20 dec 2011
Onderdeel: LEI
Voor een deel van de land- en tuinbouwbedrijven is het inkomen in 2011
duidelijk lager dan in 2010. Meest opvallend is wel de zeer forse
inkomensdaling die glasgroentetelers moeten incasseren door met name de
EHEC-crisis. Ook leghennenhouders zien het inkomen ongekend
terugvallen. Voor melkveehouders was er in 2011 een inkomensverbetering
maar voor bijna alle andere groepen agrarische ondernemers daalde het
inkomen, bijvoorbeeld voor veel akkerbouwers en bloembollentelers. Voor
de agrarische sector als geheel is 2011 financieel- economisch gezien
een matig jaar, mede door sterke stijgingen van de kosten van veevoer,
energie en kunstmest. De productiekosten zijn gestegen met 7% en de
stijging van de prijzen bleef daar met 2% duidelijk bij achter.
Dit blijkt uit de jaarlijkse ramingen van het LEI, vandaag gepubliceerd
in het rapport Actuele ontwikkeling van resultaten en inkomens in de
land- en tuinbouw in 2011.
Gevarieerd inkomensbeeld in de veehouderij
Melkveehouders zien het inkomen ook dit jaar toenemen, na de sterke
terugval twee jaar geleden. De melkprijs is gemiddeld opnieuw een stuk
hoger dan vorig jaar. Het inkomen van de melkveehouders komt in 2011 op
een goed niveau. Voor vleeskalverenhouders met contractafspraken blijft
het inkomen ongeveer hetzelfde als in 2010. Melkgeitenhouders zien, in
het jaar na de q-koortsbesmettingen, het inkomen nog niet stijgen. De
stijging van de voerkosten overtreft het effect van de hogere melkprijs
hier.
Het inkomen van fokvarkensbedrijven daalt sterk, zowel door hogere
voerprijzen als door lagere biggenprijzen. De inkomens van
vleesvarkensbedrijven stijgen juist door die lagere biggenprijzen en
door hogere opbrengstprijzen. Voor de gesloten varkensbedrijven
verandert het inkomen relatief weinig.
Leghennenhouders, zowel de producenten van scharrel- als kooi-eieren,
zien vooral door lagere eierprijzen en hoge voerprijzen het inkomen
gigantisch dalen. Deze pluimveehouders komen in 2011op een aanzienlijk
negatief inkomen, nadat in 2009 een topniveau werd gerealiseerd.
Vleeskuikenhouders zien het inkomen in 2011echter wel nagenoeg gelijk
blijven.
De stijging van de prijzen van veevoer, die begon vanaf de laatste
maanden van 2010 als gevolg van de wereldwijde sterk opgelopen
graanprijs, heeft in 2011 veel invloed op het inkomen van alle
veehouderijbedrijven, vooral van de varkens- en pluimveebedrijven. De
top van de voerprijzen is inmiddels bereikt en in de laatste maanden
van 2011 zijn de voerprijzen licht gedaald.
Akkerbouw met veel lagere prijzen van consumptieaardappelen en uien
Het gemiddelde inkomen van akkerbouwers daalt sterk, vooral doordat de
prijzen van consumptieaardappelen en uien veel lager zijn dan vorig
jaar. Dit is het gevolg van een veel hoger aanbod, na een groeiseizoen
met extreme wisselingen in de weersomstandigheden. De prijzen van
graan, suikerbieten en zetmeelaardappelen echter veranderen nauwelijks.
De inkomens van de bedrijven met veel zetmeelaardappelen blijven dan
ook vrijwel gelijk. De daling van het inkomen in 2011 voor de meeste
akkerbouwers volgt op een goed resultaat in 2010. De rentabiliteit van
de akkerbouw (111%) was toen uitzonderlijk hoog.
Tuinbouw: lagere inkomens over de gehele linie
In de glastuinbouw valt vooral de zeer sterke verslechtering van de
resultaten van de groentebedrijven op. De EHEC-crisis, midden in het
oogstseizoen, heeft in combinatie met meer concurrentie en
tegenvallende weersomstandigheden in de zomer, grote negatieve gevolgen
gehad voor de afzet en de prijsvorming. De glasgroentebedrijven komen
mede door dit incident gemiddeld, evenals in 2009, op een zeer negatief
inkomen uit. Na het hoopvolle herstel van de inkomens in de
glastuinbouw in 2010 is dit een forse tegenvaller. In de andere
glassectoren (bloemen en planten) staan de inkomens in 2011 weliswaar
minder onder druk, maar is het bedrijfsresultaat ook matig tot slecht.
In de gehele glastuinbouw spelen de gestegen prijzen van energie (gas,
elektriciteit) in 2011 een rol bij de inkomensvorming. Door de
tegenvallende resultaten in de glastuinbouw moeten veel ondernemers
interen op het eigen vermogen en regelingen treffen voor de
voortzetting van het bedrijf.
In alle vier sectoren van de opengrondtuinbouwteelten is het inkomen in
2011 lager dan in voorgaand jaar. De telers van vollegrondsgroenten,
fruit en bloembollen hebben dit jaar te maken met gemiddeld lagere
prijzen voor hun producten. In de boomkwekerij is de geraamde daling
van het inkomen beperkt. Ook voor deze sector verliep de afzet niet
zonder problemen. Het aanbod was door het goede weer in het voorjaar te
hoog om het prijsniveau vast te houden.
LEI