UMC Groningen
Traumazorg in Noord-Nederland geanalyseerd
14 december 2011
De gegevens van alle traumapatiënten die tussen 2007 en 2010 in een
ziekenhuis in Noord-Nederland werden opgenomen zijn gebundeld in een
boekje. Sinds 2007 werken alle ziekenhuizen in Noord-Nederland mee aan
de geanonimiseerde registratie van traumapatiënten. Deze gegevens
worden in een regionale database gevat. Daarnaast worden de noordelijke
traumagegevens ook vastgelegd in de landelijke traumaregistratie. De
traumagegevens geven inzicht in het aantal ziekenhuisopnames als gevolg
van ongevalsletsels, de verdeling van patiënten over de regio en biedt
mogelijkheden om de kwaliteit van de traumazorg en de resultaten van de
behandeling te evalueren. Het boekje `vier jaar traumazorg in beeld'
wordt op 14 december gepresenteerd in het UMCG.
Leeftijd en geslacht
Van alle traumapatiënten is 52% vrouw. Toch is de man-vrouw-verhouding
bij traumaslachtoffers helemaal niet zo evenwichtig. Tieners,
twintigers, dertigers en veertigers die met traumaletsel worden
opgenomen zijn twee keer zo vaak mannelijk. Terwijl bij de zeventig- en
tachtigplussers die traumazorg in een ziekenhuis ontvangen het aantal
vrouwen juist twee tot drie keer zo groot is. Van alle opgenomen
traumapatiënten was 44% boven de 65 jaar.
Letselernst
Binnen de registratie wordt een schaal gebruikt waarop de ernst van het
letsel wordt uitgedrukt. Uit analyse blijkt dat de helft (51%) van de
traumapatiënten `tamelijk ernstig verwond' is, veelal met letsel aan
armen, benen en hersenen. Zo'n 5% van de patiënten valt in de zwaarste
categorie: deze ernstig gewonde patiënten worden ook wel polytrauma
patiënten genoemd. 15% van de opgenomen traumaslachtoffers valt in de
lichtste categorie en is slechts lichtgewond. Gemiddeld bleven
traumaslachtoffers in 2007 8,7 dagen, en in 2009 nog maar 6,3 dagen in
het ziekenhuis. De ernst van de verwondingen is in die drie jaren niet
afgenomen; aangenomen wordt dat de overplaatsing naar een
revalidatiecentrum, verpleeghuis of huis beter en sneller georganiseerd
is.
Van het totale aantal in Noord-Nederlandse ziekenhuizen binnengebrachte
traumapatiënten is gemiddeld 1,7% als gevolg van het trauma overleden.
Patienten die overleden op de plaats van het ongeval, tijdens het
transport of binnen 6 uur na aankomst op de spoedeisende hulp (SEH)
zijn daarin niet meegerekend. Het overlijdenspercentage neemt toe
naarmate de patiënt ouder wordt. Van traumaslachtoffers van 80 jaar en
ouder overleed 4%.
Nacht en ontij
Opvallend is dat het aantal traumaslachtoffers op alle dagen van de
week redelijk stabiel is, met een kleine toename op zaterdag. De
verdeling over de dag is veel minder gelijk: het overgrote deel van de
traumaslachtoffers valt tussen 8 uur 's ochtends en 8 uur 's avonds,
met de hoogste piek in de tweede helft van de middag.
Regionale samenwerking
De traumazorg in de drie noordelijke provincies, de zogenaamde
traumaregio, wordt door het Traumacentrum Noord Nederland
gecoördineerd. Dit is een onderdeel van het Acute Zorg Netwerk Noord
Nederland. Het Wilhelmina Ziekenhuis (Assen), Scheper Ziekenhuis
(Emmen), Talma Sionsberg (Dokkum), Antonius Ziekenhuis (Sneek), Nij
Smellinghe (Drachten), Tjongerschans (Heerenveen), Medisch Centrum
Leeuwarden, Refaja Ziekenhuis (Stadskanaal), Ommelander Ziekenhuis
groep (Winschoten en Delfzijl), Martini Ziekenhuis (Groningen) en het
Universitair Medisch Centrum Groningen werken daarin samen met de
Stichting RAV Fryslân, AmbulanceZorg Groningen en UMCG Ambulancezorg
(Drenthe) om de kwaliteit van de acute zorg voor ongevalspatiënten te
borgen en zo mogelijk te verbeteren.
Noot voor redacties