Agnes Jongerius over de Nieuwe Vakbeweging
woensdag 14 december 2011
In Dalfsen is besloten de FNV zoals die nu is op te heffen, en te
vervangen door een anders georganiseerde Nieuwe Vakbeweging, met
kortere lijnen en meer pluriformiteit. Veel is nog onduidelijk, omdat
de details nog moeten worden uitgewerkt, maar FNV-voorzitter Agnes
Jongerius beantwoordt vast een aantal vragen.
`Opgelucht' zei je direct na Dalfsen. Hoe voelt het nu?
Ik ben enorm opgelucht dat de kogel door de kerk is. Dit is een
absolute doorbraak: de vakbeweging gaat zich echt vernieuwen en zet de
deur ook open voor andere dan FNV-bonden. Daar mogen we allemaal trots
op zijn.
Waarom is nu wel gelukt wat je voorgangers André Kloos in 1968 met zijn
plan voor een ongedeeld NVV en Hans Pont in 1986 met zijn plan `De FNV
over veertien jaar' niet is gelukt?
Misschien is het een kwestie geweest van `de tijd is rijp'? Wie zal het
zeggen. Wat ik wel weet is dat er overal om ons heen steeds meer
organisaties worstelen met de vraag hoe te reageren op een sterk
veranderde samenleving. Mensen zijn heel anders nu dan veertig jaar
geleden. Toen was het heel gewoon als je op je zestiende bij een baas
ging werken. Nu zijn er steeds meer mensen die in veertig jaar tijd
voor evenzoveel werkgevers werken. Je daar op aanpassen vergt een hoop.
In de loop der tijd is er steeds meer diversiteit gekomen en daardoor
is tegelijkertijd het gevoel van de noodzaak tot vernieuwing ook
gekomen.
Een columnist in de Volkskrant riep in een kop de vraag op `Helpt een
ander merk de bond er bovenop?' Geef eens antwoord op die vraag.
Een andere naam zonder enige verandering is natuurlijk funest. Nee, er
zal flink wat moeten veranderen willen wij een nieuwe naam waar kunnen
maken. En daar heb ik alle vertrouwen in. Het is in Dalfsen
overduidelijk geworden dat bij alle leiders van de negentien bonden de
urgentie om tot vernieuwing te komen tot in de vingertoppen gevoeld
wordt. We gaan de organisatie anders inrichten en de werkwijze meer
aanpassen op de wensen van de leden.
Waarom is het eigenlijk nodig om iets te veranderen?
Omdat de organisatiegraad daalt, omdat het ons niet goed lukt jongeren
aan ons te binden. Omdat de samenleving verandert en wij mee moeten
veranderen om onze leden goed te kunnen helpen.
Je wilt `De Nieuwe Vakbeweging' organiseren dichterbij de werkende
mensen. Leg dat eens uit.
We willen graag dat de nieuwe vakbeweging de leden naast het `gewone
vakbondswerk' extra zaken gaat leveren op het gebied van de inhoud van
het werk dat ze doen. Dat leg ik graag uit aan de hand van wat
voorbeelden.
Bij de Algemene Onderwijsbond Aob bijvoorbeeld doen ze eigenlijk al
precies wat we straks zouden willen zien bij alle kleinere eenheden die
onderdeel gaan uitmaken van de nieuwe vakbeweging. Voor leerkrachten in
spe, die hun opleiding aan de PABO doen, is er een speciale website
waar ze vragen kunnen stellen aan elkaar en aan onderwijzers die het
vak al langer doen. Dat biedt veel meerwaarde voor de leden. Maar er
wordt natuurlijk ook nog gewoon onderhandeld met de werkgever, de
minister van Onderwijs, over de hoogte van het loon van volgend jaar.
De Nederlandse Politiebond praat namens de politieagenten op centraal
niveau mee over de aanschaf van een nieuw dienstwapen. Ook deze bond is
dus nauw betrokken bij de inhoud van het vak van haar leden.
