) stelt dat de
Koninklijke marine innovatiever, flexibeler en kosteneffectiever moet
werken.
Daarom moet de Minister van Defensie de strategische keuze maken om de
publiek-private samenwerking in de marinebouwcluster te versterken.
Defensie moet de cluster vroegtijdig betrekken bij samenwerkings- en/of
specialisatie-initiatieven van de marines van de Noord-Europese
NAVO-partners. Ook moeten de marine, de kennisinstituten en de
industrie hun ontwerpkennis bundelen en onder één dak brengen. Door
deze gezamenlijke capaciteit tevens te benutten voor het ontwerp van
exportproducten kan voldoende massa en daarmee kwaliteit worden
behouden.
De marinebouwcluster is al vele jaren een voorbeeld van een succesvolle
publiek-private samenwerking, met een sterke internationale
concurrentiepositie als resultaat. Dit past bij uitstek in het recente
bedrijfslevenbeleid: "Dit kabinet ziet publiek-private samenwerking,
juist in een tijd van budgettaire krapte, als een kansrijke route op
verschillende terreinen." Het model staat echter onder druk. Door de
bezuinigingen op de krijgsmacht verdwijnt essentiële kennis en kunde.
Voor alle partijen, maar zeker voor Defensie, is dit een ongewenste
situatie. De specifieke vakkennis en ervaring benodigd om tot een
krachtige geïntegreerde militaire capaciteit te komen en deze zinvol in
te zetten, is niet zomaar door de markt te leveren of te kopiëren van
collega-krijgsmachten.
Nederland is de 16e economie van de wereld, de 7e exportnatie en de 3e
mondiale investeerder. Nederland heeft grote belangen in het
buitenland. Deze internationale positie schept verplichtingen naar de
eigen bevolking en buitenlandse partners. Daarbij komt dat de
internationale veiligheids-situatie onvoorspelbaarder is dan ooit. De
regering heeft om die reden terecht gekozen voor een 'veelzijdig
inzetbare' krijgsmacht. Voor de Koninklijke marine speelt het grote
belang van maritieme handelsroutes, die de ruggengraat vormen van de
mondiale handel en daarmee van onze welvaart. Verder is de zee een nog
grotendeels onontgonnen bron van grondstoffen. Juist daarom wordt de
toegang tot en het benutten van de zeeën en oceanen betwist. De
grootste zorgen hangen momenteel samen met het optreden van
niet-statelijke actoren: piraten, terroristen en criminelen. Maar ook
gewapende confrontaties tussen landen of machtsblokken zijn verre van
ondenkbaar. Dat militaire macht van belang blijft, is onmiskenbaar.
Het dilemma van een groter beroep op de krijgsmacht c.q. de marine,
terwijl tegelijkertijd fors wordt bezuinigd op Defensie, kan niet op
traditionele wijze worden opgelost. Defensie zal 'slimmer' moeten gaan
werken. 'Veelzijdig inzetbaar' houdt dan niet in dat de krijgsmacht op
ieder moment alle denkbare scenario's moet aankunnen. 'Veelzijdig
inzetbaar' betekent wel dat snel kan worden geschakeld tussen
verschillende typen van optreden. Daarbij is het beheersen van de
levensduurkosten of, anders gezegd, het leveren van meer 'waar(de) voor
defensiegeld', een noodzakelijke voorwaarde. Een krachtig
samenwerkingsmodel kan de noodzakelijke innovatie tegen aanvaardbare
kosten garanderen. Dit is in het belang van de toekomstige welvaart en
veiligheid van Nederland.
Razende Robot Reporter