Gerechtelijke organisatie

Raad voor de rechtspraak: `Deskundigen als rechter verkenning waard'

Den Haag , 15-12-2011

De Raad voor de rechtspraak staat niet afwijzend tegenover het plan van D66 om in complexe rechtszaken vaker deskundigen op te nemen in de zittingskamer. "Dit model wordt nu al op kleine schaal toegepast. Voor een beperkte groep van zaken, waarin de complexiteit op niet-juridisch gebied groot is, kan het een waardevolle aanvulling zijn", aldus Eddy Bauw namens de Raad voor de rechtspraak.

Het voorstel voor het introduceren van meer lekenrechters is onderdeel van een breder plan ter versterking van de rechtsstaat dat D66 deze week presenteert. De partij constateert dat rechters in toenemende mate de specifieke deskundigheid missen die nodig is om zeer complexe zaken goed te behandelen. Daarom moeten de reguliere rechters in deze zaken vaker gezelschap krijgen van ter zake deskundige lekenrechters. Deze deskundigen schuiven dan gelijkwaardig aan in de raadkamer. Deze praktijk bestaat al bij ondernemingskamers en de penitentiaire kamer, die beslist over verlenging van TBS.

Ingewikkelde bewijsvoering

De Raad voor de rechtspraak herkent de noodzaak om antwoord te geven op de toegenomen complexiteit van rechtszaken. "Steeds vaker worden rechters geconfronteerd met bijvoorbeeld technisch zeer ingewikkelde bewijsvoering. Wij zijn al langer bezig hier een goed antwoord op te geven", stelt Eddy Bauw, hoofd van de afdeling Juridische Kwaliteit, Wetgevingsadvisering en Internationale Samenwerking bij de Raad. "Er is niet één kant en klare oplossing", aldus Bauw. "Rechters worden al intensiever bijgeschoold op het gebied van de empirische wetenschappen. Zo zijn ze beter in staat de rapporten van de ingeschakelde deskundigen op waarde te schatten. Daarnaast wordt bezien of er binnen de gerechten niet-juridische functies op deze gebieden moeten komen. Het voorstel van D66 is een derde manier, waarnaar goed moet worden gekeken."

Meerwaarde lekenrechters

De inbreng van lekenrechters kan een duidelijke meerwaarde hebben, constateert Bauw. Hij verwijst naar de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam waar lekenrechters (de `raden') deel van uitmaken met kennis over ondernemingen en ervaring met het besturen van bedrijven. "Het voorstel van D66 is op zichzelf niet nieuw en de Raad staat niet afwijzend tegenover het verkennen van de verdere mogelijkheden. Die verkenning is wel nodig. Het is niet op voorhand evident voor welke zaken het model de beste oplossing biedt, en hoe je die zaken afbakent ten opzichte van andere."