En tot slot noem ik graag de kersverse `bond' FNV Schoonmaak. Dat is
formeel geen zelfstandige bond, maar binnen FNV Bondgenoten is ruimte
gemaakt om alle schoonmakers bijeen te brengen en hun specifieke
behoeftes in kaart te brengen. Dat heeft tot een groot succes geleid.
De schoonmakers doen hun werk niet meer in de schaduw, maar hebben een
stap naar voren gezet en om respect en een hoger loon gevraagd, en
gekregen.
Hoe groot acht je de kans dat de megafusie van Bondgenoten, Abvakabo en
Bouw alsnog doorgaat? En dat voor die Nieuwe Vakbeweging alleen de
middelgrote en kleine bonden overblijven?
We hebben met 19 voorzitters van 19 bonden afgesproken dat we een
nieuwe organisatie gaan oprichten, die als werktitel de Nieuwe
Vakbeweging heeft meegekregen. Dus ook Bondgenoten, Abvakabo en Bouw.
Zij treden dus straks als de leden daar mee instemmen ook toe tot de
nieuwe organisatie. Wel hebben ze aangegeven dat de initiatieven tot
samenwerking waarover ze al in gesprek waren, zoals `Op de bouwplaats'
van Bondgenoten en Bouw, verder ontwikkeld worden. En dat is ook zeker
de bedoeling. Dat dwarsverbanden waarin nauw samengewerkt wordt ook in
de nieuwe organisatie terug te vinden zijn.
Als het goed is krijg je straks dus tientallen kleine bonden,
georganiseerd naar sector of beroepsgroep. De grote bonden zullen zich
dus moeten opheffen. Is het realistisch te verwachten dat ze dat echt
zullen doen?
Ik kan mij niet voorstellen dat er echt veel mensen zijn die niet mee
willen in de vernieuwing die wij voorstaan. De leden hebben recht op
een vakbeweging die bij de veranderende samenleving past. Een
vakbeweging die herkenbaar, kleinschalig en betrokken is bij de
werkvloer. De leden hebben recht op meer directe ondersteuning bij het
vak dat ze uitoefenen en bij zaken die je altijd al van je vakbond
verwachtte.
De nieuwe `federatieraad' wordt een parlement met 40 of 50
sectorvoorzitters. Zou die in belangrijke dossiers weer met een
enkelvoudige meerderheid moeten stemmen, of vind je dat er meer
unanimiteit zou moeten zijn (bijv. een tweederde meerderheid)?
We hebben in Dalfsen de eerste belangrijke stappen naar vernieuwing
kunnen zetten en we hebben de contouren van een nieuwe organisatie
kunnen neerzetten. Over de verdere invulling gaan we onder leiding van
de nieuwe commissie van kwartiermakers doorpraten.
Gaat de nieuwe vakbeweging zich toeleggen op actie of op polderen?
Zoals Herman Wijffels het zegt: je moet beide in je
gereedschapskoffertje hebben. De nieuwe vakbeweging gaat zich én
dichter bij de mensen richten op rechtstreekse ondersteuning op onder
meer het inhoudelijke en op de `gewone' vakbondstaken. Centraal hebben
we besloten tot de versterking van de dingen die we gezamenlijk doen.
Zo is het de bedoeling dat we straks samen in sectoren waar we nog niet
actief zijn nieuwe organisaties kunnen oprichten. De vernieuwing die we
voorstaan heeft niets te maken met meer of minder actie dan wel
polderen. In de vakbeweging is altijd al een balans van polderen en
actie geweest. Soms overheerst het een wat meer, dan weer het ander.
De structuur van de FNV gaat op de schop, maar vereist het ook niet een
cultuuromslag?
Onze leden hebben recht op een organisatie die past bij de nieuwe tijd
en bij een veranderde samenleving. Ik denk dat wij als
belangenbehartiger van werkend, nog niet werkend en niet meer werkend
Nederland heel goed in staat zijn om mee te groeien met die
samenleving. Dat gaat niet altijd vanzelf en is niet altijd even
makkelijk, getuige de afgelopen maanden waarin er veel gedoe is geweest
binnen de FNV. Maar de doorbraak is er, de keuze voor vernieuwing is
gemaakt en ik kan me niet voorstellen dat iemand bezwaren heeft tegen
vernieuwing. Als een samenleving zichzelf kan vernieuwen, kan een
vakbeweging dat ook.
Je hebt heel duidelijk een uitnodiging gedaan naar andere dan
FNV-bonden om zich aan te sluiten. Waarom zou bijvoorbeeld Jaap Smit
van het CNV ja moeten zeggen?
Ik vond de eerste reactie van het CNV bij monde van voorzitter Jaap
Smit behoorlijk bemoedigend. Blijkbaar sluit onze visie op de
diversiteit in de samenleving goed aan bij de gedachtengangen bij onze
collega's van CNV. Hij zou ja moeten zeggen omdat we samen sterk staan
en samen de diversiteit in de samenleving kunnen laten terugkomen in de
ondersteuning aan de werkende, nog niet werkende en niet meer werkende
mens.
De FNV was bijna uit elkaar gevallen. Had je het conflict met het
pensioenakkoord wel zover moeten laten oplopen?
Het pensioenakkoord was wel de aanleiding, maar was niet de oorzaak van
het conflict binnen de FNV. In wezen had het over elk ander, belangrijk
onderwerp kunnen gaan. Het pensioenakkoord heeft de problemen in de
structuur van de FNV blootgelegd. De democratische
besluitvormingsprocedures zijn niet meer van deze tijd, de getrapte
democratie is niet meer houdbaar. Het was dus onvermijdelijk, het moest
een keer op een vergaande confrontatie uitlopen. En dat moment was nu.
Dat de pensioenen dringend herzien moesten worden was overigens ook
onvermijdelijk.
En dat pensioenakkoord. Staat dat nu nog?
Jazeker, het pensioenakkoord staat. Is overeengekomen met werkgevers en
kabinet. En een meerderheid in de Tweede Kamer steunt het en heeft er
via de PvdA zelfs nog een extra verbetering uit weten te slepen voor de
zware beroepen.
We begrijpen dat het oprichtingscongres jouw moment is om afscheid te
nemen. Waarom?
Het streven is om nog voor de zomer tot een bijzonder congres te komen
waarop de nieuwe vakbeweging, dat is overigens een werktitel, opgericht
zou moeten worden. Ik hoop dat we dat gaan halen. Bij een nieuwe
organisatie horen nieuwe mensen. Ik geef op het moment dat de nieuwe
vakbeweging een feit is met liefde het stokje over aan de volgende
generatie. Dan ben ik zeven jaar voorzitter geweest.
Waarom stappen de voorzitter van FNV Bondgenoten Henk van der Kolk en
jijzelf allebei op?Zowel Henk van der Kolk als ikzelf hebben besloten
dat wij geen rol meer zullen spelen in de nieuwe organisatie. Normaal
zou voor ons allebei pas in 2013 de zittingsperiode eindigen. Ook Henk
heeft gezegd: bij een nieuwe organisatie horen nieuwe mensen. Ik zelf
vind de oprichting van de nieuwe organisatie een mooi moment om na
zeven jaar voorzitterschap het stokje over te geven aan de nieuwe
generatie.
Hoe gaan je leven en werken er na de FNV uitzien?
Dat is een goede vraag, waar ik nu nog geen antwoord op heb. Voorlopig
ben ik tot het moment dat de nieuwe vakbeweging een feit is gewoon nog
voorzitter van de FNV en heb ik het nodige te doen. De eurocrisis en de
bezuinigingen van het kabinet zorgen ervoor dat we allemaal de mouwen
moeten opstropen om op te komen voor de belangen van onze leden. Want
naast de tips over het spaarloon, de vraag om deeltijd-ww en de
waarschuwingen voor de oplopende kosten van de kinderopvang zullen we
je ook komend jaar bijstaan om de gevolgen van de bezuinigingen zoveel
mogelijk te verzachten.
FNV KIEM